18 Juni 2007
Subsidie aan Breedband mag worden beëindigd
De rechtbank in Alkmaar heeft het bezwaar van de Stichting Breedband
tegen de beëindiging van de subsidie ongegrond verklaard. Burgemeester
en wethouders willen wonen en welzijn integreren. Zodra wetgeving het
mogelijk maakt zullen de welzijnswerkzaamheden worden ondergebracht
bij de Stichting Woondiensten Enkhuizen met het doel een
woon-welzijncorporatie tot stand te brengen. De wens 'wonen' en
'welzijn' te integreren is voldoende om subsidierelatie te beëindigen.
Geen betekenis komt toe aan de vraag of het verleggen van
subsidiestroom rechtmatig kan geschieden. Of rechtmatig subsidie zal
kunnen worden verleend aan een andere organisatie dient aan de orde te
komen naar aanleiding van een daartoe strekkend besluit., aldus de
rechtbank.
De volledige uitspraak.
LJN: BA7126, Rechtbank Alkmaar , AWB 06/2025 Print uitspraak
Datum uitspraak: 06-06-2007
Datum publicatie: 13-06-2007
Rechtsgebied: Bestuursrecht overig
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: B&W beëindigen subsidierelatie met
welzijnsorganisatie omdat zij 'wonen' en 'welzijn' willen integreren.
Zodra wetgeving het mogelijk maakt zullen de welzijnswerkzaamheden
worden ondergebracht bij de Stichting Woondiensten Enkhuizen met het
doel een woon-welzijncorporatie tot stand te brengen. De wens 'wonen'
en 'welzijn' te integreren is voldoende om subsidierelatie te
beëindigen. Geen betekenis komt toe aan de vraag of het verleggen van
subsidiestroom rechtmatig kan geschieden. Of rechtmatig subsidie zal
kunnen worden verleend aan een andere organisatie dient aan de orde te
komen naar aanleiding van een daartoe strekkend besluit.
Uitspraak
RECHTBANK ALKMAAR
Sector Bestuursrecht
Zaaknummer: 06/2025 BELEI
Uitspraak van de enkelvoudige kamer
in de zaak van:
Stichting Breedband,
gevestigd te ,
eiseres,
gemachtigde mr. S. Kökbugur,
tegen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen,
verweerder,
gemachtigde mr. F.A.J. Groenendijk.
Ontstaan en loop van de zaak
Bij besluit van 16 november 2005 heeft verweerder de subsidie voor
welzijnsactiviteiten van eiseres met ingang van 1 maart 2006 beëindigd
en geweigerd de subsidie voor het nieuwe tijdvak vanaf 1 maart 2006
voort te zetten.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 8 december 2005 bezwaar
gemaakt.
Bij besluit van 2 juni 2006 heeft verweerder beslist dat de
subsidierelatie zal worden afgebouwd en (uiterlijk) per 1 januari 2008
zal worden beëindigd.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij beroepschrift van 7 juli 2006
beroep ingesteld.
Bij brief van 8 september 2006 heeft verweerder een verweerschrift
ingediend.
Het beroep is ter zitting van 25 april 2007 behandeld. Namens eiseres
is de heer de Jager verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde mr.
drs. S. Kökbugur. Voor verweerder is verschenen mr. ing. F.A.J.
Groenendijk en E. Manshanden.
Motivering
1. De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of het besluit van 2
juni 2006 in rechte stand kan houden.
2. Verweerder heeft in het bestreden besluit aangegeven dat de
subsidierelatie met eiseres (uiterlijk) per 1 januari 2008 zal worden
beëindigd, omdat hij beoogt welzijnswerk, zoals dat door eiseres wordt
verricht, en woonactiviteiten, zoals die door de Stichting
Woondiensten Enkhuizen worden ontplooid, te integreren. In zijn
verweerschrift heeft verweerder naar voren gebracht dat geen subsidie
is toegekend aan de Stichting Woondiensten Enkhuizen, maar aan de
Stichting Welzijnswerk Enkhuizen. Laatstgenoemde stichting is op 19
juli 2006 opgericht. Vooralsnog worden geen welzijnstaken
ondergebracht in een vrije dochter van de Stichting Woondiensten
Enkhuizen. Zodra wet- en regelgeving het toestaan zullen de
werkzaamheden worden ondergebracht bij de Stichting Woondiensten
Enkhuizen met het doel een woon-welzijncorporatie tot stand te
brengen.
3. Eiseres heeft aangevoerd dat het bestreden besluit onrechtmatig
is. Op grond van de Woningwet mag de Stichting Woondiensten Enkhuizen
uitsluitend werkzaam zijn op het gebied van de volkshuisvesting en dus
niet ook welzijnsactiviteiten ontplooien. Door subsidie toe te kennen
aan de Stichting Welzijnswerk Enkhuizen probeert verweerder bestaande
regelgeving te ontduiken. Eiseres doet al jarenlang goed welzijnswerk
in , maar wordt nu in haar voortbestaan bedreigd. Er
wordt haar subsidie ontnomen zonder deugdelijke grondslag. Het besluit
van verweerder dient te worden vernietigd wegens strijd met
rijksregelgeving en wegens strijd met algemene beginselen van
behoorlijk bestuur.
4. Ingevolge artikel 4:51, eerste lid, van de Awb geschiedt, indien
aan een subsidie-ontvanger voor drie of meer achtereenvolgende jaren
subsidie is verstrekt, voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde
voortdurende activiteiten, gehele of gedeeltelijke weigering van de
subsidie voor een daarop aansluitend tijdvak op de grond, dat
veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen
voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten,
slechts met inachtneming van een redelijke termijn.
5. De rechtbank stelt op grond van de stukken en het verhandelde ter
zitting vast dat verweerder voor meer dan drie jaren een structurele
subsidie heeft verleend, die per kalenderjaar werd verstrekt. De
grondslag voor de beëindiging is gelegen in artikel 4:51, eerste lid,
van de Awb, omdat subsidie wordt geweigerd voor een volgend
subsidietijdvak.
6. De rechtbank stelt daarnaast vast dat aan verweerder op grond van
artikel 4:51, eerste lid, van de Awb ruime beleidsvrijheid toekomt bij
het bepalen of subsidie voor een volgend tijdvak al dan niet wordt
verleend. Gesteld noch gebleken is dat een wettelijk voorschrift,
waarop de subsidie berust, verweerders beleidsvrijheid beperkt. Naar
het oordeel van de rechtbank volgt hieruit dat de wens van verweerder
om wonen en welzijn te integreren al voldoende is om de
subsidierelatie met eiseres te beëindigen. Die beoogde integratie
levert een veranderde omstandigheid of gewijzigd inzicht op in de zin
van artikel 4:51, eerste lid, van de Awb, op grond waarvan verweerder
heeft kunnen beslissen dat die zich tegen voortzetting of ongewijzigde
voorzetting van de subsidie verzet. Aan het bestreden besluit ligt
hierdoor een deugdelijke motivering ten grondslag.
7. Omdat de door verweerder beoogde integratie de beëindiging van de
subsidierelatie al kan dragen, komt in de onderhavige procedure geen
betekenis toe aan de vraag of het verleggen van de subsidiestroom
rechtmatig kan geschieden. Aan hetgeen verweerder hierover in zijn
bestreden besluit heeft opgemerkt, zal dan ook geen aandacht worden
besteed. Of rechtmatig subsidie is of kan worden verleend aan de
Stichting Woondiensten Enkhuizen, de Stichting Welzijnswerk Enkhuizen
of enige andere organisatie dient aan de orde te komen naar aanleiding
van een daartoe strekkend besluit.
8. Aangezien eiseres in beroep niet heeft aangevoerd dat verweerder
bij de beëindiging van de subsidierelatie geen redelijke termijn in
acht heeft genomen, vindt geen beoordeling daarvan door de rechtbank
plaats.
9. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank
- verklaart het beroep ongegrond;
Deze uitspraak is gedaan op 6 juni 2007 door mr. L. van Es, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. J.T.M. de Haan-Bergisch, griffier.
griffier rechter
Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden - in elk geval de eisende
partij - en verweerder hoger beroep instellen. Hoger beroep wordt
ingesteld door binnen zes weken na de datum van verzending van deze
uitspraak een brief (beroepschrift) en een kopie van deze uitspraak te
zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State,
Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.
Postbus 11
1600 AA Enkhuizen
T 0228 - 360 100
F 0228 - 313 312
stadhuis@enkhuizen.nl
Gemeente Enkhuizen