Kamerbrief inzake verslag van de Razeb van 18 en 19 juni 2007
19-06-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
19 juni 2007
Behandeld
G.H.C. van der Lingen
Kenmerk
DIE-942/07
Telefoon
070-3485005
Blad
7/6
Fax
070-3486381
Bijlage(n)
Betreft
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 en 19 juni 2007
Hierbij hebben wij het genoegen u, mede namens de minister voor Ontwikkelings-samenwerking, het verslag te doen toekomen van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 en 19 juni jl.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB)
van 18 en 19 juni 2007.
Algemene Zaken
Voorbereiding Europese Raad (ER) van 21-22 juni a.s.
De Raad sprak kort over de ontwerp-conclusies van de Europese Raad van 21-22 juni a.s. Sommige lidstaten deden op onderdelen nog beperkte tekstvoorstellen, maar inhoudelijke discussies vonden niet plaats. Overigens betrof dit agenda onderdeel niet het onderwerp verdragswijziging, maar de andere onderdelen van de conclusies (over Justitie en Binnenlandse Zaken; economische, sociale en milieu-onderwerpen; en externe betrekkingen). In de geannoteerde agenda Europese Raad, die uw Kamer separaat toegaat, wordt nader ingegaan op een aantal onderwerpen in dit gedeelte van de ontwerp-conclusies.
Proces van verdragshervorming
Op de laatste ontwikkelingen met betrekking tot het proces van verdragshervorming zal nader worden ingegaan in de geannoteerde agenda van de Europese Raad van 21-22 juni a.s., die uw kamer separaat zal toegaan.
Global approach to migration
De Raadsconclusies over dit onderwerp werden zonder discussie aangenomen. Malta vroeg aandacht voor migranten die in de Middellandse Zee worden opgepikt en benadrukte in dit verband het belang van solidariteit tussen de Lidstaten.
Het Voorzitterschap concludeerde dat op dit onderwerp in een later stadium in Raadskader zou worden teruggekomen.
Externe Betrekkingen
WTO /DDA (Doha Development Agenda)
Commissaris Mandelson schetste aan de vooravond van het G-4 overleg (Brazilie, EU, India en de VS) in Potsdam zijn verwachtingen over het mogelijke verloop van deze voor de WTO-onderhandelingen bijzonder belangrijke bijeenkomst. In dit verband ging hij ook in op de obstakels die nog overwonnen zullen moeten worden.
Nederland sprak uitdrukkelijke steun uit voor het streven van de Europese Commissie om tot een ambitieus en evenwichtig akkoord te komen. Hierbij werd aangegeven dat de Commissie haar flexibiliteit ten volle diende te gebruiken, maar tegelijk de rode lijnen van de Lidstaten diende te respecteren. Hierbij werd het belang onderstreept van goede coördinatie tussen de Europese Commissarissen Mandelson (Handel) en Fischer Boel (Landbouw).
Intensivering van de onderhandelingsactiviteiten in Genève voor de zomer hangt in belangrijke mate af van de uitkomsten van het G-4 overleg. Tijdens de extra ingelaste RAZEB op 25 juni a.s. zal Mandelson de Lidstaten informeren over het verloop en de uitkomst van de G4-bijeenkomst.
Cuba
De ministers waren stelden conclusies vast waarin een aanbod wordt gedaan aan Cuba voor het starten van een brede politieke dialoog inclusief mensenrechten. Een Cubaanse delegatie zal worden uitgenodigd om op korte termijn naar Brussel te komen voor de eerste exploratoire gesprekken die moeten leiden tot het opstarten van een brede politieke dialoog, waarin mensenrechten ook aan de orde komen. De ministers besloten op deze Raad niet over te gaan tot evaluatie van het Gemeenschappelijk Standpunt. Hiermee blijft de in 2005 afgesproken opschorting van de in 2003 ingestelde maatregelen van kracht.
Europees Nabuurschapsbeleid
De Raad nam conclusies aan waarin het voortgangsrapport van het Voorzitterschap inzake de versterking van het ENB werd bekrachtigd. In de Voorzitterschapsconclusies van de Europese Raad zal een verwijzing naar deze Raadsconclusies worden opgenomen. De Commissie werkt momenteel aan specifieke voorstellen voor de nadere uitwerking van de versterking van het ENB, welke in een later stadium aan de Raad zullen worden voorgelegd. De bespreking in de RAZEB concentreerde zich voornamelijk op de balans in aandacht die in het ENB wordt geschonken aan respectievelijk de oostelijke en de zuidelijke buurlanden van de Unie. Daarnaast pleitte een aantal ministers ervoor om onderhandelingen met Georgië te starten over visumfacilitatie, overigens zonder dat hierover een besluit genomen werd.
