DJI borgt aanpak onderlinge agressie en geweld

Om het ziekteverzuim en problemen met onderlinge agressie en geweld verder terug te dringen, maakt de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) de afspraken en doelstellingen uit het arboplusconvenant DJI tot vast onderdeel van het DJI-brede personeelsbeleid. De aanpak is ook gericht op een verbetering van het loopbaanperspectief van DJI-medewerkers. Dat stelt de dienst in reactie op het slotakkoord van het arboplusconvenant DJI, dat vandaag is gepubliceerd.

In maart 2005 heeft de DJI samen met de vakorganisaties en het ministerie van SZW in het arboplusconvenant DJI vergaande afspraken gemaakt over terugdringen van het ziekteverzuim en de onderlinge agressie en geweld. Uit het slotakkoord blijkt dat de kwantitatieve doelstellingen van het convenant niet zijn gehaald, maar dat de problemen wel bespreekbaar zijn geworden en in alle geledingen van de organisatie op de agenda staan. Op onderdelen zijn wel verbeteringen gerealiseerd en op diverse locaties zijn de eerste verbeteringen zichtbaar. De convenantperiode bleek echter te kort om de opgedane ervaring in alle overige inrichtingen te implementeren.

Aanleiding voor het arboplusconvenant waren de bevindingen dat DJI-medewerkers meer dan medewerkers elders werden geconfronteerd met onderlinge agressie en geweld door collega's of leidinggevenden. Ook bleek de mobiliteit onder DJI-medewerkers laag en het ziekteverzuim hoog. De afspraken uit het convenant zijn in de afgelopen twee jaar uitgewerkt in verschillende projecten. Met twaalf pilots in verschillende inrichtingen binnen het gevangeniswezen, de jeugdinrichtingen en de landelijke diensten is ervaring opgedaan met verschillende aanpakken en benaderingswijzen. Op alle overige locaties van het gevangeniswezen is een traject 'onderlinge agressie en geweld' uitgevoerd. Omdat internationaal weinig bekend is over effectieve methodes om onderlinge agressie en geweld aan te pakken, is verder aanvullend onderzoek gedaan.

In vergelijking met 2004 is het aantal DJI-medewerkers dat geconfronteerd werd met ongewenste seksuele aandacht en intimidatie min of meer gelijk gebleven. Dat geldt ook voor het aantal medewerkers dat aangeeft voldoende loopbaanperspectief te hebben. Het ziekteverzuim en het aantal medewerkers dat werd geconfronteerd met lichamelijk geweld is wel gedaald, maar minder dan beoogd. Verder blijkt uit de evaluatie dat de aanpak wel heeft geleid tot bewustwording en het bespreekbaar maken van de problematiek. Ook is veel kennis en ervaring opgedaan over de effectiviteit van mogelijk inzetbare instrumenten. Het slotakkoord formuleert op dit vlak een aantal aanbevelingen.

De aanpak van ziekteverzuim en onderlinge agressie en geweld is een langdurig proces. Daarom gaat DJI - in overleg met de medewerkers en de vakorgganisaties - de aanpak van het arboplusconvenant verder uitwerken in het eigen personeelsbeleid. Dit betreft onder meer bestaande en nieuwe programma's voor leiderschapsontwikkeling, organisatiecultuur, loopbaanperspectief en personele veiligheid. 'Maatwerk' en 'communicatie' zijn daarbij de kernwoorden. De uitvoering en monitoring van de plannen wordt belegd bij een aparte commissie van werkgevers en werknemers. Hierover worden met de vakorganisaties afspraken gemaakt in het Georganiseerd Overleg.

Noot voor redacties (