Verslag Landbouw- en Visserijraad van 11 en 12 juni 2007
21 juni 2007 - kamerstuk
rectie Internationale Zaken
Di
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
2007/1385
IZ. 21 juni 2007
onderwerp bijlagen
erslag Landbouw- en Visserijraad van
V 1
11 en 12 juni 2007
Geachte Voorzitter,
Hierbij informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouwraad die op 11 en 12 juni jl. in
Luxemburg plaatsvond.
Deze Raad - de laatste onder Duits voorzitterschap - stond voor een belangrijk deel in het
teken van de bespreking van het voorstel voor hervorming van de marktordeningen
groenten en fruit. Over dit onderwerp is een politiek akkoord bereikt. Verder werd ook op
een aanzienlijk aantal andere belangrijke dossiers een akkoord bereikt, zoals de
Raadsconclusies voor cross compliance, het voorstel voor één gemeenschappelijke
marktordening, het voorstel voor biologische productie en etikettering, het meerjarenplan
Baltische kabeljauw, en het visserijakkoord tussen de Gemeenschap en Groenland.
Zonder verder debat werd verder een aantal voor zowel landbouw als visserij belangrijke
voorstellen aangenomen, waaronder het meerjarenplan voor tong en schol in de
Noordzee, het herstelplan voor aal en het voorstel voor de definitie van kalfsvlees
Ministerie van Landbouw, (zie tevens bijlage I).
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Internationale Verder heeft de Raad een oriënterend debat gevoerd over de problematiek van de
Zaken
Bezuidenhoutseweg 73 ongewenste bijvangsten en het verbod op teruggooi.
Postadres: Postbus 20401 Onder diversen nam de Raad kennis van het verslag van een in april gehouden conferentie
2500 EK 's-Gravenhage van directeuren van betaalorganen, werd kort een verzoek van een aantal nieuwe lid-
Telefoon: 070 - 3786868 staten voor geleidelijke infasering van cross compliance vereisten toegelicht, werd de
Fax: 070 - 3786100 stand van zaken in de WTO-onderhandelingen besproken en nam de Raad kennis van het
verslag over de voortgang van de Raadsbehandeling van de verordening over toelating
van gewasbeschermingsmiddelen.
Verder gaf de Commissie een toelichting op de recent verschenen Beleidsverklaring voor
de vangstmogelijkheden voor 2008, en werd op verzoek van Denemarken gesproken over
de toegestane vangstmogelijkheid voor zandspiering in 2007 en op verzoek van het
Verenigd Koninkrijk over het illegaal gebruik van drijfnetten.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
21 juni 2007 IZ. 2007/1385 2
Voorstel meerjarenplan Baltische kabeljauw
De Raad heeft met een onthouding van Polen een politiek akkoord bereikt over het
meerjarig beheerplan voor kabeljauw in de Oostzee. Ten aanzien van het visserij-
inspanningregime is voor kleinere vaartuigen een beperkte uitzondering gemaakt om
tijdens de gesloten perioden te vissen. Een besluit over de toekenning van extra zeedagen
in verband met saneringen uit het verleden zal worden genomen tijdens de besluit-
vorming over de toegestane vangsthoeveelheden voor 2008 in de Oostzee.
Voorstel visserijpartnerschapsakkoord tussen de Gemeenschap en Groenland
De Raad heeft met unanimiteit een politiek akkoord bereikt over het visserijakkoord
tussen de Gemeenschap en Groenland. Ten aanzien van de verdeling van de vangstquota
is er een compromis gevonden, waarin enerzijds de relatieve stabiliteit wordt gerespec-
teerd en anderzijds een volledige benutting van de vangstmogelijkheden wordt nage-
streefd. De Europese Commissie kan onder een aantal voorwaarden onbenutte visquota
ter beschikking stellen aan andere lidstaten dan de lidstaten die op basis van het relatieve
stabiliteitprincipe het eerste recht op de quota hebben (Verenigd Koninkrijk, Duitsland en
Denemarken).
Mededeling aan Raad en Parlement inzake de vermindering van ongewenste
bijvangsten en het uitbannen van teruggooi
De Raad heeft een oriënterend debat gevoerd over de problematiek van de ongewenste
bijvangsten en het verbod op teruggooi. Daarbij zijn de voorgelegde conclusies met
unanimiteit aanvaard. In het algemeen koos de Raad een positieve opstelling over de
Commissiemededeling en werd van diverse zijden - met verwijzing naar de urgentie van
het teruggooiprobleem - aangedrongen op concrete maatregelen. Ook werd verzocht nog
eens goed te kijken naar de factoren die teruggooi veroorzaken.