Centraal-Azië Strategie
De EU Strategie voor Centraal-Azië werd door de Raad goedgekeurd. De strategie zal aan de Europese Raad worden voorgelegd ter aanname en als bijlage worden gevoegd bij de voorzitterschapsconclusies van de Europese Raad. Uit de discussie in de Raad kwam naar voren dat de vaststelling van de strategie het begin van een proces is: de nadruk dient te liggen op implementatie van de strategie en versterking van de rol van de EU in Centraal-Azië. In dit verband deelde het Voorzitterschap mee dat op 30 juni een tweede trojka-overleg met de ministers van Buitenlandse Zaken van de vijf Centraal-Aziatische landen plaats zal vinden.
Westelijke Balkan
De Raad sprak kort over de hervatting van onderhandelingen voor een Stabilisatie- en Associatie Overeenkomst (SAO) met Servië tegen de achtergrond van de verbeterde Servische samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal. Gerefereerd werd aan het positieve oordeel dienaangaande van ICTY-hoofdaanklager Del Ponte en de recente arrestatie van de verdachte Tolimir en inmiddels ook van Djordjevic.
Volgens de Europese Commissie is het vanuit technisch oogpunt goed mogelijk om de onderhandelingen spoedig af te ronden, maar stelt zij tegelijkertijd - met onder meer Nederland - dat volledige samenwerking met het tribunaal een noodzakelijke voorwaarde blijft voor de uiteindelijke ondertekening van de SAO. Op voorstel van Nederland is in de conclusies geëxpliciteerd dat de Raad besluit over ondertekening.
Verder werd gesproken over de stand van zaken rond een nieuwe resolutie over Kosovo in de VN-Veiligheidsraad. Binnen het internationale krachtenveld blijft enerzijds vooral Rusland zich vooralsnog verzetten tegen een oplossing die niet voor alle partijen acceptabel is, anderzijds zijn er ook voorstanders van desnoods unilaterale erkenning van de onafhankelijkheid van Kosovo. De Raad benadrukte dat de EU in deze kwestie gezamenlijk moet optrekken. Verschillende ministers deelden expliciet het Nederlandse standpunt dat wordt gehecht aan een nieuwe resolutie die de oplossing van de Kosovo-kwestie mogelijk maakt, omdat die nieuwe resolutie de volkenrechtelijke basis zal moeten vormen voor het internationale toezicht, inclusief de EU-betrokkenheid bij de implementatie daarvan.
De discussie over Kosovo zal overigens gedurende de Europese Raad bij het diner van de ministers van Buitenlandse Zaken worden voortgezet, aangezien er vanwege de ontwikkelingen in het Midden-Oosten en de bijeenkomst met de Israë lische minister van Buitenlandse Zaken Livni onvoldoende tijd beschikbaar was om de bespreking over Kosovo af te ronden.
MOVP (Midden Oosten Vredes Proces)
De ministers spraken uitgebreid over de recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten. De gewelddadige machtsgreep van Hamas in Gaza werd in scherpe bewoordingen veroordeeld. De Raad riep op tot onmiddellijke beëindiging van de gewelddadigheden en herstel van de legitieme autoriteit. De ministers spraken hun volle steun uit voor President Abbas en de door hem vanwege de noodtoestand benoemde tijdelijke regering onder leiding van premier Fayyad. De Raad verlengde de looptijd van het tijdelijke internationale mechanisme (TIM) met drie maanden. Via dit kanaal kan de humanitaire en economische hulp aan de burgerbevolking worden voortgezet.
De Raad achtte het van groot belang een duidelijk signaal af te geven ter ondersteuning van de gematigde krachten in de Palestijnse gebieden. Nu Hamas geen deel meer uitmaakt van de Palestijnse regering, is het, ook naar inzicht van Nederland, mogelijk om directe financiële steun aan de nieuwe regering te hervatten. Alhoewel de mogelijkheden van de Europese Unie worden beperkt door de veiligheidssituatie, zal het toezicht van de EU-missie op de grensovergang Raffah worden hervat en zal de institutionele capaciteitsopbouw worden versterkt. Ter verbetering van de veiligheidssituatie besloot de EU de steun aan de Palestijnse civiele politie te hervatten.
De Raad aanvaardde zonder verdere discussie voorbereide conclusies over Libanon.
En marge van de Raad spraken de ministers met hun Israëlische collega Livni. Zij stelde dat een definitieve oplossing van het conflict met de Palestijnen alleen kan worden gevonden in onderhandelingen tussen de twee partijen en dat de gesprekken tussen premier Olmert en president Abbas zouden worden voorgezet. Israël steunt de nieuwe regering van Fayyad. In reactie op de oproep van de EU om douanegelden vrij te geven, zei zij dat Israël dit van plan was. Ook stelde zij dat Israël van plan was wegversperringen op de Westelijke Jordaanoever op te heffen. Israël was niet voornemens om de Gaza-strook volledig af te sluiten en samen te werken met humanitaire organisaties. Voorts sprak zij haar grote zorgen uit over de raketbeschieting door Hezbollah van Noord-Israël vanuit Zuid-Libanon. Minister Livni sprak verder Israëlische bezorgdheid uit over het nucleaire programma van Iran en riep de Europese Unie op tot een zo robuust mogelijke reactie op de nucleaire aspiraties van Iran.
