Time : 17:31:43
Date : 20 June 2007
Sender Name: Everaets & C°
Dr.Vryghem van de Kliniek Sint-Jan zorgt in Belgie als eerste oogchirurg voor revolutionaire doorbraak op vlak van hoornvlieschirurgie
Nieuwste technieken voor behandeling van hoornvliesaandoeningen met
succes toegepast in Brusselse Kliniek Sint-Jan
Brussel, 20 juni 2007 - Sinds 1996 is Dr. Jérôme Vryghem diensthoofd
van de afdeling Oogheelkunde van de Kliniek Sint-Jan in Brussel. In
ons land en ver daarbuiten is hij een autoriteit op het vlak van
oogchirurgie. Dr. Vryghem specialiseert zich onder meer in de
chirurgische behandeling van cataract, in refractieve chirurgie en de
chirurgie van het hoornvlies of cornea. Daarbij streeft hij er steeds
naar de nieuwste chirurgische technieken ter beschikking te stellen
van zijn patiënten. Op die manier draagt hij al jaren actief bij tot
de technologische vooruitgang in zijn vakgebied. Een aantal jaar
terug voerde Dr. Vryghem als eerste oogarts in ons land twee nieuwe
chirurgische technieken in ter behandeling van
hoornvliesaandoeningen. In december 2005 introduceerde hij als eerste
'Ultra-Violet Cross-Linking', een nieuwe behandelingsmethode die
toelaat het hoornvlies te stabiliseren bij patiënten met keratoconus,
een oogaandoening waarbij het onderste deel van het hoornvlies
progressief gaat uitpuilen. In juni 2006 lanceerde hij Descemet
Stripping and Automated Endothelial Keratoplasty (DSAEK), een
techniek die een volledige hoornvliestransplantatie of penetrerende
keratoplastie kan vermijden bij de behandeling van patiënten die niet
meer zien door een oedeem aan het hoornvlies. Sindsdien heeft Dr.
Vryghem beide technieken helemaal op punt gesteld en kunnen patiënten
met hoornvliesaandoeningen in de Kliniek Sint-Jan met succes worden
behandeld. Beide chirurgische technieken zorgen voor een doorbraak in
de behandeling van aandoeningen van het hoornvlies.
Ultra-Violet Cross-Linking
Ultra-Violet Crosslinking is een nieuwe, hoopgevende
behandelingsmethode voor het afremmen en stoppen van de progressieve
vervorming van het hoornvlies (cornea) bij keratoconus. Deze methode
kan zelfs de noodzaak tot een hoornvliestransplantatie (penetrerende
keratoplastie) aanzienlijk doen verminderen. Bovendien is de
behandeling eenvoudig en zijn er quasi geen nevenwerkingen. De
aandoening keratoconus is een niet-inflammatoire, kegelvormige
vervorming van het hoornvlies. Uitpuilend hoornvlies (keratectatische
cornea) toont een duidelijke verminderde elasticiteit in vergelijking
met normaal hoornvlies. Gevolg is dat het hoornvlies de druk in het
oog niet meer kan weerstaan en naar voren uitpuilt. De aandoening
komt meestal aan beide ogen voor. Ze manifesteert zich voornamelijk
na de puberteit, neemt dan progressief toe en leidt op termijn tot
aanzienlijke visuele problemen. In die mate zelfs dat na verloop van
tijd in 20% van de gevallen een hoornvliestransplantatie of
-overplanting noodzakelijk is. Tot nu toe kon geen enkele
behandelingsmethode, zelfs niet het dragen van harde contactlenzen,
de toename van de corneale uitpuiling verhinderen. De nieuwe
behandelingsmethode UV-Crosslinking heeft het voordeel de
voortschrijdende keratoconus wél te kunnen stabiliseren. De
interactie tussen de riboflavine (vitamine B2) en de ultraviolette
stralen verstevigen de vezels van het corneaal collageen. De ingreep
gebeurt ambulatoir en duurt slechts 1 uur. Ze wordt uitgevoerd onder
topische verdoving (door middel van druppels). Allereerst wordt een
dunne, oppervlakkige laag van de cornea (epithelium) afgeschraapt om
de riboflavine beter in de cornea te laten intrekken. Vervolgens
wordt de riboflavine oplossing gedurende 30 minuten op de cornea
aangebracht. Nadien wordt de cornea gedurende 30 minuten bestraald
met UV-stralen.
DSAEK
Bij aandoeningen waarbij het endotheel, de achterste cellenlaag van
het hoornvlies, slecht functioneert, wordt het hoornvlies op termijn
troebel en gezwollen. De cellen kunnen zich niet regenereren of
herstellen. Daarom moeten ze vervangen worden door gezond
donorweefsel, geleverd door de oogbank. De voorbije 50 jaar was de
vervanging van de volledige dikte van het hoornvlies of penetrerende
keratoplastie (PKP) de standaardbehandeling voor patiënten met
endotheliale hoornvliesaandoeningen. Nadeel bij deze klassieke
behandelingsmethode is dat een patiënt tot 2 jaar na een
transplantatie slecht kan blijven zien. In de overgrote meerderheid
van de gevallen blijkt het dragen van een bril of contactlenzen na de
ingreep nodig te zijn. Ook worden de hechtingen pas na lange tijd
verwijderd en kunnen mogelijke wondbreuken een groot risico vormen.
Bij de techniek van DSAEK wordt enkel de zieke laag van het
hoornvlies vervangen, in plaats van de volledige dikte ervan. Er is
dus slechts een kleine, chirurgische incisie in het hoornvlies nodig,
in plaats van een volledige opening van de voorkant van het oog
ingeval van transplantatie. Verder zijn er ook geen hechtingen aan
het hoornvlies vereist. Dit resulteert in een snellere, visuele
rehabilitatie voor de DSAEK-patiënt en een hogere kans dat de patiënt
nadien slechts een lichte brilcorrectie moet dragen om functioneel te
zijn. DSAEK is aangewezen bij die patiënten die een
hoornvliespathologie op de endotheliale laag hebben. In de meeste
gevallen komt dit voor bij patiënten waarbij de endotheliale laag
beschadigd werd tijdens een gecompliceerde cataractoperatie of bij
patiënten die een ziekte van het hoornvliesendotheel hebben, bekend
als Fuch's endotheliale dystrofie.
- Einde persbericht -
Over de Kliniek Sint-Jan
De Kliniek Sint-Jan, gelegen in hartje Brussel, biedt met haar
hooggespecialiseerde team van 1.100 medewerkers een kwalitatief en
uitgebreid verzorgingspakket aan. Het gaat om een totaalzorg
gebaseerd op de erkenning van de lichamelijke, emotionele en sociale
noden van de patiënt. Respect voor de veelheid aan culturen,
overtuigingen en religies staat daarbij centraal. De Kliniek Sint-Jan
bestaat sinds 1211 en kan buigen op acht eeuwen ziekenhuistraditie.