SGP
SGP » jongeren >>
21 - 06 - 07 | Bijdrage SGP wijziging Embryowet
Het is goed dat het kabinet het experimenteerverbod met embryo's
langer laat gelden.
Dat verbod gold voor vijf jaren, maar zal nu op voorstel van het
kabinet worden verlengd.
Jammer is dat het kabinet de verlenging van het verbod motiveert
vanuit de 'techniek', de stand van de wetenschap op dit moment.
De SGP is ervoor om dat verbod niet (meer) aan een termijn te binden,
maar altijd in de wet te laten staan.
Omdat embryo's unieke en kwetsbare mensenlevens-in-de-dop zijn,
'kunstwerken' gemaakt door de levende God.
Die zijn en blijven beschermwaardig, ongeacht leeftijd en/of stand van
de techniek.
---
----------
Wijziging van de Embryowet
B.J. van der Vlies
21 juni 2007
Grootse materie
We bespreken vandaag een voor het oog klein wetsvoorstel dat niet veel
betekenis heeft. Het is vooral een kleine technische wijziging. Als we
echter wat dieper boren â en dat doe ik namens de SGP-fractie vandaag
graag â dan zien we dat er veel meer aan de hand is. Dit wetsvoorstel
gaat weliswaar in de eerste plaats over de techniek, maar uiteindelijk
is de materie die daarin aan de orde komt groots.
Kwetsbaar kunstwerk
De Embryowet gaat namelijk over het kleine, prille begin van het
menselijk leven. Over embryoâs die normaal gesproken uit zullen
groeien via groei van het embryo, geboorte tot uiteindelijk een
volwassen mens zoals wij allemaal hier zijn. Het gaat in de diepste
zin van het woord over onszelf, mensen, die allemaal ooit in dit
prille stadium zijn geweest. Het gaat â dat zal ieder met mij eens
zijn â om een kunstwerk, dat we op zijn hoogst kunnen proberen te
imiteren, maar waarvan de totstandkoming niet op een gewone manier te
verklaren is. Natuurlijk, in technische zin weten we heel veel over de
ontwikkeling van het menselijk embryo. Over samensmelting van
lichaamscellen, over eenwording daarvan tot een uniek resultaat. Het
is en blijft een bijzonder, een kwetsbaar kunstwerk.
Het gaat vandaag over het diepste wezen van ons mensen. Mensen die
allemaal een schepsel, een kunstwerk zijn van de levende God. Hij
heeft ons allemaal en ook de embryoâs waarover wij het vandaag hebben
laten ontstaan, geschapen. Embryoâs die het geschenk van het leven uit
Zijn hand hebben ontvangen.
Als iemand vandaag met een mes het beroemde schilderij âDe Nachtwachtâ
van Rembrandt zou bewerken of het in elkaar zou frommelen tot een
vormeloze prop, dan zouden we allemaal moord en brand roepen. Wie
durft zoiets in zijn hoofd te halen! Die verbazing is terecht. Met
zulke bijzondere, unieke kunstwerken mogen we niet achteloos en
roekeloos omgaan. We behoren ze met zorg te behandelen.
Vanuit onze diepste overtuiging en drijfveren kunnen, willen en mógen
wij het kunstwerk waarover wij het vandaag hebben dan zéker niet
anders zien. Maar wie is alert bij de vernietiging van déze
kunstwerken? Of, zoals de Bijbel het zegt, een fijn borduursel van
Gods scheppende hand. Wie is bereid deze zwakke, hulpeloze wezens die
niettemin bijzonder mooi zijn, te beschermen?
