Kamerbrief inzake geannoteerde agenda RAZEB d.d. 18 en 19 juni 2007
12-06-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda aan van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 en 19 juni 2007.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
(RAZEB) van 18 en 19 juni 2007
Algemene Zaken
Voorbereiding Europese Raad (ER) van 21-22 juni a.s.
Het voorzitterschap streeft er naar de conclusies in de Raad af te
ronden (met uitzondering van het hoofdstuk over verdragswijziging),
opdat de Europese Raad niet meer over de conclusies hoeft te spreken.
Naast het gedeelte over verdragswijziging, dat nu nog als P.M.
genoteerd staat, zijn conclusies voorzien over onderwerpen op het
gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ), onder meer migratie,
Schengen en burgerrechten. Deze teksten zullen nader worden
vastgesteld naar aanleiding van de JBZ-Raad van 12-13 juni a.s.
Onder de noemer economische, sociale en milieu-aangelegenheden zal
naar verwachting worden ingegaan op de interne markt, sociaal beleid,
HIV/Aids en klimaatbescherming. Wat betreft dit laatste punt geldt
dat, na de ambitieuze doelstellingen van de afgelopen Europese Raad op
het terrein van energie en klimaat, de fase is aangebroken waarin de
gemaakte afspraken moeten worden uitgewerkt in concreet beleid. Het is
zaak spoedig tot goed beleid te komen. De urgentie van het
klimaatprobleem en de uitdagingen waarvoor Europa zich op
energieterrein gesteld ziet, vereisen dit. Nederland ziet dan ook uit
naar een spoedige uitwerking van de doelstellingen van de
Voorjaarsraad.
Onder het hoofdstuk extern beleid zullen waarschijnlijk teksten volgen
over het Europees nabuurschapsbeleid en de EU-strategie ten aanzien
van centraal-Azië. Er is nog geen duidelijkheid over mogelijke andere
onderwerpen op extern terrein.
Proces van verdragshervorming
Het voorzitterschap wil op zondagavond 17 juni de stand van zaken met
betrekking tot de verdragsdiscussie presenteren op basis van de
consultaties die het gehouden heeft met de EU-lidstaten. Het wil de
conclusies van de Europese Raad over het EU-hervormingsproces pas op
een later tijdstip - na de RAZEB - presenteren. Bij de discussie op 17
juni 's avonds zal de Nederlandse inzet zijn conform de brieven van 19
maart en 21 mei jl., zoals ook met de Tweede Kamer besproken.
Global approach to migration
Tijdens de JBZ Raad van 13-14 juni zullen naar verwachting conclusies
worden aangenomen over de uitbreiding van de algehele aanpak van
migratie naar de oostelijke en zuidoostelijke buurlanden van de
Europese Unie en over een aanpak van circulaire migratie en
mobiliteitspartnerschappen. De uitbreiding van de algehele aanpak
sluit aan bij bestaande (regionale) samenwerking en dialoog en richt
zich, waar wenselijk, op intensivering van de dialoog over migratie en
operationele samenwerking. Ten aanzien van circulaire migratie en
mobiliteitspartnerschappen wordt de Commissie uitgenodigd beide
concepten verder te ontwikkelen in samenspraak met de lidstaten.
Het voorzitterschap is voornemens deze conclusies tijdens de RAZEB aan
te nemen. De besprekingen over de ontwerp-Raadsconclusies zijn thans
nog gaande.
Externe Betrekkingen
WTO /DDA (Doha Development Agenda)
De Raad zal op verzoek van Frankrijk de stand van zaken in de WTO
Doha-ronde bespreken. De Commissie zal de lidstaten verslag doen van
de laatste ontwikkelingen. Tussen 19 - 23 juni zal nog overleg
plaatsvinden in G4-verband (EU, VS, Brazilië, India). Het is nog de
vraag in hoeverre de Commissie lidsta ten al tijdens de RAZEB kan
inlichten over de uitkomst van die bespreking. Op 25 juni a.s. zal
tijdens een extra RAZEB Commissaris Mandelson een terugkoppeling
verzorgen aan de handelsministers van de besprekingen en mogelijke
uitkomsten in G4 verband.
Het is van belang dat, naast de bilaterale (G4-) contacten, ook het
multilaterale onderhandelingsproces weer volledig op gang komt. Het nu
beoogde onderhandelingstraject is gericht op het bereiken van een
hoofdlijnenakkoord voor de zomer op de kerndossiers landbouw,
industrieproducten en diensten, teneinde de ronde als geheel eind 2007
te kunnen afronden.
Cuba
De Raad zal spreken over de evaluatie van het Gemeenschappelijk
Standpunt van de EU ten aanzien van Cuba. In juli 2006 droeg het
staatshoofd Fidel Castro om gezondheidsredenen de macht over aan zijn
broer Raúl, die sindsdien de dagelijkse politiek bepaalt. Deze
politieke verschuiving, waarvan niet zeker is hoe lang deze zal duren,
heeft tot dusverre niet geleid tot nieuw beleid in Cuba. Ook de
mensenrechtensituatie is niet wezenlijk verbeterd.
Het EU-Gemeenschappelijk Standpunt vis à vis Cuba heeft onder meer als
doel het bijdragen aan een vreedzame transitie richting democratie,
maar is afgelopen jaren weinig effectief geweest. Sinds 2003 weigerde
Cuba een politieke dialoog met de EU, naar aanleiding van
EU-maatregelen die werden ingesteld na de veroordeling van 75
dissidenten tot hoge gevangenisstraffen. Deze maatregelen - waaronder
beperking van politieke bezoeken - zijn in 2005 door de EU opgeschort.
Cuba heeft verklaard met de EU een politieke dialoog aan te willen
gaan als de maatregelen van 2003 definitief worden opgeheven.
Nederland acht bereidheid van Cuba tot een open en alomvattende
politieke dialoog van belang. Een dergelijke dialoog zal ook de
mensenrechten moeten omvatten. Om tot een dergelijke dialoog te komen
in het streven effectiever te zijn in het transitieproces op weg naar
democratie, kan Nederland instemmen met aanpassing van het
Gemeenschappelijk Standpunt (beëindiging van de reeds opgeschorte
2003-maatregelen). Als het gewenste effect niet wordt bereikt, moet
het Gemeenschappelijk Standpunt te zijner tijd andermaal worden
bezien. De bestaande dialoog met het Cubaans maatschappelijk
middenveld wordt onverminderd voortgezet.
Europees Nabuurschapsbeleid
De Raad zal naar verwachting de prioriteit van het Europees
Nabuurschapsbeleid (ENB) binnen het buitenlands beleid van de Europese
Unie bevestigen en nota nemen van het voortgangsrapport van het
voorzitterschap. Het nabuurschapsbeleid is gebaseerd op partnerschap
en gezamenlijke verantwoordelijkheid van de EU en de ENB-partnerlanden
om stabiliteit en welvaart in de buurlanden van de Unie te bevorderen.
Het nabuurschapsbeleid bevat voor alle partners dezelfde
hulpinstrumenten, maar de toekenning daarvan hangt af van de
individuele prestaties van de respectieve partner. Het
nabuurschapsbeleid biedt geen perspectief op EU-lidmaatschap. De
Commissie heeft de afgelopen maanden voorstellen ontwikkeld ter
versterking van het Nabuurschapsbeleid, waaronder intensivering van de
samenwerking met het maatschappelijk middenveld, economische
integratie met als doel de ENB-landen verbeterde toegang tot de
interne markt te geven, visa-facilitatie en deelname aan communautaire
programma's en agentschappen. Deze voorstellen worden momenteel in
Raadskader besproken en zullen onder het inkomende Portugese
Voorzitterschap verder worden ontwikkeld. Nederland steunt de
versterking van het nabuurschapsbeleid en zal de verdere uitwerking
van de voorstellen actief volgen.
Centraal-Azië Strategie
Aan de Raad zal een voorstel van het voorzitterschap ter beslissing
worden voorgelegd inzake een EU-strategie voor Centraal-Azië. Over de
inhoud en doelstellingen van dit voorstel, en over de Nederlandse
visie hierop, wordt uw Kamer in een separate brief geïnformeerd.
Samenvattend is de regering van mening dat in de strategie zowel de
strategische belangen van de EU in de regio alsook de algemene
doelstellingen van het externe beleid van de EU duidelijk tot uiting
komen in de zeven hoofdterreinen voor samenwerking die zijn
geïdentificeerd: mensenrechten en democratisering; jeugd en onderwijs;
economische ontwikkeling, handel en investeringen; energie en
transportverbindingen; milieu, duurzaamheid en water; bestrijding van
gemeenschappelijke bedreigingen; en interculturele dialoog. Deze
geïntensiveerde samenwerking - zowel met de regio als geheel alsook
met de individuele landen - zal gepaard gaan met een kritische dialoog
met de Centraal-Aziatische staten over de transitieprocessen op
economisch, maatschappelijk en politiek terrein.
Westelijke Balkan
De Raad zal spreken over het voornemen van de Commissie om de
onderhandelingen voor een Stabilisatie en Associatie Overeenkomst
(SAO) met Servië te hervatten. Volgens de Commissie en de
hoofdaanklager van het Joegoslavië-tribunaal (ICTY), Del Ponte, heeft
de nieuwe regering in Servië een duidelijke bereidheid tot
samenwerking laten zien door effectieve acties te ondernemen,
waaronder de arrestatie van de door het Tribunaal van oorlogsmisdaden
verdachte Bosnische Serviër Tolimir. Evenwel zullen nog meer concrete
resultaten moeten volgen.
Nederland is verheugd over de zich verbeterende samenwerking van
Servië met het ICTY en kan zich in dit licht vinden in de hervatting
van de SAO-onderhandelingen met Servië. De conditionaliteit van
volledige samenwerking met het ICTY blijft overigens voorwaarde voor
de uiteindelijke afsluiting van de SAO-onderhandelingen, hetgeen
Nederland onderschrijft.
De Raad zal geïnformeerd worden door de Europese leden van de
VN-Veiligheidsraad over de voortgang in de besprekingen over een
nieuwe resolutie over Kosovo. Rusland blijft zich vooralsnog verzetten
tegen een oplossing die niet voor alle partijen acceptabel is. Naar
verwachting zal het Voorzitterschap in dit verband informeren over
uitkomsten van de G8-Top in Heiligendamm.
MOVP (Midden-Oosten Vredes Proces)
De Raad zal spreken over de recente ontwikkelingen in het
Midden-Oosten, mede in het licht van het oplaaiende geweld in de
Palestijnse gebieden en de Kwartet-bijeenkomst van 30 mei jl. in
Berlijn. Naar verwachting zal het Kwartet later deze maand een
ontmoeting organiseren met premier Olmert en president Abbas en ook
spreken met vertegenwoordigers van de Arabische Liga. Ook zal tijdens
de Raad gesproken worden over de toekomst van het `Temporary
International Mechanism' (TIM).
Nederland juicht de actievere rol van het Kwartet toe. Ten aanzien van
het TIM geldt dat in Nederlandse ogen directe financiële steun aan de
Palestijnse Autoriteit niet mogelijk is, zolang deze de bekende drie
eisen van het Kwartet niet onderschrijft. Derhalve blijft het
TIM-instrument noodzakelijk om steun aan de Palestijnse bevolking te
kunnen voortzetten. De Raad biedt tevens de gelegenheid om de
ministers te informeren over de bevindingen tijdens de reis van
minister Verhagen naar Egypte, Israël en de Palestijnse Gebieden van
11 tot 13 juni.
Voorts zullen de ministers en marge van de Raad spreken met de
Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Livni. In Nederlandse
visie biedt dat gesprek een goede mogelijkheid om de Israëlische visie
te vernemen op de toenadering tussen premier Olmert en president
Abbas, de visie van Israël te vernemen met betrekking tot de
ontwikkelingen in het Midden-Oosten en tegelijkertijd de punten van
zorg ten aanzien van Israël nogmaals over te brengen (onder meer
toegang tot Palestijnse gebieden, doorgeleiden van
belastingopbrengsten, arrestatie van Palestijnse politici).
