Ernst & Young: Bedrijven kiezen voor hogere investeringen interne beheersing
19 juni 2007 - Uit internationaal onderzoek naar de interne beheersing bij niet-SEC genoteerde ondernemingen blijkt dat driekwart van de bedrijven meer gaat investeren in interne beheersingsssytemen. Het onderzoek van Ernst & Young toont aan dat die investeringen worden gedaan ter verbetering van operationele prestaties, en niet slechts worden gedreven door compliance-regelgeving. Ernst & Young deed in 17 landen onderzoek naar de interne beheersing bij niet-SEC genoteerde ondernemingen met een omzet groter dan ¤1 miljard.
Ondanks forse investeringen in het verleden blijkt uit het onderzoek dat een groot aantal CFO's en internal audit directors van mening is dat de interne beheersing ineffectief is. De belangrijkste leemtes hebben betrekking op beheersmaatregelen ten aanzien van internationale uitbreiding, post-acquisitie-integratie en onroerend goed- en bouwprojecten. Daarnaast wordt de interne beheersing van wijzigingen in de IT-omgeving en toegangsbeveiliging genoemd als punt van zorg.
Het onderzoek richt zich op de vraag of ondernemingen, waarvoor Sarbanes-Oxley niet van toepassing is, investeren in interne beheersing. Daarnaast is de effectiviteit van beheersing op financiële, operationele en IT-gerelateerde gebieden onderzocht en is vastgesteld wat de mogelijke voordelen voor ondernemingen zijn.
Fred Steffan, partner van Ernst & Young Advisory in Nederland legt uit: 'Ondernemingen erkennen het belang en de invloed van adequate interne beheersing op de bedrijfsprestaties. Uit ons onderzoek blijkt dat een meer professionele benadering van de interne beheersing door de ondernemingsleiding kan bijdragen tot het behalen van concurrentievoordeel'.
Bevindingen
Investeerders stellen in toenemende mate eisen aan transparantie en wensen geen verrassingen. Het onderzoek geeft aan dat 50% van de respondenten 'de positieve invloed op het vertrouwen van investeerders' als belangrijkste reden ziet voor toekomstige investeringen in interne beheersing. Andere redenen voor toekomstige investeringen zijn mogelijke voordelen voor de onderneming, vooral ten aanzien van verbeteringen in processen en de onderliggende beheersstructuur (89%), en een verbeterde kennis van belangrijke risicogebieden (86%).
Een groot aantal respondenten was zich bewust van leemtes of zwakke beheersing van potentiële risicogebieden. Op het gebied van financiële beheersing betrof het vooral contractadministratie (48%), uitgestelde betalingen en ontvangsten (37%) en belastingen (37%). Het gedeelte van de respondenten dat financiële beheersmaatregelen als 'erg effectief' classificeerde, was in alle gevallen relatief beperkt.
Op het gebied van de niet-financiële beheersing is in in bijna iedere categorie in belangrijke mate ruimte voor verbetering (20-40% van de respondenten geeft aan dat er sprake is van 'ruimte voor verbetering'). Een opvallend aantal respondenten (10-30%) gaf het antwoord 'weet niet'. Hieruit valt op te maken dat er sprake is van leemtes in de beheersomgeving van desbetreffende ondernemingen. De belangrijkste gebieden waar sprake is van ruimte voor verbetering zijn:
* Uitbreiding naar nieuwe internationale markten (59%)
* Post-acquisitie-integratie (58%)
* Onroerend goed-/bouwprojecten (55%)
* Bedrijfscontinuïteit en planning (54%)
* IT-implementatie en upgrades (51%)
Fred Steffan merkt op, 'Het is een belangrijk punt van zorg voor de directie en andere belanghebbenden als de verantwoordelijken voor interne beheersing aangeven dat ze niet weten wat er gebeurt. Gelukkig erkennen velen de gevaren en geeft de helft van de respondenten aan dat er de komende twaalf maanden zal worden geïnvesteerd in deze gebieden.'
