Gemeente Den Haag

Sinds 1999 bestrijdt de gemeente Den Haag op een biologische manier de plaaginsecten in laanbomen.
De bladluizen worden biologisch bestreden met behulp van één van de natuurlijke vijanden van de bladluis: het inheemse tweestippelig lieveheersbeestje (Adalia bipunctata). De lieveheersbeestjes eten de bladluizen en hierdoor wordt de bladluispopulatie (en de overlast) minder groot. De bladluizen scheiden kleverige honingdauw uit. Deze honingdauw komt op autos, terrassen etc. terecht en veroorzaakt overlast. Op zeven bijzondere locaties in de stad worden de lieveheersbeestjes ingezet om de overlast te beperken. Een daarvan is het Lange Voorhout, een beeldbepalende locatie in de stad waar ook de beeldententoonstelling Den Haag Sculptuur plaatsvindt. Op maandag 18 juni om 12.00 uur gaat wethouder Rabin Baldewsingh de eerste larven van lieveheersbeestjes uitzetten. Dit gebeurt via een hoogwerker bij in totaal 150 bomen.

Hoe werkt het?
De larven worden speciaal gekweekt voor gebruik bij biologische bestrijding van de bladluis. Dit gebeurt door een gespecialiseerd bedrijf in biologische gewasbestrijding uit Wageningen (Entocare). Het uitzetten gebeurt door een zakje met larven in zaagsel vast te nieten in enkele hoge takken van de bomen. Uit het geopende zakje kruipen de larven al snel zelf de boom in en gaan op zoek naar eten. Wanneer de larven genoeg bladluis gegeten hebben, verpoppen ze in de boom. Na ongeveer 10 dagen komt uit de pop een volwassen lieveheersbeestje tevoorschijn. Dit lieveheersbeestje legt vervolgens weer eieren in de boom in de buurt van de bladluis en de cyclus herhaalt zich.

Het lieveheersbeestje
Een volwassen lieveheersbeestje eet 100 tot 150 luizen per dag en een larf eet tot 600 luizen per dag. Deze werkwijze komt uit de commerciële glastuinbouw. Lieveheersbeestjes gaan zich na 30 dagen voortplanten. In een normale zomer gebeurt dit in een cyclus van drie keer. In totaal leggen de lieveheersbeestjes drie keer eitjes. In de herfst zoeken de volwassen lieveheersbeestjes een plaats in de spleten in de schors van de bomen of in de onderbegroeiing om te overwinteren. In het voorjaar leggen deze lieveheersbeestjes weer eitjes. Hierbij vliegen ze meestal naar andere bomen of struiken.