Als wij, mensen, het recht in handen nemen om jonge mensjes zoals wij
allemaal geweest zijn niet het leven te gunnen, maar slechts te willen
gebruiken om ze uiteindelijk te doden, dan zijn we zeer
beklagenswaardig. Blijkbaar zijn we dan mensen die de dood van
toekomstige medeburgers verkiezen boven hun leven. Of met een variatie
op de D66-stelling in het verslag: âHet is gewoon onverantwoordelijk
en immoreel om niet alles te doen om dit levensvernietigende onderzoek
te voorkomen.â
Magere motivering
Tegen deze achtergrond wil ik vandaag namens de SGP-fractie het
wetsvoorstel beoordelen. Iedereen die de parlementaire geschiedenis op
dit terrein kent, weet dat onze fractie zich fel verzet heeft tegen
dit instrumentele gebruik van embryoâs. Embryoâs zijn geen producten
die we naar willekeur kunnen gebruiken of vernietigen.
Waarom deze beschouwingen? Het gaat toch alleen om een lovenswaardige
verbetering van de Embryowet? Inderdaad, de SGP is blij dat de
staatssecretaris hier vandaag niet staat om een voorstel te verdedigen
dat het verbod om embryoâs speciaal tot stand te brengen definitief
schrapt. Ze staat hier vandaag - en daar hebben wij oprecht waardering
voor â om een wetsvoorstel te verdedigen dat het tijdelijk verbod iets
minder tijdelijk maakt.
Toch zetten wij grote vraagtekens bij de motivering die de
staatssecretaris geeft bij dit wetsvoorstel. We missen een duidelijk
ethisch kader van waaruit wordt gedacht over embryoâs. De argumentatie
wordt vooral gevonden in de vraag of de wetenschap al of niet in staat
is om met behulp van speciaal tot stand gebrachte embryoâs
wetenschappelijke vooruitgang te boeken. Om die reden ziet de
staatssecretaris voorlopig af van opheffing van het verbod.
Maar wat is de mensvisie die hier achter zit? Ook zijn we zeer
benieuwd naar de visie van de staatssecretaris op de status van het
embryo. In haar reactie geeft ze daar wel een aantal
behartigenswaardige opmerkingen over. Zij zegt: âWij zijn van mening
dat een embryo beginnend menselijk leven is en dat dat de morele
status bepaalt. Uit een oogpunt van respect voor menselijk leven is
een embryo beschermwaardig.â Helemaal mee eens! Maar haar vervolg
bevalt ons niet. Door te komen met de leer van de toenemende
beschermwaardigheid van het embryo ondergraaft zij haar principiële
uitgangspunt weer. Om vervolgens na een wat kronkelige redenering weer
onderscheid aan te brengen tussen restembryoâs na ivf en speciaal
gemaakte embryoâs voor wetenschappelijk onderzoek. Nu lijkt de
redenering: omdat het doel nog niet helemaal haalbaar is, vinden wij
het ethisch onverantwoord. Jammer! Waarom niet wat consequenter vanuit
het ethische principe doorgedacht? Waarom niet voor restembryoâs â wat
een naar woord eigenlijk! â ook een verbod op het gebruik ervan voor
wetenschappelijk onderzoek?
Leidende ethiek
Terecht beaamt de staatssecretaris op ons verzoek dat de ethiek
norm is, leidend is voor de wetenschap. Helaas blijft het verder bij
de constatering dat dit zeer zeker een intrigerende wijsgerige vraag
is. Beantwoording van die vraag â nu ja, laten we het hebben over een
begin van een antwoord â is dan toch wel nodig voordat de
staatssecretaris uit kan komen op haar uiteindelijk toch instrumentele
wijze van denken over het embryo in de Memorie van toelichting.
Verschuilen achter de evenwichtige benadering waarvan de
wetsgeschiedenis blijk zou geven is dan wel erg mager.
Lijdelijke ethiek
De staatssecretaris gebruikt een vreemde redenering waarom zij geen
rigoreuzere aanpak van de Embryowet voorstelt. Dit te meer omdat zij
zelf ook moet erkennen dat de hooggespannen verwachtingen die er bij
de totstandkoming van de Embryowet waren, flink getemperd zijn. Zij
wil de destijds gekozen constructie handhaven. Ze meldt: âDit mede
gelet op het feit dat het Coalitieakkoord naar de aard van de zaak
niet verder reikt dan de regeerperiode van het huidge kabinet. Uit het
coalitieakkoord vloeit een verdergaande aanpak dan wij met het
onderhavige wetsvoorstel voorstaan ook niet voort.â Dat klinkt wel
heel erg bescheiden voor een kabinet dat net aan zijn termijn begonnen
is! Voorziet de staatssecretaris nu al dat dit kabinet vroegtijdig zal
vallen of in ieder geval geen volgende periode zal kennen? Sinds
wanneer doet een kabinet niet meer zijn best om wetgeving te
verbeteren? Sinds wanneer wil een kabinet alleen wetten wijzigen voor
zover zij betrekking hebben op hun eigen regeerperiode? De hand aan de
ploeg, staatssecretaris! Zorg niet voor een lijdelijke ethiek, maar
voor een leidende ethiek!
Wonderlijke constructie
Om haar daarbij te helpen heeft de SGP een amendement voorbereid. De
wetstechnisch wonderlijke constructie in de huidige Embryowet is
werkelijk een gedrocht en verre van fraai. Nog nooit in mijn
parlementaire loopbaan heb ik een wetsbepaling gezien die op deze
ingewikkelde manier is vormgegeven. Want óf je kiest voor een verbod
op het speciaal maken van embryoâs, óf je vindt het verantwoord om
het te doen omdat er bepaalde resultaten verwacht mogen worden. Dit is
een halfslachtige wetsbepaling die elke wet onwaardig is en zeker bij
een zo ethisch geladen thema als de omgang met embryoâs. Ik ben het
dan ook niet eens met de staatssecretaris die artikel 33 van de
Embryowet een staatsrechtelijk zuivere bepaling noemt.
Om die reden vind ik ook het amendement van CDA en ChristenUnie wat
merkwaardig. Je gaat toch in de wet niet een bepaling opnemen dat er
eerst een ander wetsvoorstel moet komen waarin de datum van
inwerkingtreding van het schrappen van een verbod moet worden
geregeld? Ze hebben mij altijd geleerd dat je om een wet te wijzigen
gewoon een normaal wetsvoorstel in kunt dienen. Dat recht hoeft niet
nog eens in de wet vastgelegd te worden. Ik ben dan ook erg benieuwd
naar de verdediging van dit amendement en de reactie van de
staatssecretaris daarop.
Zelf durf ik met vrijmoedigheid te stellen dat het SGP-amendement niet
alleen beter is, maar ook nog eens veel logischer én wetstechnisch
én staatsrechtelijk zuiverder in elkaar steekt, terwijl het effect
van beide amendementen uiteindelijk precies gelijk is. Laten we daarom
nu de steken die de Kamer in 2001 heeft laten vallen niet nog eens
dunnetjes over doen, maar het gelijk goed regelen!
Adulte stamcellen
We zijn blij met het voornemen om juist vooral te kijken naar
perspectiefrijk onderzoek met adulte stamcellen en om dit onderzoek
krachtig te stimuleren. Graag zouden we hierover concreter bijgelicht
worden. Op welke manier gaat die stimulering plaatsvinden? Gaat er
extra geld naar dit onderzoek? Worden er speciale conferenties belegd?
Worden er samenwerkingsverbanden bevorderd met onderzoek naar adulte
stamcellen uit andere landen? In de antwoorden blijft het allemaal wel
erg vaag. Graag concreetheid dus.
IVF-onderzoek
We zijn blij met de kritische insteek in het verslag dat de fractie
van de SP heeft gegeven â naast de zorgen over kloneren die eruit
blijken â over het stimuleren van ivf-behandelingen. Inderdaad moeten
we op zijn tijd ook over dit thema reflecteren. Wij steunen hen in hun
pleidooi voor een lange termijn-onderzoek. Waarom ziet de regering
onvoldoende aanleiding voor een lange termijnonderzoek naar de
gevolgen voor kinderen?
---
----------
Kamerstuk 31046, nr. 5, blz. 3 en 4.
Idem., blz. 17.
Bijdrage SGP wijziging Embryowet