EU-Arabische Liga
In vervolg op de bijeenkomst met de Arabische Liga en marge van de RAZEB in mei 2007, werd kort gesproken over de mogelijkheden om de dialoog met deze organisatie over onderwerpen van wederzijds belang (zoals de situatie in het Midden-Oosten) een wat meer gestructureerde vorm te geven. Voorgesteld werd om hierover tijdens de volgende RAZEB nader te spreken op basis van in Raadskader voorbereide conclusies.
Iran
Met betrekking tot Iran nam de Raad conclusies aan waarin wordt betreurd dat Iran nog steeds niet voldoet aan het verlangde in VNVR resolutie 1747. De ministers spraken steun uit voor de inspanningen van Hoge Vertegenwoordiger Javier Solana om Iran terug naar de onderhandelingstafel te brengen. De Raad verklaarde zich opnieuw voorstander van een diplomatieke oplossing maar gaf tegelijkertijd aan bereid te zijn tot het nemen van verdere passende maatregelen (aanvullende sancties) onder artikel 41 van het VN-Handvest, die in resolutie 1747 in het vooruitzicht werden gesteld in geval van niet-naleving.
Sudan/Darfur
De Raad besprak de zorgelijke situatie in Sudan/Darfur en de mogelijkheden voor de Europese Unie om een intensievere rol te spelen bij de oplossing van dit conflict.
In de discussie werd de uiteindelijke instemming van de Sudanese regering met de komst van een hybride AU/VN vredesmacht voorzichtig verwelkomd. Verschillende ministers wezen er op dat het nog enige tijd zal duren voordat de nieuwe missie volledig ontplooid is. Tot dat moment dient de financiering van AMIS zeker te worden gesteld. Een aantal lidstaten, waaronder Duitsland en Nederland, gaf een overzicht van (nieuwe) financiële bijdragen aan AMIS en riep andere lidstaten op tot aanvullende bijdragen, boven hetgeen de Europese Commissie reeds heeft toegezegd. Tijdens de uitgebreide Contact Groep, die op 25 juni a.s. in Parijs bijeen zal komen, zal verdere aandacht worden besteed aan de financiering van AMIS.
Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, wezen op het belang dat de Europese Unie zich ook richt op het bevorderen van een politieke oplossing in Darfur. Uiteindelijk zullen de EU inspanningen op veiligheids- en humanitair terrein geen duurzame oplossing voor de crisis bewerkstelligen. De politieke inzet zou gericht moeten zijn om alle rebellengroeperingen aan de onderhandelingstafel te krijgen teneinde een duurzame politieke oplossing te bereiken.
Voorts werd gesproken over de regionale dimensie van het conflict, in het bijzonder de situatie in het buurland Tsjaad. Momenteel worden de mogelijkheden bezien om aldaar als EU een bijdrage te leveren aan verbetering van de humanitaire en veiligheidssituatie in de grensstreek met Soedan, zodat gevluchte bewoners kunnen terugkeren.
Alhoewel aanvullende sancties voor het moment niet aan de orde zijn in het licht van het Sudanese instemming met de nieuwe vredesmacht, achtte een aantal lidstaten, waaronder Nederland, het van belang dat sancties als pressiemiddel niet uit het oog worden verloren zolang de hybride AU/VN-vredesmacht daadwerkelijk operationeel is.
Moratorium doodstraf
De Raad verwelkomde het Italiaanse voorstel inzake een EU-initiatief om in VN-kader tot een wereldwijd moratorium op de doodstraf te komen. De Raad besloot dat een gemeenschappelijk initiatief zal worden uitgewerkt om een resolutie over een moratorium op de doodstraf in te dienen tijdens de 62e zitting van de AVVN, welke dit najaar aanvangt. Omdat nog niet zeker is gesteld dat een EU-initiatief in VN-kader op voldoende steun van andere landen kan rekenen, is er van afgezien om reeds tijdens de huidige (61e) AVVN een resolutie in te dienen. Initiatiefnemer Italië tekende bij dit besluit aan instemming te zullen zoeken van het nationale parlement, dat had verzocht om indiening tijdens de 61e AVVN.
Libië
Commissaris Ferrero-Waldner informeerde de Raad dat de besprekingen met Libi ë over het lot van de Bulgaarse verpleegsters en de Palestijnse co-assistent goed verliepen. Zij ging verder niet op de details in vanwege de lopende besprekingen en zei de Raad te zullen informeren indien er nadere ontwikkelingen zijn.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken