de persconferentie voor de opening van de Betuweroute op zaterdag 16 juni om
10.00 uur.
Toespraak | 16-06-2007 | Kijfhoek | Minister Camiel Eurlings
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Na zo veel jaar, is hij er dan: de Betuweroute. Die dedicated, high
tech spoorlijn voor goederenvervoer. Voorzien van de modernste
technologie, de eerste spoorlijn uitgerust met het Europese
beveiligingssysteem ERTMS en met de 25.000 volt op de bovenleiding om
de modernste elektrische locomotieven nóg meer trekkracht te geven. De
weg was lang en bij tijden ook flink hobbelig en ik ben ontzettend
blij dat deze dag is aangebroken. De Betuweroute gaat open, het
Nederlandse spoorgoederenvervoer is klaar voor de toekomst.
Na een kleine twintig jaar praten, waarvan twaalf jaar bouwen, zou je
bijna vergeten waaróm de Betuweroute er moest komen. Daar kan ik klip
en klaar over zijn. De Betuweroute is nodig om de groeiende
transportstromen op te vangen én om als Nederland in Europa daarin een
hoofdrol te spelen. Ik zal u ter illustratie wat cijfers geven. In
1996 ging twintig miljoen ton aan goederen over het spoor, tien jaar
later was dat al veertig miljoen ton. Vóór 2020 is het mogelijk dat
het om tachtig miljoen ton gaat. Er komt dus nogal wat op ons af.
Veel van die transportstromen komen in Rotterdam ons land binnen. Met
de komst van de Tweede Maasvlakte in 2012 groeit de capaciteit van de
Rotterdamse haven enorm. Dat komt goed uit, want vanuit China komen
steeds grotere containerschepen onze kant op. Al die goederen vormen
een enorme transportstroom richting achterland. Als de groei, die er
in de komende tien jaar te verwachten valt, allemaal over de weg zou
moeten, zou het flink vastlopen. Om die groei goed af te kunnen
wikkelen hebben we álle modaliteiten nodig. Wegvervoer, binnenvaart én
spoor. Daarnaast ontlast de Betuweroute de bestaande spoorlijnen. Op
de Brabantroute zitten goederen- en personenvervoer elkaar soms flink
in de weg, maar dat is op meer plekken zo. Ook gaat goederenvervoer
per spoor vaak nog midden door steden. De Betuweroute neemt een groot
deel van die problemen weg. Dit betekent dat de Betuweroute er niet
alleen voor vervoerders is gekomen, of voor bestuurders. Nee, de
spoorlijn is in het belang van álle Nederlandse burgers. En dankzij de
Betuweroute staat het Nederlandse goederenvervoer nu goed op de rails.
De spoorlijn is af, maar we moeten in ons achterhoofd houden dat 2007
een ingroei-jaar is. Wat betekent dat nu? Op spoor met het
ERTMS-beveiligingssysteem gaan locomotieven rijden die daarvoor de
juiste apparatuur aan boord hebben. Die locomotieven zijn door de
leveranciers uitgebreid getest en veilig bevonden, maar de praktijk
moet nu uitwijzen of de locomotieven ook op de infrastructuur foutloos
functioneren. De testen hiervoor lopen tot november van dit jaar, en
tot die tijd stelt de verkeersleiding extra veiligheidseisen aan het
commerciële verkeer. Dat betekent dat onder andere een trein bij
Kijfhoek pas het spoor op mag, als de trein ervoor er bij Zevenaar af
is. Dat klinkt misschien erg voorzichtig, maar liever safe than sorry.
Door de veiligheidseisen kunnen per week ongeveer zestig treinen
rijden, in beide richtingen. Naar verwachting zijn eind 2007 geen
beperkende maatregelen meer nodig, en dan kunnen er vijftig treinen
per dag over de Betuweroute rijden.
En ik denk dat het echt storm loopt. Uit de aanvragen blijkt dat de
vervoerders véél belangstelling hebben voor het gebruik van de
Betuweroute. Aanstaande maandag zijn de eerste ritten ingepland. De
angst die in de politiek en maatschappij bestond, dat gebruik van de
spoorlijn bij de verwachtingen achter zou blijven, is dus ongegrond.
Maar ik hoor graag wat de inschatting van de branche rail
goederenvervoer is, meneer Robbeson. Feit is dat de afgelopen maanden
drie nieuwe spoorvervoerders hebben aangekondigd dat ze actief gaan
rijden in Nederland, waardoor we van elf naar veertien vervoerders
gaan. Volgens mij spreekt dat gewoon voor zichzelf. We hebben
natuurlijk ook geprobeerd om de juiste condities creëren voor een
dynamisch en succesvol gebruik van de Betuweroute: een marktgerichte
exploitant, een milde gebruiksvergoeding en een nauwe, internationale
samenwerking.
En zo kom ik bij een thema dat me nauw aan het hart ligt. Nederland
heeft het goed recht om trots en enthousiast te zijn over de
Betuweroute, maar de meerwaarde zit `m in de aansluiting op een
Europees netwerk. De aanwezigheid vanmiddag bij de opening van de heer
Barrot, vice-voorzitter van de Europese Commissie en EU-commisaris
voor transport, de Duitse staatssecretaris Hennerkes en andere
buitenlandse gasten, bewijst dit. De goederenstroom houdt eenmaal niet
op bij de grens met Duitsland, en ook niet in Ruhrgebied. Voor
optimale prestatie moeten treinen in één vloeiende beweging kunnen
doorrijden naar hun plaats van bestemming, ergens op het Europese
continent. In de lange afstand en de bundeling van vracht ligt de
kracht van het spoorgoederenvervoer.
Rotterdam-Genua is bijvoorbeeld zo'n belangrijke transportcorridor.
Het is misschien wel de slagader van het Europese
spoorgoederenvervoer. Gisteren was ik aanwezig bij de opening van de
Lötschbergtunnel in Zwitserland, in het goede gezelschap van diverse
Europese transportministers en een aantal Nederlandse oud-ministers.
Samen met de opening van de Betuweroute dat een enorme versterking van
deze goederencorridor. Maar we staan niet stil; in samenwerking met
Italië, Zwitserland en Duitsland blijven we werken aan de verbetering
van de corridor. Met Duitsland hebben we bijvoorbeeld begin dit jaar
afgesproken dat we samen een derde spoor aan leggen tussen Zevenaar en
Oberhausen. Ook zetten de vier landen zich gezamenlijk in om ERTMS op
het hele traject in te voeren. Ik ben daarnaast bijzonder in mijn
nopjes met het feit dat de transportministers van Oostenrijk,
Zwitserland, Italië en Duitsland en ikzelf op 7 juni een overeenkomst
hebben gesloten, waarin we de wederzijdse acceptatie van locomotieven
regelen. De toelatingskosten van internationale locomotieven kunnen
hierdoor flink dalen. Kortom, eenduidige regels en eenduidige
systemen, het is goed voor de markt en voor de veiligheid.
Maar er zijn behalve Rotterdam-Genua meer transportlijnen die gaan
profiteren van de Betuweroute. Wat te denken van Centraal-Europa?
Onlangs is de Europese Unie uitgebreid met tien nieuwe lidstaten,
waaronder een groot aantal ten oosten van ons. De handelsstromen
tussen oost en west zullen alleen maar toenemen. Dus ook in die
richting, zal de Betuweroute zijn waarde bewijzen. De Betuweroute is
eigenlijk een Europalijn!
De spoorlijn ligt er, de vervoerders staan klaar, maar we kunnen
natuurlijk niet zonder een goede exploitant. Want een klantgerichte
benadering verbetert de kwaliteit van het spoorproduct. En wie kan een
spoorlijn, exclusief voor goederenvervoer, beter in de markt zetten
dan een exploitant die zich exclusief met goederenvervoer bezig houdt?
En dat is Keyrail, het samenwerkingsverband tussen ProRail, en de
Havenbedrijven van Rotterdam en Amsterdam. Ik wil jullie niet bang
maken, maar Verkeer en Waterstaat heeft hoge verwachtingen van jullie.
Veel succes bij deze uitdagende onderneming!
Dames en heren,
De totstandkoming van de Betuweroute ging niet altijd over rozen, en
dan doel ik vooral op kritiek die vanuit de Tweede Kamer en vanuit de
maatschappij kwam. Ik heb grote bewondering voor de projectorganisatie
Betuweroute van ProRail, die in de hectiek stevig overeind bleef. Ook
in financieel opzicht was het een succesvol project. Onderzoek wees
vorig jaar uit dat de Betuweroute tot de internationale best practice
behoort, omdat het budget met minder dan drie procent is overschreden.
En dat is echt heel bijzonder.
Ik ben dan ook blij dat de Betuweroute vandaag open gaat. Omdat de
spoorlijn nu de kans krijgt zichzelf te bewijzen. De
ontstaansgeschiedenis was misschien lang en veelbewogen, het gaat
uiteindelijk om de toekomst. Een toekomst waarin Nederland, mede
dankzij de Betuweroute, kan groeien in de rol van draaischijf van
Europa. Ik twijfel er geen seconde aan dat de Betuweroute een succes
zal zijn.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat