15-06-2007, NOS, Gesprek met de minister-president, N1, 18.35 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,
OVER DE ZELFMOORDAANSLAG IN URUZGAN, DE PRESENTATIE VAN HET
BELEIDSPROGRAMMA, VERKIEZINGEN IN ANDERE EUROPESE LANDEN EN EEN NIEUW
EUROPEES VERDRAG
- OVER DE ZELFMOORDAANSLAG IN URUZGAN -
VAN DEN BRINK:
Zojuist heeft minister van Defensie Van Middelkoop bekend gemaakt dat er
een Nederlands slachtoffer is gevallen in Afghanistan en vijf Afghaanse
doden. Wat is uw eerste reactie op het bericht?
BALKENENDE:
Een afschuwelijke gebeurtenis. Op de eerste plaats denk je natuurlijk aan
de nabestaanden. Ik wil graag op deze plaats het medeleven overbrengen. Een
Nederlandse militair te betreuren en vijf Afghaanse kinderen. Het is een
laffe aanval. Het is ook gewoon een zwarte dag voor Afghanistan en voor
Nederland, ook omdat je ziet dat dit een vorm is van geweld die eigenlijk
alleen maar gekenmerkt wordt door minachting voor het leven. Het is
verschrikkelijk dat dit gebeurt, maar het geeft dus aan welke krachten
bezig zijn in Afghanistan en helaas op zoveel plaatsen in de wereld.
VAN DEN BRINK:
Van Middelkoop sprak van een laffe aanslag. Is dat een kwalificatie die u
deelt?
BALKENENDE:
Ja. Dat is zo. Het is een bom die tot ontploffing is gebracht louter om
gewoon mensen van het leven te beroven en daarbij maakt het niet uit of het
militairen zijn of burgers. In dit geval zelfs kinderen. Ik ben er erg
verdrietig over. Ik vind het verschrikkelijk als je dit hoort. Vandaar ook
het gevoel van medeleven in de richting van de familieleden, de
nabestaanden. Tegelijkertijd ook alle aandacht voor de gewonden, want we
hebben 3 Nederlandse militairen die gewond zijn en 13 mensen uit
Afghanistan. Dat zijn toch enorme aantallen.
VAN DEN BRINK:
Verandert dit iets aan onze missie daar?
BALKENENDE:
Ik ben het eens met wat minister Van Middelkoop zei. Dat we vastberaden
zijn. We hebben altijd geweten dat we naar een gevaarlijk gebied zouden
gaan. En waarom gingen we er heen? Juist om de bevolking te steunen. Een
bevolking die jarenlang heeft gezucht onder het juk van de Taliban. En ook
nu weer zien we dat er steeds van deze krachten bezig zijn om mensen angst
aan te jagen. Om te pogen dat juist de andere landen weggaan, zodat zij de
macht kunnen krijgen. Dat geeft wel aan hoe deze mensen bezig zijn. Dat
betekent dat de internationale gemeenschap duidelijk moet aangeven wat wel
kan en wat niet kan. En dat ook wordt gezegd van: dit is een vorm van
geweld die niet wordt getolereerd. Daarom zitten zo veel landen in
Afghanistan.
VAN DEN BRINK:
Het zal geen consequenties hebben voor de Nederlandse aanwezigheid daar?
BALKENENDE:
Nee. Want juist op zo'n verdrietige dag als vandaag is het ook goed om te
zeggen dat de verantwoordelijkheid die je voelt ook voor anderen, ook daar,
moet worden gecontinueerd en dat is natuurlijk precies datgene dat de
mensen die dit soort aanslagen gaan plegen willen verhinderen. Angst
aanjagen, zodat anderen weggaan en dat zij een vrij speelbord zouden
krijgen. En wat zou er dan gebeuren?
- OVER DE PRESENTATIE VAN HET BELEIDSPROGRAMMA -
VAN DEN BRINK:
Gisteren heef het kabinet zijn beleidsprogramma gepresenteerd. Is het u
goed bevallen?
BALKENENDE:
Ja.
VAN DEN BRINK:
Gewoon ja?
BALKENENDE:
Ja. Het is me heel goed bevallen. Ik vond de presentatie heel plezierig met
de collega's. Maar het was natuurlijk ook de neerslag in een document, het
beleidsprogramma, van het werk van de afgelopen maanden. Er was een paar
maanden gelden gezegd: we gaan het coalitieakkoord uitwerken. Dat is
gebeurd. Ten tweede we hebben gezegd: we gaan die uitwerking niet alleen in
Den Haag doen, we zullen juist ook de dialoog zoeken met de bevolking. En
het derde punt is dat we ook gezegd hebben: het gaat om de financiële
vertaling van een en ander. Nou, die drie dingen hebben hun beslag gekregen
in dit document.
VAN DEN BRINK:
Dan zie ik de krantenkoppen vandaag. Gelikte mediashow op Catshuis. Kabinet
stelt teleur, show is af. Wat denkt u als u die koppen leest?
BALKENENDE:
Tja, kijk. Als ik me hele dagen druk zou maken over krantenkoppen, dan kom
ik niet aan mijn werk toe. Ik begrijp best dat men dit als iets nieuws
beschouwd. Ik moet zeggen: ja, zo'n term in Trouw - gelikte mediashow - dat
zijn de woorden van Trouw. Die vrijheid heeft men. Ik moet zeggen.
VAN DEN BRINK:
U zou het niet bedacht hebben, die kop?
BALKENENDE:
Nee.
VAN DEN BRINK:
Was het een show?
BALKENENDE:
Ach kijk, show... Voor mij niet. We hebben nu een paar maanden, ook op het
Catshuis, aangegeven: we zijn eruit met de besprekingen, dit is het
coalitieakkoord. Toen stonden we er ook met z'n drieën. Dat hebben we nu
weer gedaan. We vonden het eigenlijk aardig om de continuïteit te zoeken.
Toen op het Catshuis en ook gisteren op het Catshuis.
VAN DEN BRINK:
Je kunt er ook voor kiezen om het aan te bieden aan de voorzitter van het
parlement en niet in een zaaltje een persconferentie te geven. Misschien
was de kritiek dan niet gekomen.
BALKENENDE:
Ach, dat doet me niet zo veel eerlijk gezegd. Kijk, het wordt vaak gezegd
dat je moet zorgen dat je je boodschap goed probeert over te brengen. Ook
het beleidsprogramma zelf, daar komt zoveel kritiek op dat er foto's in
staan. Ja, er staan foto's in.
VAN DEN BRINK:
In het beleidsprogramma?
BALKENENDE:
Ja. En van wie staan er foto's in? Bijvoorbeeld van mensen die op 21 mei
aanwezig waren bij die grote discussieavond. Bij iedereen die is opgenomen
met een foto staat een citaat. Dit zijn mensen die iets te melden hebben.
Een ander punt van kritiek is wel geweest: leg zaken goed uit. U zult ook
zien in het beleidsprogramma dat elk onderdeel begint met een analyse. Hoe
staan we ervoor en wat gaan we dan doen? Ik ben erg blij dat we deze vorm
hebben gekozen.
VAN DEN BRINK:
U zegt: het is mij goed bevallen, wat mij betreft doen we het de volgende
keer weer zo?
BALKENENDE:
Ik vind dat een volgend kabinet dat moet bekijken.
VAN DEN BRINK:
Balkenende-V?
BALKENENDE:
Dat bepaalt de kiezer. Daar gaat het niet om. Maar ik vind wel dat het
fenomeen beleidsprogramma goed is. Het is nu de derde keer dat het gebeurd.
Elke keer wordt het meer geperfectioneerd. Ik ben erg gelukkig met de hele
uitvoering. Met grafieken. Met tabellen. Met duidelijke missies aandragen.
VAN DEN BRINK:
En met de presentatie ook?
BALKENENDE:
En met de presentatie. Ik vond dat goed. Ik vond het ook plezierig, moet ik
zeggen, dat alle bewindslieden aanwezig waren. Die konden worden
geïnterviewd en dat is ook gebeurd.
- OVER VERKIEZINGEN IN ANDERE EUROPESE LANDEN -
VAN DEN BRINK:
Gaan we naar het buitenland. Is het toevallig dat er allemaal christelijk-
conservatieve premiers worden gekozen dit jaar?
BALKENENDE:
Elk land is natuurlijk een beetje anders. Je kunt misschien wel spreken van
een zekere parallel tussen België en Nederland, want in 2002 heeft het CDA
de verkiezingen gewonnen na de jaren van paars. Met Leterme gebeurt nu
eigenlijk hetzelfde. Ook in België is er een paarse coalitie geweest van
liberalen en sociaaldemocraten. Goed, we moeten afwachten wat er uit de
kabinetsbesprekingen komt, maar in ieder geval zie je dat daar ook om die
reden veranderingen zijn opgetreden. In Duitsland is natuurlijk een iets
andere situatie, omdat je daar twee grote partijen hebt. Daar was het
duidelijk dat toen de CDU aan het langste eind heeft getrokken. In
Frankrijk is het weer iets anders omdat president Chirac tot dezelfde
politieke stroming behoort als de nieuwe president Sarkozy. Daar was
natuurlijk wel de strijd tussen de sociaaldemocrate Ségolene Royal en
Sarkozy. Wat je dus wel ziet is dat in dit deel van Europa er een bepaalde
stroom lijkt te zijn.
VAN DEN BRINK:
Is dat toevallig of zit daar toch wel een maatschappelijke onderstroom
onder?
BALKENENDE:
Nu zie je in de loop van de geschiedenis dat er regelmatige golfbewegingen
zijn in Europa. Er is wel eens een tijd geweest dat je heel veel regeringen
zag van sociaaldemocratische snit. En na verloop van tijd verandert het.
Maar het is weer niet overal hetzelfde in Europa, want bijvoorbeeld in
Spanje en Portugal waren meer conservatieve of christendemocratische
premiers aan het bewind en het zijn nu weer sociaaldemocraten. Dus het is
geen zwart-witverhaal.