Ik heb erop gewezen dat de ideeën van de Commissie tot een fundamentele verandering
van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid kunnen leiden. Ik heb aangegeven dat we deze
problematiek innovatief en voortvarend moeten aanpakken. Daarbij moet gestreefd
worden naar een per visserijtak op maat gesneden aanpak, met mogelijk een graduele
introductie van een teruggooiverbod. Duurzame visserijtechnieken en selectief vistuig,
gesloten gebieden en tijden, en sturen op visserij-inspanning zijn allemaal elementen in
de Mededeling die bijdragen aan oplossingen. Ook heb ik de hoop uitgesproken dat een
strategie met resultaatverplichtingen het bedrijfsleven noodzaakt tot het vinden van
oplossingen. Ik heb ten slotte gewezen op het belang van dataverzameling over de terug-
gooi en op de noodzaak van handhaafbaarheid en controleerbaarheid van het beleid.
Ook heb ik verzocht om pilotprojecten voor teruggooiverboden uit te voeren.
Commissaris Borg benadrukte de maatschappelijke kritiek op bijvangsten en teruggooi
nog eens, maar acht een prudente benadering noodzakelijk. Daarbij is medewerking van
de vissers onontbeerlijk en kan een verbod een sterke stimulans zijn tot vermindering van
de teruggooi. Maatregelen zullen per visserijtak moeten worden ontworpen. Gelet op de
maatschappelijke kritiek staan wij voor een grote uitdaging.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
21 juni 2007 IZ. 2007/1385 3
Cross compliance
Over de uitvoering van het communautaire stelsel van randvoorwaarden, oftewel cross
compliance, heeft de Raad tijdens de lunch gesproken. Daarbij heb ik aangegeven dat
Nederland blij is met de handreiking die de Landbouwcommissaris heeft gedaan, namelijk
dat het controlepercentage van 1% ook op het niveau van de coördinerende controle-
autoriteit mag worden vastgesteld. Verder heb ik aangegeven dat de ruimte voor toe-
passing van tolerantie en de concretisering van de toepassing van de `de minimis'-regel
voor ons erg belangrijk is. Tot slot heb ik de hoop uitgesproken dat de Commissie de
verdere uitwerking tot concrete en werkbare wijzigingen in het systeem nu snel en
voortvarend ter hand neemt, zodat we nog in 2007 kunnen profiteren van de voordelen
ervan. Dit zal bijdragen aan het draagvlak in de samenleving en bij de betrokken land-
bouwers.
Bij de aanname van de Raadsconclusies over dit onderwerp is vervolgens nog een
aanpassing gedaan ten aanzien van de `de minimis'-regel; het gaat om de expliciete
uitnodiging van de Raad aan de Commissie hiervoor een grens van 100,- te overwegen.
De conclusies zijn met unanimiteit aangenomen.
Eén gemeenschappelijke marktordening
Het voorstel voor een verordening voor het vormen van één gemeenschappelijke markt-
ordening ter vervanging van de bestaande 21 afzonderlijke marktordeningen werd zonder
verdere discussie met een ruime gekwalificeerde meerderheid aangenomen.
In het bijzonder vermeldenswaardig in dit kader is dat met deze verordening tevens de
handelsnormen voor bollen en snijbloemen uit 1968 zijn afgeschaft; dit is een aanmerke-
lijke verbetering in termen van administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging van
regelgeving.
Voorstel hervorming marktordeningen groenten en fruit
Tot mijn vreugde kan ik melden dat de Raad over dit voorstel een politiek akkoord heeft
bereikt, met een voor Nederland bijzonder positief resultaat.
In mijn interventies in zowel de plenaire zitting van de Raad als in het trilaterale vervolg-
overleg met de Commissie en het voorzitterschap heb ik aangegeven dat wat Nederland
betreft de versterking van de rol van telersverenigingen van groot belang is. Die is nodig
om de concurrentiekracht van de sector te verbeteren en tegenwicht te bieden aan de
steeds verder voortschrijdende concentratie in de detailhandel. Ook heb ik aangegeven
telersverenigingen als spil te zien in crisispreventie en -beheer. Verder heb mijn instem-
ming uitgesproken met de voorgenomen volledige ontkoppeling van de steun voor ver-
werking van groenten en fruit.
