Meer Nederlanders zien kansen tot starten van een bedrijf
21 jun. 2007
De Nederlandse bevolking was in 2006 positiever gestemd over de kansen om een nieuw bedrijf op te richten. 46% van de bevolking zag hier goede kansen voor in de eigen woonplaats, terwijl dit in 2003 nog slechts 29% was. Het economische herstel heeft blijkbaar geleid tot meer vertrouwen en een verbeterde perceptie ten aanzien van de kansen om een nieuw bedrijf op te richten. Toch leidt dit niet tot een stijging van de intenties om een eigen bedrijf op te richten: 5,6% van de volwassen bevolking verwachtte in 2006 dit binnen drie jaar te doen, terwijl dit in de periode 2002-2005 eveneens schommelde tussen 5% en 6%. Dit en meer blijkt uit de Global Entrepreneurship Monitor (GEM), een internationaal onderzoeksproject dat jaarlijks de mate van 'nieuw ondernemerschap' in kaart brengt voor een groot aantal landen. EIM heeft in 2006 voor de zesde keer het Nederlandse deel van de GEM verzorgd.
Nederland blijft middenmoter qua nieuwe ondernemerschapsactiviteiten In 2006 was in Nederland 5,4% van de volwassen bevolking betrokken bij nieuwe ondernemerschapsactiviteiten, wat een stijging van één procent punt is ten opzichte van 2005. Bij nieuwe ondernemerschapsactiviteiten gaat het om zowel het actief bezig zijn met het oprichten van een nieuwe eigen onderneming, als het runnen van een eigen onderneming die minder dan 42 maanden oud is. Het gemiddelde voor de EU ligt op 5,5% en voor de OESO-landen komt het gemiddelde uit op 6,4%. Nederland neemt in de EU een middenpositie in wat betreft nieuw ondernemerschap en deze positie is stabiel over de afgelopen jaren. Het aandeel 'nascent' ondernemers, oftewel het percentage van de volwassen bevolking dat actief bezig is om een eigen bedrijf op te richten, is wel toegenomen van 2,5% in 2005 tot 3,6% in 2006.
Exportoriëntatie van nieuwe ondernemers in Nederland is vrij matig Als het gaat om de exportoriëntatie van nieuwe ondernemers scoort Nederland - ondanks de algehele openheid van de economie - vrij matig. 13% van de nieuwe ondernemers heeft meer dan een kwart van de klanten in het buitenland. Het OESO-gemiddelde ligt op 17%, terwijl het EU-gemiddelde op 20% ligt. De relatie tussen innovatie en export is al in verschillende onderzoeken aangetoond. De GEM-data tonen aan dat deze relatie ook opgaat voor nieuwe ondernemers. Innovatieve ondernemers die bijvoorbeeld een uniek product aanbieden of gebruik maken van de nieuwste technologieën hebben significant vaker een aanzienlijk deel van hun klanten in het buitenland dan niet innovatieve ondernemers.
Weinig ondernemers in Nederland stoppen met nieuw bedrijf In 2006 zegt 0,8% van de Nederlandse volwassen bevolking het afgelopen jaar een eigen bedrijf beëindigd te hebben. Hiermee heeft Nederland in verhouding met de deelnemende GEM-landen het laagste aandeel bedrijfsbeëindigingen. Het EU-gemiddelde ligt op 1,8%, en het OESO-gemiddelde bedraagt 2,4%. De Verenigde Staten hebben een relatief hoog percentage stoppers, maar hebben ook een hoog aandeel nieuwe ondernemers. De GEM-data tonen dan ook een positieve relatie tussen het aantal bedrijfsoprichtingen en het aantal bedrijfsopheffingen in een land. In Nederland zijn financiële redenen voor 30% van de stoppende ondernemers de belangrijkste aanleiding geweest om het afgelopen jaar het eigen bedrijf te beëindigen.
Voor inlichtingen: 079 343 06 04
Pagina's: 68 | 21 jun. 2007 | ISBN: 9037106978 | Prijs gedrukte versie: 40,00 euro Auteurs: drs. S.J.A. Hessels, drs. K. Suddle
Beschrijving:
EIM heeft in 2006 voor de zesde keer het Nederlandse deel van de Global Entrepreneurship Monitor verzorgd. De Global Entrepreneurship Monitor is een internationaal onderzoeksproject dat jaarlijks de mate van 'nieuw ondernemerschap' in kaart brengt voor een groot aantal landen.