Gemeente Nijmegen

Onderzoek naar mogelijkheden bezoekerscentrum onder de Waalbrug

19/06/2007

Staatsbosbeheer, het Natuurmuseum Nijmegen, het Milieu Educatie Centrum Nijmegen, het IVN en de gemeente Nijmegen gaan gezamenlijk de mogelijkheden onderzoeken voor de realisatie van een Natuurcentrum Rivieren Nederland. Als locatie voor dit bezoekerscentrum wordt gedacht aan een plek onder de Waalbrug, een unieke locatie op de grens tussen stad en natuur.

Het haalbaarheidsonderzoek naar natuurcentrum komt voort uit het plan Ooijpoort dat in 2005 is vastgesteld door de gemeenteraad. Hierin werd opdracht gegeven de haalbaarheid te onderzoeken van verplaatsing van het Natuurmuseum in combinatie het de huisvesting van enkele andere natuur- en milieuorganisaties. Lopende dit onderzoek heeft Staatsbosbeheer aangegeven dat ze de mogelijkheden voor een bezoekerscentrum in Nijmegen wil onderzoeken.

Het realiseren van een gezamenlijke huisvesting heeft voor alle partijen een meerwaarde, zowel op het gebied van exploitatie als in de mogelijkheden voor het activiteitenaanbod. Bovendien zou Nijmegen een nieuwe toeristische trekker krijgen in de vorm van een interessant centrum op het gebied van natuur en milieu. De beoogde locatie onder de Waalbrug is niet alleen heel geschikt vanwege de ligging tussen stad en natuur. De plek ligt vlakbij andere musea en toeristische voorzieningen en is goed bereikbaar met trein en bus.

Zaken die de komende tijd onderzocht gaan worden zijn onder andere de precieze invulling van het bezoekerscentrum en de manier waarop de verschillende partijen gaan samenwerken in het centrum. Voor de locatie onder de Waalbrug, met een voetgangersverbinding richting Stadswaard, moeten de ruimtelijke randvoorwaarden verder worden uitgewerkt. Daarnaast moet de financiële haalbaarheid van het plan verder worden onderzocht en moet er een exploitatievoorstel komen. Staatsbosbeheer en de gemeente Nijmegen betalen elk de helft van de onderzoekskosten. Begin 2008 zal er naar verwachting duidelijkheid zijn over de haalbaarheid van het Natuurcentrum.