Opinie 25: 'Te weinig aandacht voor de rol van lichaamsactiviteit bij
overgewicht'
Steeds meer Nederlanders hebben last van overgewicht en lopen daardoor
een verhoogd risico op het krijgen van diabetes en hart- en
vaatziektes. Volgens Anton Scheurink, hoogleraar Neuro-endocrinologie
aan de Rijksuniversiteit Groningen, is er veel aandacht voor de
relatie tussen eten en overgewicht, maar blijft de complexe invloed
van lichaamsactiviteit onderbelicht.
Scheurink: 'Als je kijkt naar onze energiebalans blijkt dat de
hoeveelheid energie die we via voedsel opnemen niet zoveel is
veranderd ten opzichte van de jaren vijftig.' Volgens Scheurink is
vooral ons energieverbruik veranderd. 'Omdat het merendeel van de
Nederlanders, volwassenen en kinderen, veel te weinig beweegt.'
Lichaamsactiviteit is volgens hem niet hetzelfde als sport. 'Veel
mensen denken gelijk aan sport als het over activiteit gaat, maar veel
belangrijker is NEAT.' NEAT (Non-Exercise Activity Thermogenesis) zijn
alle fysieke en onbewuste inspanningen die je gedurende de dag doet.
'Dat kan dus gaan om traplopen, staan in plaats van zitten, dat soort
dingen.'
Lichaamsactiviteit
NEAT is heel persoonsgebonden en stabiel, en wordt gereguleerd door de
hersenen. 'Dat betekent dat als iemand aan sport gaan doen, dit
gecompenseerd gaat worden door de hersenen via een afname van
NEAT-activiteit.' Bij kinderen is dit effect erg goed zichtbaar,
blijkt uit een studie van Wilkins. 'Hij heeft in Engeland gekeken naar
de lichaamsactiviteit van kinderen die op een openbare school zitten,
waar geen geld is voor sport, en kinderen op een particuliere school,
waar ze acht uur per week sporten.' Het blijkt dat er uiteindelijk
geen verschil is in het totaal aan lichaamsactiviteit in een week.
'Dat komt omdat de kinderen van openbare scholen actiever zijn in hun
vrije tijd.' Scheurink tekent daar gelijk bij aan dat sport niet
nutteloos is. 'Sport heeft allerlei voordelen, het verhoogt onder
andere de insuline gevoeligheid en verkleint daarmee de kans op
diabetes. Tevens geldt: jong geleerd is oud gedaan.' Want volwassenen
- die meestal niet zoveel vrije tijd hebben als kinderen om te bewegen
- hebben veel baat bij sport.
Genen en aanleg
NEAT-activiteit verschilt van mens tot mens. De Amerikaanse
onderzoeker Jim Levine heeft hier onderzoek naar gedaan. 'Hij liet
mensen duizend kilocalorieën per dag extra eten. Sommigen kwamen in
korte tijd vele kilo's aan. Anderen helemaal niet.' Levine kwam
erachter dat dit verklaard kan worden uit het feit dat de mensen die
aankwamen heel weinig NEAT-activiteit hadden. Deze activiteit is
persoonsgebonden en wordt bepaald door genen en aanleg.
Individuele adviezen
De bevindingen van bovengenoemde onderzoeken worden ondersteund door
het dierexperimenteel onderzoek dat op het lab van Scheurink wordt
uitgevoerd. 'Dieren die je veel laat eten, gaan of meer bewegen,
waardoor ze weer afvallen, of juist minder, waardoor ze erg snel
aankomen.' Tot welke groep een dier behoort, kan bepaald worden door
te kijken naar specifieke hersenprocessen. Deze door Scheurink
ontwikkelde methode wil hij ook op mensen gaan toepassen. 'Dan kunnen
we beter voorspellen op wat voor manier iemand het beste af kan
vallen.' Het ultieme doel van het onderzoek is een therapie te
ontwikkelen die de NEAT-activiteit stimuleert. Volgens Scheurink maken
al deze nieuwe wetenschappelijke inzichten duidelijk dat er meer
aandacht moet komen voor de rol van lichaamsbeweging bij overgewicht:
een rol die complexer en genuanceerder is dan tot nu toe gedacht.
Curriculum vitae
Anton Scheurink (Hengelo, 1959) studeerde biologie aan de
Rijksuniversiteit Groningen en verrichtte zijn promotieonderzoek (cum
laude, 1989) bij de afdeling dierfysiologie van de RUG. Van 1989-1990
was hij postdoc aan twee universiteiten in Seattle, WA (VS). Daarna
kwam hij als onderzoeker terug bij de RUG, eerst als postdoc, daarna
als KNAW-fellow. Van 1996-1999 was hij universitair docent bij de
afdeling Neurobiologie, en onderzoekscoördinator van het Anorexia
Center van het Karolinska Instituut in Stockholm, Zweden. Van
1999-2004 was hij universitair docent bij de afdeling
Neuro-endocrinologie. Sinds 2004 is hij hoogleraar
Neuro-endocrinologie bij de Faculteit der Wiskunde en
Natuurwetenschappen.
Noot voor de pers
prof.dr. A.J.W. Scheurink: tel. 050-363 2370 (werk), 050-363 2340
(secretariaat), E-mail: a.j.w.scheurink@rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen