VVD


21-6-2007

VVD om redenen voor wijziging Embryowet

Vijf jaar geleden werd een moratorium, een verbod op verdergaand embryonaal onderzoek, opgenomen in de toen aangenomen Embryowet. Het kabinet gaat met het moratorium voorbij aan de mening van gerespecteerde wetenschappers, die halsreikend uitzien naar verruiming van de wet.

Balkenende IV wil nu de termijn waarbinnen een Koninklijk Besluit moet worden geslagen, om een verbod op verdergaand embryonaal onderzoek te doen vervallen, oprekken. Dat betekent dat de huidige status van het verbod gehandhaafd blijft, tot op het moment dat wetenschappelijke en maatschappelijke inzichten het vervallen van het verbod doen rechtvaardigen. Zonder deze wetswijziging blijft het verbod in stand, maar dan zonder de mogelijkheid van een op elk moment gewenste voordracht tot zo'n Koninklijk Besluit.
Vóór stemmen is dan de minst slechte optie: er blijft een mogelijkheid tot het doen van een voordracht tot het doen vervallen van het verbod ex art. 24.
Tegen stemmen betekent het verbod omarmen.
De VVD is vanzelfsprekend tegen het initiatief van CDA en de CU om het moratorium van onbepaalde tijd om te zetten in een algeheel verbod.

De VVD hecht veel belang aan embryonaal onderzoek en ziet daartegen geen bezwaren.
De ethische grens van het onderzoeken met embryo's is reeds gepasseerd sinds dergelijk onderzoek wordt gebruikt bij ongewenste kinderloosheid.
De regering vindt stamcelonderzoek bij volwassenen voldoende, maar voor het adequaat onderzoeken en behandelen van erfelijke ziekten is méér nodig. Er zijn momenteel voldoende levende stamcellijnen, maar voor onderzoek naar erfelijke ziekten zijn juist `zieke' stamcellijnen nodig.

Verlengen van het moratorium maakt dit onderzoek in ons land dus onmogelijk.
Het zou van hypocrisie getuigen hiér het verbod te handhaven en als "het buitenland" met een doorbraak komt wél de vruchten van die onderzoeksresultaten te plukken.