Als nadrukkelijke wens van Nederland heb ik opgebracht een overgangsregel voor de
AGF-bepaling, die bepaalt dat arealen waarop aardappelen, groenten en fruit worden
geteeld niet in aanmerking komen voor inkomenssteun. In het uiteindelijke compromis-
voorstel is hiervoor een (vrijwillige) overgangsperiode van drie jaar bepaald. Daarnaast
heb ik mij in het bijzonder sterk gemaakt voor verwijdering van de handelsnormen van
aardappelen uit het voorstel, die immers in strijd zouden zijn met het doel van admini-
stratieve lastenvermindering en vereenvoudiging van regelgeving.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
21 juni 2007 IZ. 2007/1385 4
In het uiteindelijke voorstel zijn deze handelsnormen daadwerkelijk verwijderd uit de
verordening.
De algemene discussie spitste zich verder nog op een aantal onderdelen van het voorstel
toe. Het belangrijkste daarvan was wel crisisbeheer en -preventie. Om tegemoet te komen
aan kritiek op het niveau van de beschikbare fondsen voor crisisbeheer werd als onderdeel
van een compromisvoorstel van de Commissie een percentage van 4,6% van de waarde
van verkochte producten als maximale grens voor de operationele programma's voor-
gesteld. Het verschil met de oorspronkelijke limiet van 4,1% mag daarbij alleen gebruikt
worden voor crisisuitgaven. Er is dus nadrukkelijk geen horizontaal Europees crisisfonds
voorzien. Een aantal met name zuidelijke lidstaten had - vanwege de lage aansluitings-
graad van hun producenten bij telersverenigingen - echter ook nog bezwaren tegen de
oorspronkelijke bedoeling het crisisbeheer alleen toegankelijk te maken voor leden van
telersverenigingen. In het uiteindelijk aangenomen compromisvoorstel is daarom bepaald
dat steun bij crises tevens verschaft kan worden aan producenten die weliswaar geen
volledig lid zijn van de telersvereniging, maar wel een bepaald contract met zo'n
vereniging hebben afgesloten. Dit contract geeft ook deze producenten het recht op een
zekere mate van steun, hoewel voor een lager bedrag dan waar volwaardige leden recht
op hebben.
Commissaris Fischer Boel kondigde een overgangsperiode aan voor de ontkoppeling van
de steun voor verwerkte groenten en fruit. Lidstaten mogen gedurende een overgangs-
periode van maximaal vier jaar voor tomaten en maximaal vijf jaar voor meerjarige teelten
(bijvoorbeeld citrusvruchten) gekoppelde betalingen voor verwerkte producten doen aan
de hand van een aantal criteria.
Ook is voorzien in een aparte betaling in de tien nieuwe lidstaten die gebruik maken van
het Single Area Payment System (SAPS); deze kunnen een aparte betaling voor groenten
en fruit introduceren gebaseerd op een passende referentieperiode. Verder is een tijde-
lijke extra steunvoorziening opgenomen voor de zacht fruitsector in een aantal landen,
zoals Polen, voor een periode van vijf jaar.
Ten slotte heeft de Raad de Europese Commissie gevraagd om op korte termijn met
concrete voorstellen te komen voor de introductie van een Europees schoolfruit-
programma. Commissaris Fischer Boel heeft dat verzoek omarmd.
Biologische landbouw
Het voorstel voor een nieuwe, vereenvoudigde verordening voor biologische productie en
etikettering is aangenomen door de Raad. In het uiteindelijke compromis is de Algemene
Benadering zoals in december in de Raad overeengekomen op één punt licht aangepast.
Volgens het compromis zal het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's)
slechts zijn toegestaan voor ingrediënten of hulpstoffen van niet-agrarische oorsprong,
die nodig zijn om bijvoorbeeld vitamines te maken die nodig zijn voor de productie van
veevoer. Verwerkte landbouwproducten die gemaakt zijn van een ggo, zoals bijvoorbeeld
sojaolie gemaakt van ggo-sojabonen - maar waarin in het eindproduct geen ggo's meer
aanwezig zijn - zijn dus niet meer toegestaan.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
21 juni 2007 IZ. 2007/1385 5
Diversen
a) Conferentie van directeuren van betaalorganen (Potsdam, 25-27 april 2007)
De Raad nam zonder verder debat kennis van het verslag van het voorzitterschap over
deze conferentie.
