Beantwoording vragen van de leden Ferrier en Van der Staaij over de
veiligheidssituatie in Sri Lanka
20-06-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door de leden Ferrier en Van der Staaij over de
veiligheidssituatie in Sri Lanka. Deze vragen werden ingezonden op 30
mei 2007 met kenmerk 2060716470.
De minister van Buitenlandse Zaken, De minister voor
Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. M.J.M. Verhagen Drs. A.G. Koenders
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de
heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van
de leden Ferrier en Van der Staaij (CDA en SGP) over de
veiligheidssituatie in Sri Lanka.
Vraag 1
Kunt u de Kamer informeren over de huidige ontwikkelingen in de
veiligheidssituatie in Sri Lanka, waarbij u onder andere ingaat op de
erkenning van de regering van Sri Lanka dat het wapenbestand wordt
geschonden?
Antwoord
Vanaf juli 2006 wordt het bestand niet langer nageleefd en dit wordt
door onafhankelijke waarnemers bevestigd. Geen der partijen heeft het
bestand echter officieel opgezegd. Wel heeft de regering te kennen
gegeven in de nabije toekomst het bestand wellicht te willen herzien.
In het noorden zijn (soms hevige) schermutselingen gaande. Daarnaast
worden door de regering dagelijks luchtaanvallen op LTTE-gebied
uitgevoerd. In het oosten is de LTTE uit de door haar eerder
gecontroleerde gebieden verdreven en vinden er guerrilla-activiteiten
plaats. Ook opereren er paramilitairen van de Karuna Fractie, een
afsplitsing van de LTTE. Verder pleegt de LTTE met regelmaat
bomaanslagen op doelen buiten het conflictgebied zelf. De situatie
blijft gespannen.
Vraag 2
Onderschrijft u de standpunten van het Tamil Centrum voor
Mensenrechten, zoals verwoord in hun brief van 28 maart 2007, dat het
vredesproces volledig is mislukt, dat het regeringsleger een actieve
rol speelt bij massamoorden en wreedheden en dat op Sri Lanka een
etnische zuivering dreigt? Zo ja, hoe wordt daarop gereageerd door
Nederland, de Europese Unie en de Verenigde Naties? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord
Het vredesproces is, na de besprekingen van februari 2006 in Genève,
volledig vastgelopen. Beide partijen hebben hieraan schuld. Er is
sprake van een wederzijdse onwil om tot een politiek akkoord te komen.
Er bestaat, volgens onafhankelijke waarnemers, geen bewijs voor
massamoorden of etnische zuiveringen. De mensenrechtensituatie is
zorgelijk. Zowel in LTTE-gebied als in de door de regering
gecontroleerde gebieden komen mensenrechtenschendingen voor. In het
LTTE-gebied is de situatie verslechterd, met name wegens gedwongen
rekrutering. De berichten dat de mensenrechtensituatie in het
regeringsgebied verder verslechtert, zijn niet te verifiëren. In het
oosten blijft de situatie onoverzichtelijk. De Karuna Fractie speelt
voor eigen rechter en maakt zich schuldig aan het rekruteren van
kinderen. De Karuna Fractie heeft, mede op aandringen van Nederland,
onlangs 40 kindsoldaten overgedragen aan het Rode Kruis en UNICEF.
Verder heeft Nederland het voortouw genomen bij het opzetten en
ondersteunen van een Groep van Internationale Waarnemers
(International Independent Group of Eminent Persons) die de
activiteiten van een landelijke onderzoekscommissie naar de schending
van mensenrechten (Commission of Inquiry) kritisch volgt. Rond 12 juni
zullen de internationale waarnemers hun eerste bevindingen openbaar
maken. Hierdoor zal de druk op de Sri Lankaanse overheid om de
mensenrechten na te leven en recente schendingen actief te onderzoeken
verder worden opgevoerd. Tevens probeert Nederland door middel van een
intensieve dialoog de Sri Lankaanse overheid te overtuigen een
gematigde koers te varen. Nederlandse activiteiten worden in
EU-verband afgestemd.
Ook in de VN-Mensenrechtenraad blijft Sri Lanka op de agenda staan.
Afgelopen september werd door de EU in de Mensenrechtenraad een
resolutie over Sri Lanka ingediend. De EU heeft de behandeling van
deze resolutie vooralsnog aangehouden. Indien de mensenrechtensituatie
en de daarmee samenhangende problemen niet volgens de aanbevelingen
van de Groep van Internationale Waarnemers door Sri Lanka worden
aangepakt, zal Nederland er binnen de EU voor pleiten de behandeling
van de resolutie voort te zetten, teneinde de druk op de Sri Lankaanse
overheid nog verder op te voeren.
Vraag 3
Op welke manier kunnen Nederland, de EU en de VN een rol spelen om
verdere escalatie van het conflict en schending van mensenrechten
proberen te voorkomen?
Antwoord
Verdere escalatie van het conflict lijkt onvermijdelijk totdat de
strijdende partijen inzien dat een politieke oplossing geboden is. Via
een informele dialoog tot op het hoogste niveau blijft Nederland dit
standpunt uitdragen. Tegelijkertijd zoekt Noorwegen naar openingen
richting de LTTE teneinde een dialoog te bevorderen. De vooruitzichten
zijn echter niet goed. De officiële Nederlandse en EU-inzet blijft het
werk van de Noorse bemiddelaars zo goed mogelijk te ondersteunen. De
EU, Japan en de VS coördineren zoveel mogelijk hun aanpak via het zo
geheten Co-chair-overleg. De VN spelen geen bemiddelende rol in het
conflict.
Wat betreft de Nederlandse inzet op het gebied van de bescherming van
mensenrechten wordt verwezen naar de beantwoording van vraag twee.
Vraag 4
Wat zijn de gevolgen van de escalatie van het geweld op Sri Lanka voor
het werk van NGO's en in het bijzonder het werk in het kader van de
wederopbouwactiviteiten na de tsunami?
Antwoord
Vanwege de escalatie van het geweld zal het niet mogelijk zijn een
aantal voorziene bilaterale tsunami-wederopbouwactiviteiten in het
oosten en het noorden van Sri Lanka uit te voeren. De lopende
projecten worden zoveel mogelijk uitgevoerd en zullen in december 2008
grotendeels zijn afgerond. Vanwege de huidige omstandigheden wordt de
directe steun aan de Sri Lankaanse overheid beperkt. Programma's via
de Kamers van Koophandel vinden zoveel mogelijk doorgang.
Voor (internationale) hulpverleners geldt Sri Lanka momenteel als één
van de gevaarlijkste gebieden in de wereld om in te werken. Toegang
tot het oosten wordt in sterke mate bemoeilijkt door de Sri Lankaanse
overheid, die in het algemeen tegenover NGO's en VN-organisaties
weinig tegemoetkomend is. De enkele Nederlandse NGO's, die nog
tsunami-rehabilitatieprojecten uitvoeren, opereren niet in de
conflictgebieden en zullen derhalve geringe hinder van het conflict
ondervinden.
De inzet van de Nederlandse regering is nu vooral gericht op de
humanitaire ondersteuning van de bevolking, die ten gevolge van het
conflict ontheemd is geraakt. Nederland heeft in 2007 reeds EUR 1,5
miljoen beschikbaar gesteld aan UNHCR en ICRC. Ook heeft de minister
voor Ontwikkelingssamenwerking de ambassade in Colombo inmiddels
toestemming gegeven een deel van de gealloceerde wederopbouwfondsen om
te zetten in een noodhulpfonds van EUR 6,5 miljoen voor de komende
twee jaar.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken