Antwoorden op kamervragen van Van der Ham over anabole steroïden in het uitgaanscircuit
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
S-K-U-2774294
15 juni 2007
Antwoorden van minister Klink en mede namens de Minister van Justitie
en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op
kamervragen van het Kamerlid Van der Ham over anabole steroïden in het
uitgaanscircuit (2060713970).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraken van de directeur van de
Dopingautoriteit, die stelt dat het gebruik van anabole steroïden in
het uitgaansleven toeneemt? Hoe beoordeelt u zijn uitspraken. Kunt u
bevestigen dat steeds vaker minderjarigen deze middelen tot zich
nemen?
Antwoord 1
Ik ken de uitspraken die de directeur van de Dopingautoriteit in de
uitzending van Nova van 27 april jl. heeft gedaan. Hij wijst op een
toenemend gebruik, een lagere drempel en gebruik op jongere leeftijd
van dopingmiddelen, met name anabolen.
Ik acht deze uitspraken niet voldoende onderbouwd. De standpunten
kunnen niet worden gebaseerd op harde onderzoeksgegevens over het
gebruik van doping in de georganiseerde en ongeorganiseerde sport
(welk terrein behoort tot de competentie van de Dopingautoriteit) noch
over het gebruik in het uitgaanscircuit. Er is veeleer sprake van
vermoedens vooral gebaseerd op gesprekken en meldingen die via de
Dopinginfolijn bij de Dopingautoriteit binnenkomen.
Ik kan dan ook niet bevestigen dat steeds vaker minderjarigen deze
middelen tot zich nemen.
Vraag 2
Is er sprake van een rapport van het Openbaar Ministerie over dit
onderwerp? Zo ja, kan de Kamer dit rapport krijgen? Welke maatregelen
gaat u nemen om de gezondheidsschade van het gebruik van deze middelen
te beperken? Wat gaat u voorts ondernemen om over deze middelen
intensiever voor te lichten?
Antwoord 2
Namens de Minister van Justitie kan ik u meedelen dat het `rapport'
waarover in de uitzending van NOVA van 26 april 2007 wordt gesproken,
hoogstwaarschijnlijk een interne notitie betreft van het Functioneel
Parket, getiteld "Iedereen kan doodvallen; bevindingen uit een
omgevingsonderzoek naar de handel in dopinggeduide middelen". Deze
notitie is een intern kennisdocument en is grotendeels gebaseerd op
open bronnen, geïllustreerd met informatie uit enkele strafzaken. De
notitie heeft een ondersteunende rol gespeeld bij de
beleidsvoorbereiding van afspraken tussen de verschillende handhavende
en opsporende partijen. Het betreft derhalve uitdrukkelijk geen
`eindproduct'. Gelet daarop en gelet op het interne karakter van de
notitie ligt openbaarmaking niet in de rede.
Als onderdeel van het door mij gefinancierde werkprogramma voert de
Dopingautoriteit al sinds vele jaren een voorlichtingscampagne,
gericht op het tegengaan van het gebruik van dopingmiddelen (met name
anabole steroïden) in de ongeorganiseerde sport, vooral gericht op
bezoekers van sportscholen en fitnesscentra. Het Trimbos-instituut
voert soortgelijke campagnes, gericht op het tegengaan van het gebruik
van zogenaamde partydrugs in het uitgaanscircuit.
Met de Dopingautoriteit is al eerder afgesproken dat dit jaar een
prevalentie-onderzoek zal plaatsvinden naar het gebruik van doping in
de ongeorganiseerde sport. Ik wacht de uitkomsten van dat onderzoek
af, alvorens de lopende voorlichtingsactiviteiten aan te scherpen. Ik
zal bij dat te starten onderzoek ook het Trimbosinstituut betrekken.