De meeste respondenten (57%) hanteren een evenwichtige benadering ten aanzien van het monitoren van beheersmaatregelen op strategisch, compliance, operationeel en financiële verslaggevingsgebied. 21% van de respondenten toetst alleen de beheersmaatregelen op het gebied van financiële verslaggeving. Fred Steffan geeft aan: 'deze onevenwichtige aanpak kan betekenen dat beheersmaatregelen ten aanzien van een aantal belangrijke andersoortige risico's niet met een kritische blik worden bekeken.'
Ontbrekende factor
Volgens de respondenten is een belangrijke ontbrekende factor in de interne beheersing een formeel programma ter preventie van fraude - 68% beschikt niet over een dergelijk preventieprogramma, terwijl meer dan een derde van de respondenten zegt fraudepreventie belangrijk of zeer belangrijk te vinden.
De onderzoeksresultaten wijzen verder uit dat de inschatting van de status van interne beheersing afhankelijk is van de rol van de respondent. Terwijl 36% van de CFO's aangeeft dat de risicoanalyse zowel operationele- als bedrijfsrisico's afdekt, denkt slechts 19% van de internal audit directors dat deze risicogebieden binnen hun onderneming zijn beoordeeld.
Inge Boets, Global Business Risk Services Leader van Ernst & Young, voegt hieraan toe, "CFO's beginnen zich af te vragen waar de interne beheersingsagenda breder moet worden ingestoken dan alleen compliance. De oplossing is om balans te vinden tussen financiële beheersmaatregelen en bredere ondernemings- en operationele beheersmaatregelen."
'Het instellen van een interne beheersingsinfrastructuur die de gehele organisatie effectief afdekt, zal de risico's mitigeren die momenteel nog over het hoofd worden gezien of worden onderschat. Dit leidt tot belangrijke voordelen voor de onderneming. Ondernemingen moeten zich afvragen of ze het belang van interne beheersing binnen hun organisatie juist inschatten. Interne beheersing leidt immers niet slechts tot een onderneming die compliant is, maar vooral ook tot een betere onderneming,' aldus Boets.
Andere belangrijke onderzoeksbevindingen zijn:
* 75% van de betrokken ondernemingen is van plan additionele investeringen te doen in de komende 12-24 maanden, ter versterking van de interne beheersing. Deze versterking is onder andere gericht op het vergroten van de aandacht voor belangrijke ondernemings- en operationele risicogebieden (51%) en IT (49%), het op één lijn brengen van interne beheersing, strategie en de belangrijkste risico's (44%), en het verbeteren van algemene ondernemingsbrede beheersmaatregelen (42%);
* Meer dan een derde (35%) voert geen jaarlijkse risicoanalyse uit;
* Ondanks het feit dat 72% van de respondenten de risico's beoordeelt op strategisch, operationeel en financiële verslaggevingsgebied, heeft slechts 57% een programma om de gerelateerde beheersmaatregelen te monitoren en toetst 21% slechts de financiële beheersmaatregelen.
* 40% van de audit committees is actief betrokken bij het vaststellen van de effectiviteit van interne beheersmaatregelen, 16% heeft een beperkte betrokkenheid.
Over het onderzoek
Ernst& Young heeft de Internal Control Survey 2007 "From compliance to competitive edge: new thinking on internal control"uitgevoerd onder 140 grote ondernemingen in 17 landen, verdeelt over 20 sectoren. Deze ondernemingen zijn niet genoteerd aan de Amerikaanse beurs, en Sarbanes-Oxley is daarom niet van toepassing voor deze ondernemingen, hoewel lokale wet- en regelgeving ten aanzien van interne beheersing wel dient te worden gevolgd. De respondenten bestaan uit CFO's, CRO's, controllers en internal audit directors. De helft van de respondenten (52%) bestaat uit ondernemingen met een omzet tussen ¤1 miljard en ¤5 miljard, meer dan 20% heeft een omzet boven ¤10 miljard.
Ernst & Young