abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
21 juni 2006 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGTL/2007-8449 2060716810
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Van der Staaij
over de tariefsverhogingen in de binnenvaart.
1. Heeft u kennisgenomen van de verwachting van het Centraal Bureau voor de Rijn-
en Binnenvaart (CBRB), dat er een forse stijging van de tarieven in de binnenvaart
dreigt voor het vervoer van containers tussen Rotterdam, Antwerpen en het
achterland?1
1. Ja.
2. Deelt u de conclusie, dat de oorzaak van deze tariefsverhoging gelegen is in de
enorme vertraging waarmee containers in de grote zeehavens worden
afgehandeld?
2. Ik heb geen inzicht in de wijze waarop de tarieven in de binnenvaart tot stand
komen, maar ik kan me voorstellen dat binnenvaartondernemers (een deel van) de
kosten van de wachttijden doorberekenen aan hun klanten.
1 Nieuwsblad Transport, 30 mei 2007
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGTL/2007-8449
3. Wat kunnen de nadelige consequenties van deze tariefsverhoging zijn voor het
vervoer per binnenvaart?
3. De hoogte van tarieven speelt uiteraard een rol in de aantrekkelijkheid van de
binnenvaart als vervoersmodaliteit voor verladers.
4. Is het bericht waar, dat de binnenvaart de laatste tijd als gevolg van de genoemde
grote vertragingen marktaandeel verspeelt aan andere modaliteiten, vooral aan
het wegvervoer?
4. Op grond van de beschikbare cijfers kan ik dit bericht niet bevestigen. Tot 2005
was van een aflopend marktaandeel van de binnenvaart in het containervervoer
door Nederland in ieder geval nog geen sprake. Recent heeft de president-directeur
van het Havenbedrijf Rotterdam bekend gemaakt dat het marktaandeel van
binnenvaart in het containervervoer in 2006 constant is gebleven op ruim 30%. De
binnenvaart groeit in Rotterdam dus gewoon mee met de markt. Het
marktaandeel van het wegtransport is in 2006 gedaald van 60% naar 59%.
5. Hoe beoordeelt u deze ontwikkeling (forse tariefsverhogingen, vertragingen,
afnemen marktaandeel binnenvaart, et cetera) mede in het licht van de
beleidsdoelstelling om vrachtvervoer te verplaatsen van de weg naar het water in
verband met het tegengaan van congestie en in verband met milieuvoordelen?
5. De door u beschreven ontwikkelingen zijn het gevolg van een aantal knelpunten
in de logistieke keten voor het containervervoer. Overigens wordt niet alleen de
binnenvaart, maar ook het vervoer per spoor en per weg geconfronteerd met
knelpunten in de logistieke keten voor het containervervoer. Deze knelpunten
hebben onder andere tot gevolg dat de binnenvaart niet het marktaandeel heeft
dat zij in een goed functionerende logistieke keten van containervervoer zou
kunnen hebben. Een optimaal functionerende logistieke keten voor het
containervervoer met daarin een optimale rol voor de binnenvaart is vanuit
maatschappelijk oogpunt gezien gewenst. Zowel voor de concurrentiepositie van
de logistieke sector in Nederland als ter vermindering van congestie- en
milieuproblemen. Daarom ben ik zowel bezorgd over de door u beschreven
ontwikkelingen als over andere knelpunten in de logistieke keten van het
containervervoer.
6. Welke mogelijkheden heeft u om de gesignaleerde problemen rond de
binnenvaart aan te pakken? Welke specifieke mogelijkheden heeft u om de
terminalafhandeling in de zeehavens te verbeteren? Wilt u deze mogelijkheden
inzetten?
6. Dat de bestaande problemen met urgentie moeten worden opgelost is mij
duidelijk. Het oplossen van de wachttijden in de Rotterdamse haven is primair de
verantwoordelijkheid van de betrokken marktpartijen. Ik constateer dat zowel het
Havenbedrijf Rotterdam, de inland-terminaloperators als de binnenvaart met
---
VenW/DGTL/2007-8449
goede initiatieven komen om de keten te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn
het containertransferium en het afhandelingsexperiment in de Hartelhaven. Ik ben
momenteel met deze partijen in gesprek om te bepalen welke aanpak de beste is
en wat het Rijk hierin kan betekenen. Ik wil op basis van een goede analyse van de
knelpunten, de marktsituatie en de marktperspectieven en met inachtneming van
de initiatieven vanuit de markt, in de herfst mijn plannen op dit terrein
presenteren.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw. J.C. Huizinga-Heringa
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat