PERSBERICHT
G27 willen nieuwe kijk op voortijdig schoolverlaten beter aanpakken
Een nieuwe kijk op voortijdig schooluitval is nodig, om het goed te kunnen bestrijden. Allerbelangrijkste is te weten waarom jongeren niet meer naar school gaan. Vervolgens moet er een gerichte aanpak komen, die aansluit bij de motivatie. Met name de groep jongeren die uitvalt omdat ze 'geen zin meer hebben', heeft aandacht nodig.
Dit stellen de middelgrote gemeenten van Nederland, de G27, in een brief aan minster Plasterk en staatssecretaris Van Bijsterveldt. .
Ook moeten ouders, docenten en anderen inzien dat een klein deel van de jongeren niet over voldoende intellectuele vermogens beschikt om hun schoolloopbaan met een diploma of startkwalificatieniveau af te ronden. Deze jongeren hebben andere begeleiding nodig om een goede arbeidskwalificatie te krijgen. Deze groep mag volgens de G27 niet als schoolverlater worden bestempeld.
De brief van de G27 is gistermiddag door wethouder Eerdmans van onderwijs in Amersfoort overhandigd aan staatssecretaris Van Bijsterveldt. De gemeenten willen graag verder in gesprek gaan over de complexe problematiek van schoolverlaten. Doelstelling is jongeren stimuleren om, soms alsnog, een startkwalificatie te behalen en te investeren in de kwaliteit en samenhang van de onderwijs-, de zorg- en de werkinfrastructuur.
De G27 onderschrijven recente onderzoeken waarin drie groepen jongeren worden beschreven die met schooluitval te maken hebben.
. De niet-willers: dit is de grootste groep die het meest aandacht behoeft om weer terug naar school te leiden.
. De gehinderden: door omstandigheden worden deze jongeren gehinderd in het leren en naar school gaan. Er is een groot aantal mogelijke begeleidings- en ondersteuningstrajecten.
. De niet-kunners: jongeren die over onvoldoende intellectuele vermogens beschikken. Zij hebben andere begeleiding nodig om klaargestoomd te worden om te gaan werken.
De gemeenten willen jongeren de kansen bieden het beste uit zichzelf te halen. Een echte doorbraak is nog niet veroorzaakt, ondanks alle inspanningen op dat gebied. De gemeenten vragen de minister en de staatssecretaris om behalve onderscheid in groepen te maken, ook meer regie te krijgen op de begeleiding van jongeren op ROC's. Dan kan lokaal beter worden samengewerkt. Jongeren moeten beter worden gevolgd met behulp van het onderwijsnummer en koppeling van dossiers.
Gemeente Amersfoort