b) Gezamenlijk voorstel van een aantal nieuwe lidstaten betreffende de toepassing
van het stelsel van randvoorwaarden
Een aantal nieuwe lidstaten heeft de Commissie verzocht om een infaseringsperiode van
zes jaar voor cross compliance. Zij motiveren dit vanuit de gedachte dat gedurende een
zelfde periode hun directe inkomenssteun zal worden ingefaseerd. Zij verzetten zich tegen
het volledig van kracht worden van de cross compliance zolang zij nog minder inkomens-
steun ontvangen dan de oude lidstaten. Voor Bulgarije en Roemenië wordt nog extra tijd
gevraagd. Dit voorstel is ter kennisgeving aangenomen, maar de Commissie gaf aan niet
van zins te zijn deze lidstaten hierin tegemoet te komen.
c) WTO-onderhandelingen
Commissaris Fischer Boel gaf een kort verslag van de stand van zaken in de WTO-
onderhandelingen. Daarbij gaf zij aan dat er enige vooruitgang is gemaakt, maar dat er
nog een zware onderhandelingsagenda voor ons ligt, terwijl er niet veel tijd resteert. Er
zullen op korte termijn verdere besprekingen gevoerd worden met het oog op de
hervatting van de multilaterale onderhandelingen eind juni. Veel lidstaten intervenieerden
en onderstreepten het belang van een gebalanceerd akkoord, niet alleen voor landbouw
maar ook voor industrieproducten en diensten. Met name Frankrijk waarschuwde voor
een te grote flexibiliteit van de EU. Frankrijk gaf aan dat een akkoord aan drie
voorwaarden moet voldoen, te weten een balans in de algehele uitkomst, een echte
wederkerigheid zowel binnen de landbouwpijler als tussen de diverse pijlers van het
akkoord, en het garanderen van communautaire preferentie.
Ik heb in de Raad mijn steun voor de Commissie uitgesproken in haar streven om in juli
van dit jaar te komen tot overeenstemming over de modaliteiten van de nieuwe WTO-
landbouwovereenkomst. Ik heb verder nogmaals het belang benadrukt van parallelle
uitfasering van exportsteun, en wel op basis van budget zonder verdere restricties, en
tevens opnieuw aandacht gevraagd voor de non-trade concerns. Daarbij heb ik ook
voorgesteld om deze in de discussie, ook in de toekomst, een steviger kapstok te geven
door dit onderwerp integraal onderdeel te maken van toekomstige onderhandelingen.
Tot slot heb ik gewezen op het uiteindelijke belang van een evenwichtig en ambitieus
akkoord, dat rekening houdt met zowel de offensieve als de defensieve belangen, en dat
tevens invulling geeft aan de ontwikkelingsagenda.
De Commissaris gaf verder aan dat wanneer de komende tijd serieuze vooruitgang wordt
geboekt de Commissie in de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van
25 juni de lidstaten verder zal informeren.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
21 juni 2007 IZ. 2007/1385 6
d) Gewasbescherming
De Raad nam kennis van het verslag van het voorzitterschap over de voortgang van de
Raadsbehandeling van de verordening voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen.
Denemarken uitte daarbij zorgen over de zonale benadering vanwege de mogelijke
gevolgen van de toelating van bepaalde middelen elders in de zone waartoe Denemarken
behoort.
e) Mededeling van Commissie aan Raad en Parlement inzake vangstmogelijkheden
voor 2008
Commissaris Borg gaf een toelichting op de recent verschenen Beleidsverklaring voor
2008. Volgens de Commissaris zal het beleid tot betere resultaten moeten leiden door
lange termijn beheerplannen en door de Maximum Sustainable Yield (MSY) als doel-
stelling te hanteren. Ook bracht hij de herziening van het kabeljauwherstelplan voor de
Noordzee en het voorstel tot herziening van de technische maatregelen (einde 2007)
onder de aandacht van de Raad. De Raad heeft van de toelichting van de Commissaris
kennis genomen.
f) Toegestane vangsthoeveelheid voor zandspiering in 2007
Denemarken heeft haar verzoek tot ophoging van de toegestane vangsthoeveelheid van
zandspiering voor 2008 toegelicht. Een aantal lidstaten steunde het Deens verzoek.
Commissaris Borg gaf aan dat de International Council for the Exploration of the Seas
(ICES) is gevraagd naar beter inzicht. Overigens is naar zijn oordeel het beheer de
afgelopen jaren verbeterd. Hij is bereid tot een ophoging van de Total Allowable Catches
(TAC).
g) Illegaal gebruik van drijfnetten
De delegatie van het Verenigd Koninkrijk wees op verontrustende berichten dat het
verbod op drijfnetten niet wordt nageleefd. Commissaris Borg verwees in zijn antwoord
naar het besluit van de Raad over de aanpassing van de definitie van drijfnetten en onder-
streepte dat het verbod natuurlijk volledig gerespecteerd moet worden. Er wordt bij
overtreding tegen lidstaten opgetreden door de Commissie, zoals het inroepen van een
infractieprocedure.
A-punten (zie tevens bijlage I)
De Raad heeft onder de A-punten onder andere goedkeuring gegeven aan het meerjaren-
plan voor schol en tong in de Noordzee. In dit plan is het politiek akkoord van de Raad van
december 2006 in wetgeving verwerkt. Het plan betreft alle vloten die schol, tong of beide
in belangrijke mate aanlanden. Volgens het beheerplan zal het aandeel van het volwassen
schol- en tongbestand dat gevangen mag worden jaarlijks met 10% moeten afnemen. Op
basis hiervan stelt de Raad ieder jaar de toegestane vangsthoeveelheden vast. Deze zullen
jaarlijks met maximaal 15% mogen fluctueren. Naast vangstquota neemt de Raad jaarlijks
besluiten over de maximale hoeveelheid visserij-inspanning in de vorm van toegestane
zeedagen om de vangstquota op te vissen. Overeengekomen is dat de totale visserij
inspanning in ieder geval niet mag uitstijgen boven het toegestane niveau van 2006.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
21 juni 2007 IZ. 2007/1385 7
De maatregelen blijven van kracht totdat de visserij op schol en tong zich binnen veilige
biologische grenzen bevindt. Wanneer deze grenzen zijn bereikt, zal de Europese
Commissie een evaluatie uitvoeren in de vorm van een zogenoemde Impact Assessment.
Mede op basis hiervan zal de Raad voor de tweede fase besluiten nemen die erop gericht
zijn deze bestanden op Maximaal Duurzame Opbrengstniveaus (het zogenoemde
Maximum Sustainble Yield of MSY-principe) te exploiteren. Tijdens de wereldtop over
duurzame ontwikkeling in Johannesburg in 2002 is overeengekomen dat de visbestanden
overal zoveel mogelijk volgens het MSY-principe beheerd moeten worden.
Het beheerplan vormt het belangrijkste instrument voor het beheer van platvis in de
Noordzee en zal bijdragen tot het herstel van de bestanden van schol en tong en van
andere bestanden zoals kabeljauw.
De uitvoering van het plan heeft ingrijpende gevolgen voor de Nederlandse platvissector.
De verwachting is dat de komende jaren de mogelijkheden om op tong en schol te vissen
met zeker enkele tientallen procenten zullen afnemen. Naast de noodzaak om te inno-
veren zal een verdere herstructurering van de boomkorvloot dan ook onvermijdelijk zijn.
Bij de aanneming van dit meerjarenplan hebben de Raad en de Commissie gewezen op de
noodzaak van verbetering van de selectiviteit in de visserij op platvis in de Noordzee. De
Commissie zal een studie uitvoeren naar de invloed van bestaande en alternatieve visserij-
methoden op het ecosysteem. Op basis daarvan wordt een actieplan opgesteld dat gericht
is op de invoering van alternatieve duurzamere visserijmethoden.
De Commissie zal haar voorstellen voor de toegestane vangstmogelijkheden van schol en
tong in de Noordzee voor 2008 baseren op de afspraken uit het meerjarenplan. Voor het
eerst zal de Commissie ook een voorstel doen voor de maximaal toegestane visserij-
inspanning op platvis in 2008. Van belang is dat de hoeveelheid zeedagen juist voldoende
is om de toegestane vangsthoeveelheden op te vissen.
De Raad heeft eveneens het herstelplan voor aal goedgekeurd. Het Europese herstelplan
heeft als doelstelling dat 40% van de volwassen paling (ten opzichte van de ongestoorde
situatie) kan ontsnappen en kan gaan paaien op de Atlantische oceaan. Elke lidstaat moet
daarom voor 31 december 2008 een beheerplan opstellen. Als een lidstaat dit niet doet of
als de Europese Commissie het plan afkeurt, moet deze lidstaat de visserij-inspanning of
de aalvangst met de helft verminderen.
Ik ben verheugd dat er nu eindelijk, mede op Nederlands verzoek, een plan ligt om de
Europese palingstand te herstellen. Ik ben van mening dat het plan voldoende robuuste
afspraken bevat voor herstel van het bestand, en tegelijkertijd voldoende flexibiliteit biedt
voor de landen die maatregelen moeten treffen om het doel te halen.