VAN DEN BRINK:
Helpt het u? U moet vanavond naar mevrouw Merkel om te praten over die
Europese top. Is het dan prettig dat je van dezelfde club bent?
BALKENENDE:
Sarkozy is er natuurlijk nog niet zo lang in Frankrijk. Met Chirac had ik
hele goede contacten, dus dat moeten we nu afwachten. In België is er
natuurlijk een bijzondere situatie, omdat premier Verhofstadt België
vertegenwoordigt, terwijl me nu druk bezig is met het vormen van een nieuwe
regering. Met de bondskanselier uit Duitsland, mevrouw Merkel, heb ik hele
goede contacten.
VAN DEN BRINK:
Maar kan je elkaar dan ook aanspreken van: joh, we zijn allebei
christendemocraten dus laten we het elkaar niet te moeilijk maken?
BALKENENDE:
Nou, het heeft een voordeel. Bijvoorbeeld voorafgaand aan de Europese Raad
is er altijd een bijeenkomst van de politieke families. Dan kom je elkaar
tegen en dan kun je zeggen van: het is van belang om op deze manier eruit
te komen. Dat is een zeker voordeel. Kijk, het elkaar kennen als
regeringsleiders is een heel groot voordeel. Dat is wel zo.
- OVER EEN NIEUW EUROPEES VERDRAG -
VAN DEN BRINK:
Nou is 'r volgende week een Europese top. Die gaat eigenlijk over hoe het
verder moet met die grondwet. Hoe belangrijk is het eigenlijk dat daar
komende week een besluit over genomen is? Is er nu echt tijdsdruk of zegt
u: ach, als we er niet uitkomen doen we het een volgende keer?
BALKENENDE:
Er is wel sprake van tijdsdruk en wel om deze reden. Iedereen heeft gezegd:
voor de volgende Europese verkiezingen in 2009 zou het goed zijn als we een
verandering van de verdragen kunnen realiseren. En waarom? Het Europa van
de 27 is niet meer het Europa van de 15.
VAN DEN BRINK:
De 27 landen die onderdeel uitmaken van Europa?
BALKENENDE:
Ja. Het gaat toch om een effectief optredende Europese Unie. Het gaat om
meer transparantie. Versterking van de rol van het nationale parlement.
VAN DEN BRINK:
Maar moet er volgende week een nieuw akkoord liggen of kan het later?
BALKENENDE:
Ik vind dat we volgende week wel een akkoord op hoofdlijnen in ieder geval
moeten krijgen. Een akkoord waarin wordt aangegeven langs welke lijnen we
de verdragen willen gaan veranderen.
VAN DEN BRINK:
Is er zicht op zo'n akkoord wat u betreft?
BALKENENDE:
Het ene is dat je moet zeggen: de inhoud moet duidelijk zijn. Het tweede:
ook het tijdspad. Hoe wil je alles gaan bereiken? Dat is noodzakelijk om
volgende week te kunnen beslissen. Zou dat niet lukken dan is de vraag: als
het nu niet lukt, lukt het dan over 6 maanden wel of over 12 maanden? Het
is onze inzet om eruit te komen. Alleen, de inhoud gaat natuurlijk wel voor
het tijdspad.
VAN DEN BRINK:
Er zijn 18 landen die de vorige grondwet hebben goedgekeurd. Twee landen,
Frankrijk en Nederland, niet. Daar moet je wel uit zien te komen.
BALKENENDE:
Ja. Ik heb ook steeds gezegd: laten we voorkomen dat er blokken gaan
ontstaan.
VAN DEN BRINK:
Die zijn er toch?
BALKENENDE:
Nou, wat wij nu steeds hebben geprobeerd - en dat gaat volgens mij ook de
goede kant uit - en gezegd: er moet een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid zijn om te komen tot een wijziging van de verdragen.
En dan moeten we eigenlijk niet meer kijken wie er nu ja of nee gezegd
hebben, maar gewoon kijken wat nu het beste is voor Europa en hoe je recht
kunt doen aan de gevoelens ook van de Nederlandse bevolking.
VAN DEN BRINK:
Maar hoe schat u de kans in dat het gaat lukken komende week?
BALKENENDE:
Het is moeilijk. Laat ik een voorbeeld noemen. Bondskanselier Merkel, de
voorzitter van de Europese Raad, heeft aangegeven dat ze best wel
pessimistisch was. De Franse president en de Poolse premier hebben elkaar
gesproken en toen was het signaal toch weer wat optimistischer.
VAN DEN BRINK:
Welk signaal geeft u?
BALKENENDE:
Laat ik het zo zeggen: ik hoop dat we eruit kunnen komen. Dat is ook mijn
inzet. Alleen, dat zal afhankelijk zijn van de inhoud. Dat is nog keihard
knokken, want u kunt zich voorstellen dat zoveel landen die al ja hebben
gezegd hun opvattingen hebben. Anderen hebben weer andere ideeën. Het wordt
keihard knokken. Daar zet ik me voor in en wat mij betreft is er een goed
resultaat.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)
Ministerie van Algemene Zaken