Gemeente Utrecht

Utrecht pakt kindermishandeling steviger aan

Hoe vangen we signalen van kindermishandeling beter op? Hoe kunnen instanties beter samenwerken om kinderen en hun ouders te helpen? De gemeente Utrecht maakte hierover op 14 juni jl. concrete afspraken met betrokken partners. Dit gebeurde tijdens een conferentie over de Utrechtse aanpak van kindermishandeling en meisjesbesnijdenis. Jaarlijks overlijden in Nederland 50 kinderen aan mishandeling. Jeugdwethouder Rinda den Besten benadrukte tijdens de conferentie: 'Kindermishandeling is afschuwelijk. We moeten dit goed aanpakken, in het belang van de kinderen. Dat lukt alleen als instanties nog nauwer samenwerken en als de gemeente duidelijk maakt aan mensen in de stad waar ze kindermishandeling kunnen melden.'

Kindermishandeling is een drama voor het kind en het hele gezin. Kinderen dragen hun hele leven de sporen ervan en geven het helaas - op de ene of andere manier - later vaak weer door aan hun eigen kinderen. Zo blijft het drama in stand. Uit onlangs gepubliceerde cijfers van de Universiteiten van Amsterdam en Leiden blijkt dat kindermishandeling een nog groter probleem is dan tot nu toe werd aangenomen. Voor Utrecht geldt dat in een klas van 30 kinderen tenminste drie kinderen met kindermishandeling te maken hebben. De cijfers laten waarschijnlijk maar het topje van de ijsberg zien, want kindermishandeling vindt meestal onzichtbaar achter de voordeur plaats.

Afspraken
Alle partners in Utrecht willen de kinderen die het slachtoffer zijn van mishandeling beter helpen. Daarvoor gaan zij nauwer samenwerken en contact met elkaar opnemen als er vermoedens zijn van kindermishandeling en meisjesbesnijdenis. Een groot aantal afspraken is gemaakt over de Utrechtse aanpak van kindermishandeling. De nieuwe Ouder Kind Centra en Jeugdadviesteams zullen ook een belangrijke rol spelen in de aanpak van kindermishandeling.

Een greep uit de nieuwe afspraken:

* Alle instellingen zullen met een protocol signalering kindermishandeling gaan werken.
* De instellingen gaan gebruik maken van het aanbod van Bureau Jeugdzorg om medewerkers te trainen in het signaleren van kindermishandeling en in de gespreksvoering met ouders.
* Op scholen zal in lessen over seksuele vorming en bij de trainingen 'Kom op voor jezelf' ook aandacht besteed worden aan meisjesbesnijdenis.
* In september organiseert de GG&GD de eerste bijeenkomst voor zelforganisaties uit de risicolanden voor meisjesbesnijdenis. De gemeente Utrecht zal de voortgang van de gemaakte afspraken bijhouden en volgend jaar verslag doen in een vervolgconferentie. Bij de conferentie waren aanwezig: Jeugdgezondheidszorg, politie, scholen, kinderartsen, maatschappelijk werk, Indigo, wijkwelzijnsorganisaties en instellingen als Bureau Jeugdzorg/Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, huisartsenverening, MEE, Pharos, Alleato, African Sky, FSAN, De Waag en het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. Ook ambtenaren jeugdbeleid van provincie en gemeente Utrecht deden mee aan de conferentie.

Meisjesbesnijdenis
Meisjesbesnijdenis wordt in Nederland gezien als een vorm van kindermishandeling. Utrecht is in 2006 gestart met een pilot project 'Vrouwelijke Genitale Verminking'. Dit is onderdeel van een landelijk project van VWS voor zes steden. De Utrechtse doelstelling voor dit project is dat jeugdartsen en -verpleegkundigen in 2008 met alle meisjes die risico lopen op meisjesbesnijdenis (of met hun ouders) een gesprek hebben gevoerd. En dat er samenwerking tussen de betrokken organisaties in Utrecht tot stand is gekomen.

Noot voor de media

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met communicatie GG&GD Utrecht,

Annita van Prooijen, telefoon 030 - 286 33 46 of Judith van Noort, telefoon 030 - 286 33 47.