Voor Nederland gaat het om maatregelen die met name de beroepsvisserij en sportvisserij
betreffen, zoals bijvoorbeeld het sluiten van bepaalde gebieden of het verbieden van
palingvisserij gedurende een bepaalde periode. Andere maatregelen moeten ervoor
zorgen dat de paling gemakkelijker waterkrachtcentrales, stuwen en gemalen kan
passeren. Verder behoort het uitzetten van glasaal tot de mogelijkheden.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
21 juni 2007 IZ. 2007/1385 8
Mede door mijn inzet heeft de Landbouw- en Visserijraad ervoor gezorgd dat een deel van
de verplichte uitzet van glasaal ingezet kan worden voor aquacultuur (viskweek), een voor
Nederland belangrijke sector. Met behulp van aquacultuur kan glasaal eerst verder
worden opgekweekt om vervolgens te worden uitgezet. Voordeel daarvan is dat de
overlevingskans dan veel groter is.
De Raad heeft verder het herstelplan voor blauwvintonijn, zoals in de internationale
tonijnorganisatie is overeengekomen, goedgekeurd.
Ook werd zoals verwacht het voorstel voor de definitie van kalfsvlees aangenomen. Ik ben
blij dat over dit onderwerp nu eindelijk een breed gedragen akkoord is bereikt. Voor de
Nederlandse kalfsvleessector is dit een belangrijk akkoord. Vanwege het ontbreken van
een Europese definitie voor kalfsvlees heeft Nederland in het verleden namelijk de nodige
problemen gehad met de vermarkting van kalfsvlees bij de afzet in landen als Italië en
Frankrijk. Deze landen wensten, ook voor geïmporteerd vlees, een andere slachtleeftijd
aan te houden dan Nederland. Met het akkoord, dat ook door het Nederlandse bedrijfs-
leven is gesteund, behoren dergelijke strubbelingen tot het verleden.
Verder werden het voorstel voor de opschorting van de mogelijkheid voor maïsinterventie
en het bijbehorende financieringsvoorstel, de verlenging van de aardappelzetmeel-
quotering met twee jaar, de richtlijn voor de bestrijding van aardappelcysteaaltjes en de
Raadsconclusies betreffende procedurele beginselen voor afspraken met derde landen op
veterinair en fytosanitair gebied aangenomen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
21 juni 2007 IZ. 2007/1385 9
Bijlage 1
De volgende punten zijn als A-punt, dat wil zeggen zonder verdere discussie, door de Raad
aangenomen:
- Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de afzet van vlees van runderen
die niet ouder zijn dan 12 maanden;
- Aanneming
a) van een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 1784/2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de
sector granen;
b) van een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG)
nr. 1883/78 betreffende de algemene regels voor de financiering van de inter-
venties door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw,
afdeling Garantie;
- Aanneming van een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 1868/94 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie
van aardappelzetmeel;
- Aanneming van een richtlijn van de Raad betreffende de bestrijding van aard-
appelcysteaaltjes;
- Benoeming door de Raad van een lid van de raad van bestuur van de Europese
Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA);
- Procedurele beginselen voor afspraken met derde landen op veterinair en fyto-
sanitair gebied; ontwerpconclusies van de Raad;
- Aanneming van een verordening van de Raad inzake het gebruik van uitheemse
en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur;
- Aanneming van een besluit van de Raad houdende wijziging van Besluit
2004/585/EG tot oprichting van regionale adviesraden in het kader van het
gemeenschappelijk visserijbeleid;
- Voorstel voor een Verordening van de Raad tot vaststelling van maatregelen voor
het herstel van het bestand van Europese aal; politiek akkoord;
- Aanneming van een verordening van de Raad tot vaststelling van een meerjaren-
plan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee;
- Aanneming van een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 41/2007 van de Raad wat betreft het herstelplan voor blauwvintonijn zoals
aanbevolen door de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn
in de Atlantische Oceaan;
- Gemeenschappelijk standpunt van de Raad tot beëindiging van bepaalde
beperkende maatregelen tegen Liberia;
- Associatie met Turkije; wijziging van de handelsconcessies voor verwerkte land-
bouwproducten, besluit betreffende het standpunt van de Gemeenschap met het
oog op een besluit van de Associatieraad;
- Schengenevaluatie van de nieuwe lidstaten - follow-up; ontwerpconclusies over de
uitvoering van het Schengenacquis wat betreft gegevensbescherming na de extra
bezoeken aan Estland, Slowakije en Cyprus.
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit