Senternovem
20-06-2007 | Limburg experimenteerregio voor internationale samenwerking
Maak grensoverschrijdende samenwerking eenvoudiger. Dat is de kern van
het advies dat de Commissie Internationalisering aan de Provincie
Limburg heeft uitgebracht.
De commissie dringt er bij de autoriteiten in Nederland, België en
Duitsland op aan om mee te werken aan de inrichting van een
experimenteerregio in en rond de Provincie Limburg. Daarbinnen kan
ervaring worden opgedaan met grensoverschrijdende samenwerking.
Volgens de commissie wordt het dagelijkse leven in de grensstreken
verhoudingsgewijs zwaar belast door het (voort)bestaan van
landsgrenzen. De grenzen veroorzaken bureaucratie, bestuurlijke drukte
en administratieve (over)last. Hierdoor blijven veel kansen voor
economische ontwikkeling liggen.
De commissie is zich ervan bewust dat er nog een lange weg te gaan is,
maar komt met een groot aantal voorstellen om de situatie te
verbeteren. Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit, een
light-railverbinding Hasselt-Maastricht en een proef voor samenwerking
tussen ziekenhuizen in de regio zijn hier voorbeelden van.
"Limburg wil zich samen met haar buurregio's ontwikkelen tot een
sterke en aantrekkelijke internationale kennisregio", aldus Léon
Frissen, Commissaris van de Koningin in Limburg. "Voor de toekomst van
Limburg is dat essentieel. Wil dat lukken, dan moeten de nationale
overheden van Nederland, België en Duitsland hieraan meewerken en
ruimte bieden voor de totstandkoming van een regionale arbeidsmarkt,
voor grensoverschrijdende zorg en voor grensoverschrijdende
verbindingen. Alleen dan kunnen de economische potenties van deze
grensregio daadwerkelijk benut worden. De Europese Unie zou hierbij
een belangrijke ondersteunende rol kunnen spelen."
De commissie is in 2006 ingesteld door Provinciale en Gedeputeerde
Staten van Limburg en staat onder leiding van Loek Hermans, voorzitter
van MKB-Nederland en oud minister van Onderwijs. Gedeputeerde Staten
van de Provincie Limburg heeft het rapport op hoofdlijnen aanvaard.
Provinciale Staten stellen de komende tijd formeel hun standpunt ten
aanzien van inhoud en aanbevelingen van het rapport vast.