EU-Arabische Liga
De Raad zal opnieuw kort spreken over de mogelijkheden om de
betrekkingen tussen de EU en de Arabische Liga te versterken, mede in
het licht van de ontmoeting met vertegenwoordigers van de Arabische
Liga en marge van de vorige RAZEB op 14 mei.
Mede gelet op het belang van een nauwe en constructieve betrokkenheid
van de Arabische Liga bij het vinden van een oplossing voor conflicten
in het Midden-Oosten, is Nederland zoals bekend voorstander van
versterking van deze dialoog, Voorwaarde is wel dat dit niet leidt tot
institutionele en inhoudelijke duplicatie van bestaande
overlegstructuren, zoals het Barcelona-proces.
Iran
Het rapport dat DG IAEA El Baradei op 23 mei jl. publiceerde,
concludeert dat Iran niet aan het kernpunt van de resoluties van de VN
Veiligheidsraad over zijn nucleaire programma heeft voldaan: Iran
heeft zijn verrijkingsactiviteiten nog altijd niet opgeschort en heeft
het aantal in Natanz geplaatste centrifuges zelfs substantieel
uitgebreid. In de slotverklaring van de bijeenkomst van G-8 ministers
van Buitenlandse Zaken van 30 mei jl. spraken de ministers hun diepe
teleurstelling hierover uit. Zij stelden maatregelen van de VN
Veiligheidsraad conform VNVR-resolutie 1747 te zullen steunen indien
Iran voortgaat met het negeren van de vereisten van de VNVR. De
Bestuursraad van het IAEA buigt zich in de week van 11 juni a.s. over
het rapport over Iran. Het gesprek dat de Hoge Vertegenwoordiger van
de EU Solana op 31 mei jl. voerde met Iran´s hoofdonderhandelaar in
het nucleaire dossier Larijani, gaf vooralsnog geen zicht op een
uitweg uit de impasse. Medio juni is een vervolggesprek voorzien.
Nederland blijft zoals bekend de politieke en diplomatieke
inspanningen steunen om door middel van onderhandelingen een oplossing
voor het nucleaire vraagstuk te vinden. Ook blijft Nederland een
meersporenbeleid voorstaan dat gericht is op strenge naleving van de
eisen van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ten aanzien van
het nucleaire programma van Iran in combinatie met het stimuleren van
een constructievere rol van Iran in de regio, het eerbiedigen van de
mensenrechten en het aanmoedigen van politieke en economische
hervormingen.
Sudan/Darfur
De Raad zal naar verwachting een substantiële discussie voeren over
Sudan, met name over mogelijke intensivering van EU-activiteiten ter
verbetering van de humanitaire en veiligheidssituatie.
De veiligheidssituatie in Darfur blijft slecht. Hoewel in een aantal
gebieden de situatie in de afgelopen periode relatief rustig is
gebleken, gaan in andere gebieden de aanvallen op dorpen en burgers
door. Zeer zorgwekkend zijn de toenemende aanvallen op de missie van
de Afrikaanse Unie in Sudan (AMIS). De Sudanese regering blijft het
staakt-het-vuren schenden door bombardementen uit te voeren. Ook waren
er de afgelopen weken aanvallen op humanitaire hulpverleners, waarbij
zowel sprake is van het stelen van auto's, als het ontvoeren van
hulpverleners.
Nederland pleit binnen de EU voor een inzet die gericht is op een
spoedige implementatie van de VN-ondersteuningspakketten aan AMIS,
uitmondend in een hybride AU/VN-missie. Daarbij blijft Nederland zich
inspannen om in nauwe samenwerking met internationale partners het
politieke proces in Darfur vlot te trekken. Nederland staat positief
tegen het Franse voornemen om in het Darfur-conflict een meer
zichtbare rol te spelen, waarbij het van belang is dat deze de in VN-
en AU-kader lopende initiatieven versterkt.
Nederland is voor het handhaven van druk op de partijen in Sudan en
Darfur en steunt daartoe het debat in de VN over mogelijke
aanscherping van sancties tegen Sudan. Indien de situatie in Darfur
niet verbetert en geen concrete voortgang wordt geboekt met het
politieke proces en de implementatie van de zogeheten hybride
AU/VN-missie, zouden aanvullende sancties dienen te volgen tegen de
partijen die deze processen tegenwerken. Als dergelijke sancties in
VN-kader niet mogelijk blijken, zal Nederland pleiten voor sancties in
EU-verband.
Moratorium doodstraf
Conform afspraak tijdens de vorige RAZEB wordt op verzoek van Italië
de mogelijkheid besproken om reeds dit jaar een resolutie voor een
moratorium op de doodstraf in te dienen in de Algemene Vergadering van
de Verenigde Naties. Het Voorzitterschap stelt op basis van een
analyse van de resultaten van wereldwijde demarches voor dat de RAZEB
het principebesluit neemt dat de EU in het kader van een brede
geografische alliantie een VN-resolutie indient in de komende Algemene
Vergadering. Volgens het Voorzitterschap bieden de resultaten van de
analyse weliswaar geen zekerheid maar is de steun op dit moment van 68
landen een bemoedigende basis voor het opbouwen door de EU van een
brede alliantie.
Nederland onderschrijft het belang van een doodstrafinitiatief en kan
akkoord gaan met een principe-besluit tot indiening van een resolutie,
maar acht met de steun van 68 landen het risico van mislukking nog
aanwezig en benadrukt daarom de noodzaak via een brede campagne de
steun van voldoende landen zeker te stellen.
Libië
De Europese Commissie zal de Raad opnieuw informeren over de stand van
zaken in de rechtszaak tegen de vijf Bulgaarse verpleegkundigen en de
Palestijnse co-assistent. Nederland steunt de inspanningen van de
Commissie om in deze zaak tot een rechtvaardige en humanitaire
oplossing te komen. Hierbij heeft Nederland herhaaldelijk benadrukt
dat de Bulgaarse verpleegkundigen en de Palestijnse co-assistent als
één groep dienen te worden behandeld.
Mededeling "Towards an EU-Brazil Strategic Partnership"
De Raad zal naar verwachting de mededeling "Naar een strategisch
partnerschap tussen de EU en Brazilië" verwelkomen, die op 30 mei jl.
door de Commissie is gepubliceerd. Dit zal naar verwachting zonder
discussie geschieden en daarom is het onderwerp niet separaat
geagendeerd. Omdat besluitvorming al drie weken na publicatie
plaatsvindt is er voor gekozen, gezien de gestelde termijn van zes
weken voor fiches inzake de Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen
(BNC), om uw Kamer in plaats van een BNC-fiche door middel van deze
geannoteerde agenda tijdig vóór besluitvorming te informeren over dit
initiatief van de Commissie.
In de mededeling wordt voorgesteld tijdens de EU-Brazilië Top op 4
juli aanstaande een strategisch partnerschap te lanceren met Brazilië.
Hoe dit partnerschap er precies uit moet gaan zien is nog onbekend.
Duidelijk is wel dat het een opstap moet bieden voor de intensivering
van de betrekkingen tussen de Unie en Brazilië. In de mededeling
identificeert de Commissie een negental gebieden waarop nauwere
samenwerking met Brazilië gewenst is. Achtereenvolgens zijn dit de
versterking van de multilaterale kanalen, mensenrechten,
democratisering en goed bestuur, de Millennium Ontwikkelingsdoelen,
natuur en milieu, energie (biobrandstoffen), handel en economie,
drugsbestrijding en hoger onderwijs. Ook meent de Commissie dat
samenwerking kan bijdragen tot een vergroting van de stabiliteit van
de Latijns Amerikaanse regio en het vlottrekken van de
onderhandelingen over een Associatieakkoord tussen de Unie en
Mercosur.
Nederland hecht aan goede relaties tussen de Europese Unie en Brazilië
en kan derhalve een verwelkoming van de mededeling "Towards an
EU-Brazil Strategic Partnership" steunen.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken