Hoge Raad doet op dinsdag 19 juni uitspraak in de zaak Savanna
Het betreft de strafzaak tegen de moeder van de - ten tijde van het
delict - drieëneenhalf jaar oude Savanna. Op 20 september 2004 heeft
de verdachte haar dochter een washandje in de mond gestopt en dat met
een verband vastgezet om te voorkomen dat Savanna het washandje uit
haar mond zou trekken. Vervolgens heeft ze Savanna onder een bed
geduwd en haar daar alleen achter gelaten, waarna het kind - dat ten
gevolge van ondervoeding in een slechte fysieke conditie verkeerde -
is overleden. Daarna heeft de verdachte samen met haar partner het
lichaam van Savanna in de kofferbak van hun auto gelegd en weggevoerd.
Het hof 's-Gravenhage heeft op 26 januari 2006 de verdachte
veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren en
terbeschikkingstelling met dwangverpleging wegens doodslag, medeplegen
van het onttrekken van een lijk aan nasporing en medeplegen van
opzettelijke vrijheidsberoving (meermalen gepleegd). Zie
rechtspraak.nl, LJN AV0466.
Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
De verdachte heeft tegen de veroordeling door het hof beroep in
cassatie ingesteld. De zaak is in cassatie voor haar behandeld door
mr. A.C. Huisman en mr. A.R. Maarsingh, beiden advocaat in Deventer.
Advocaat-Generaal Machielse heeft in zijn conclusie van 20 maart 2007
de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad doet op dinsdag 19 juni, 12.00 uur, uitspraak in deze
zaak.
Een samenvatting van de uitspraak zal rond 12.30 uur worden
gepubliceerd op de website hogeraad.nl/actualiteiten en de volledige
uitspraak (met rolnr. 02398/06) wordt zo snel mogelijk daarna
gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Den Haag, 15 juni 2007
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel. 070 - 3611236
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 15 juni 2007 Naar boven