ChristenUnie
Bijdrage debat over gedragsbeïnvloeding jeugdigen
Bijdrage debat over gedragsbeïnvloeding jeugdigen
donderdag 14 juni 2007 13:43
De heer Anker (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil ook graag de minister bedanken voor zijn
uitgebreide schriftelijke beantwoording en voor zijn mondelinge
toegift. Daarop had ik eigenlijk niet meer gerekend, maar daarmee
heeft hij het een en ander in een kader geplaatst. Ik was van plan
enkele vragen over het "doe normaal"-bevel nog een keer te stellen,
maar met zijn beantwoording heeft hij die vragen overbodig gemaakt.
Wel heeft hij bij mij nog een vraag opgeroepen.
De minister zei dat het "doe-normaal"-bevel een bestuursrechtelijke
maatregel is die door de burgermeester wordt opgelegd. Volgens mij
hoeft dat niet het geval te zijn. Ik heb bijvoorbeeld een notitie voor
me uit 2003, waarin hierover ook het een en ander staat. Er zijn ook
modellen mogelijk op basis waarvan het OM een rol speelt bij het
uitvaardigen van een "doe normaal"-bevel of een "doe
normaal"-contract. Ik wil niet al te ver vooruitlopen op de discussie
die nog komt. Ik ben blij dat die gevoerd zal worden en ik hoop dat
het rapport van het onderzoek zo snel mogelijk naar de Kamer wordt
gestuurd.
Wij hebben vragen gesteld over de stroomlijning. De reden daarvoor is
dat "doe normaal" kenmerkend wordt voor de manier waarop wij omgaan
met gedragsbeïnvloeding. De minister zei al dat deze term steeds meer
gaat inhouden. Wij willen niet alleen straffen, maar ook heel
duidelijk gedragsverandering. Normaal doen moet eigenlijk het
resultaat zijn. Wellicht kunnen wij hierover na de zomer een keer
uitgebreid met elkaar spreken.
Ik heb voorts nog een vraag over de positie van de Bureaus Jeugdzorg
in het systeem. Er is een nota van wijziging uitgebracht om aan te
geven dat de verantwoordelijkheid voor het indicatiebesluit in eerste
instantie bij het Bureau Jeugdzorg ligt. De rechter moet op basis van
het indicatiebesluit een beslissing nemen. De bottleneck is evenwel de
tijdigheid. Dat is een lastig punt. Wij maken ons daarom een beetje
zorgen. Wij vragen ons af wat er gebeurt als Bureau Jeugdzorg op het
punt van de tijdigheid niet aan de eisen voldoet. Dan zou de rechter
op advies van de Raad voor de Kinderbescherming een beslissing moeten
nemen. Wij willen vooral weten wat in dat geval de rol van de Raad
voor de Kinderbescherming is. Graag willen wij ook van de minister
horen of hij zich zorgen maakt met het oog op de capaciteit die bij
Bureau Jeugdzorg nodig is om te adviseren over de beslissing. Zal die
voldoende zijn? Zal hiervoor extra formatie nodig zijn bij de Bureaus
Jeugdzorg?