Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 21 juni 2007 - Ons kenmerk Uw kenmerk RWS/SDG/NW2007/919/50644 2060715850 Onderwerp
kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Roemer (SP) aan de minister van Verkeer en Waterstaat over de centrale bediening van sluizen, bruggen en stuwen.


1. Deelt u de mening dat het op afstand zetten van de bediening van kleine sluizen in kanalen van een hele andere orde is dan het op afstand bedienen van grote sluizencomplexen in bijvoorbeeld de Maas?


1. Nee, deze mening deel ik niet. Het proces, de procesbegeleiding en de procesbewaking blijft hetzelfde. Aan het bedieningssysteem voor zowel grote als kleinere sluizencomplexen worden uniforme eisen gesteld met betrekking tot betrouwbaarheid en veiligheid. Onze ervaring met het op afstand bedienen van grotere complexen als bijvoorbeeld de sluizen in Linne en Roermond staaft ons in deze opvatting.


2. Wat zijn de totale kosten, inclusief alle bijkomende kosten, die voor het project voor een regiocentrale Zuid, voor de bediening van de sluis- en stuwcomplexen van Belfeld, Roermond, Linne, Heel, Maasbracht, Born en Maastricht, zijn geraamd?


2. De geraamde kosten voor de regiocentrale Zuid bedragen 25 miljoen euro.

Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 ­ 351 61 71 Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 ­ 351 7895 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

RWS/SDG/NW2007/919/50644


3. Wat zijn de geraamde kosten van het onderbrengen van de bediening van de St. Andries bij de sluis in Lith?

3. De geraamde kosten bedragen een kleine 2 miljoen euro.


4. Wat is tot dusverre de kostenraming van het centraal bedienen van de complexen in het Noordelijk deel van de Maas, die van Sambeek, Grave, Lith, St. Andries, Heumen en Weurt? Wat is de stand van zaken wat betreft besluitvorming van dit project? Bent u bereid de ontwikkelingen van dit project aan te houden totdat meer ervaringen en onderzoek bekend zijn over het op afstand bedienen van grote complexen?

4. De geraamde kosten bedragen 15,5 miljoen euro. Dit project bevindt zich in de besluitvormingsfase. Gezien onze positieve ervaringen met het bedienen op afstand van zowel kleinere als grotere complexen ben ik niet bereid de ontwikkeling van dit project aan te houden. Zie ook mijn eerdere beantwoording van uw vragen over centrale bediening van sluizen, bruggen en stuwen (Beantwoording kamervragen lid Roemer (206070940)).


5. Bent u op de hoogte van een onderzoek onder het personeel van grotere sluizencomplexen waaruit blijkt dat zij erg weinig vertrouwen hebben in het op afstand bedienen van grotere stuw- en sluizencomplexen? Deelt u de bezwaren voor de veiligheid zoals zicht en personele inzet bij (bijna) ongevallen en calamiteiten? Deelt u ook de bezwaren voor het menselijk toezicht, dienstverlening en communicatie? Waarom gaat u ondanks deze bezwaren van ervaringsdeskundigen toch met het proces door bij met name de grote complexen?

5. Ja. Daarbij ga ik ervan uit dat u doelt op het onderzoek in Zeeland, dat in opdracht van Verkeer en Waterstaat door een extern bureau is uitgevoerd. Dit onderzoek had tot doel, voorafgaand aan de invoering van bedienen op afstand in Zeeland, de mening van het personeel en de gebruikers van de sluiscomplexen te vernemen. Uit het onderzoek blijkt onder andere de grote betrokkenheid van het personeel bij hun werk en hun zorg voor de vlotheid en veiligheid van het bedieningsproces. Het personeel is bij de verdere uitwerking van de plannen betrokken en met de gemaakte kanttekeningen en bezwaren wordt zoveel mogelijk rekening gehouden. Voor de goede orde merk ik op dat de ervaring leert dat in de praktijk door het werken met camera's en radarbeelden er meer wordt waargenomen dan met het blote oog en dat de aanvankelijke scepsis vooraf bij dit soort projecten, na ingebruikname grotendeels verdwenen is.
Voorts zal Rijkswaterstaat in de drukkere zomermaanden (gaan) zorgen voor zogenaamde stewards op de grotere sluizen. Zij assisteren bij het aanleggen van de (recreatie) schepen en kunnen zonodig ter plekke aanwijzingen geven. Ik liet u reeds weten (Beantwoording kamervragen lid Roemer (206070940)) dat ik sinds de jaren '90 positieve praktijkervaringen heb opgedaan in het bedienen op afstand. Deze positieve ervaringen worden gedeeld door zowel het bedienend personeel als de beroeps- en recreatieschippers. Gelet op het vorenstaande deel ik de door u genoemde bezwaren niet.


6. Kunt u aangeven welke objecten geschikt zijn voor centrale bediening? Zal het centraal bedienen van de grotere complexen in de Maas, de Nederrijn en in Zeeland 2

RWS/SDG/NW2007/919/50644

ook afhangen van veiligheidsaspecten en betrouwbaarheid? Zo ja, betekent dit dat deze complexen toch op locatie aangestuurd blijven? Zo neen, waarom niet?

6. In principe zijn alle objecten, ongeacht de grootte, geschikt voor het bedienen op afstand. Veiligheid en betrouwbaarheid zijn voor mij daarin leidende principes. Dat betekent niet automatisch dat in de toekomst ieder object op afstand bediend zal worden. Dat zal per complex bekeken worden.


7. Deelt u de mening dat, net als in het kader van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer waarbij menselijk toezicht van groot belang is en dat camera's nooit het menselijk toezicht kunnen vervangen, dit ook geldt voor de grote stuw- en sluiscomplexen?

7. Ik deel uw mening niet. Uw vergelijking gaat naar mijn mening niet op, omdat naar mijn oordeel de situatie bij het openbaar vervoer en grote stuw- en sluiscomplexen wezenlijk anders is. Bij de problemen bij het openbaar vervoer, in relatie tot de sociale veiligheid, gaat het om voor een ieder toegankelijke ruimten; gaat het om de aanwezigheid en het vervoer van (grote hoeveelheden) personen en is er veelal sprake van stedelijk gebied. De stuw- en sluiscomplexen bevinden zich meestal buiten het stedelijke gebied, zijn veelal slechts beperkt toegankelijk en overzichtelijker.


8. Wat zijn de gevolgen voor de veiligheid als opgeleide Bedrijfshulpverleners (BHV- ers) die nu de sluizen bedienen verdwijnen? Erkent u deze meerwaarde voor de veiligheid? Zo ja, waarom neemt u dan toch deze grote risico's? Zo neen, waarom niet?

8. Bedrijfshulpverleners zijn opgeleid om collega's hulp te kunnen bieden. Als zich een calamiteit voordoet op een schip wordt de geëigende hulpverlening ingeschakeld, bijvoorbeeld de brandweer. De medewerkers vormen de verbinding met de hulpdiensten. Juist op zo'n moment wordt van hen verwacht dat ze aanwezig zijn op hun werkplek. Ik verwijs u hierbij ook naar mijn antwoord op uw eerder gestelde vraag (vraag 3, Beantwoording kamervragen lid Roemer (206070940)).


9. Hoe wilt u de grote sluizencomplexen in de Maas met hekwerk gaan afzetten? Hoe voorkomt u hierbij (klein) vandalisme en vervuiling? Hoe houdt u rekening met het toeristische karakter van deze complexen?

9. Dit zal nader onderzocht en per complex bekeken worden. Hierbij streef ik naar een optimale afweging tussen veiligheid en toegankelijkheid.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw. J.C. Huizinga-Heringa

---