ChristenUnie


Bijdrage spoeddebat over benoeming Hoogervorst als bestuursvoorzitter AFM

Bijdrage spoeddebat over benoeming Hoogervorst als bestuursvoorzitter AFM

woensdag 13 juni 2007 13:26

De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Als wij niet beter wisten, zouden wij kunnen denken dat wij een conference bijwoonden bij het lezen van de woorden van minister Bos. Uit de NRC maak ik op dat hij het klasse vindt dat de heer Hoogervorst het salaris van 270.000 euro heeft geaccepteerd. Hij zei dat dit het eerste salaris in de publieke sector is dat wij hebben weten te verlagen. Minister Bos vond het klasse van de heer Hoogervorst dat hij het meteen geaccepteerd heeft en wil dit als een eerste stap in de matiging van de salarissen in de publieke sector beschouwen. Mijn fractie heeft om een tweetal redenen moeite met deze gang van zaken, namelijk vanwege de hoogte en vanwege de manier waarop dit salaris kennelijk tot stand is gekomen.

In het coalitieakkoord is tot groot genoegen van de ChristenUnie afgesproken dat het salaris van de minister-president de norm is voor de salarissen in de publieke sector. Het salaris van de minister-president bedraagt rond de 160.000 euro; het salaris van de AFM-voorzitter is hier ruim boven. Hier klopt dus iets niet. Ik heb de brief gelezen die minister Bos aan de Kamer heeft gestuurd. Daarin haakt hij inderdaad aan op datgene wat in het coalitieakkoord is afgesproken, maar de minister beroept zich erop dat dit nog niet is uitgewerkt. Ik zie dat probleem niet zo. Het coalitieakkoord is erg duidelijk: "Met betrekking tot de inkomens in de publieke en semi-publieke sfeer geldt het inkomen van de MP als maximumnorm". Met deze benoeming wordt daar geen invulling aan gegeven en die is ver weg van wat de minister zelf noemt "de geest van het coalitieakkoord". De opmerking dat er nog geen kader is, lijkt mij niet valide. Waarom is er niet eerst een kader opgesteld en besproken met de Kamer om daarna over te gaan tot de benoeming?

Het zal duidelijk zijn dat de ChristenUnie grote vraagtekens heeft bij de manier waarop dit salaris tot stand is gekomen. Uit de woorden van de minister maak ik op dat hij zelf met het aanbod is gekomen. Er was dus geen sprake van onderhandelingen en geen sprake van grote moeite om een gekwalificeerde voorman binnen te halen. Bovendien spreken wij over een voormalig minister, die dus wel gewend was aan een ministerssalaris. Dan kan minister Bos wel zeggen dat dit een eerste stap is in de verlaging, maar dat doet geen recht aan de situatie. Het ging immers niet om een lopende benoeming, maar om een nieuwe benoeming, waarin de minister meteen daadkracht had kunnen tonen en het salaris had kunnen afstemmen op dat van de minister-president.

Tot slot heb ik drie vragen. Waarom is niet eerst een kader voor de beloningsstructuur in de overheid en de semi-overheid opgesteld en met de Kamer besproken? Waarom is de minister met dit aanbod gekomen en niet met een aanbod in lijn met het coalitieakkoord? Ziet de minister nog kans dit terug te draaien?

De heer Tang (PvdA): Ik geloof dat wij het wel eens zijn over de geest van het coalitieakkoord. Het gaat in het coalitieakkoord om de normering en maximering van de inkomens in de publieke sector. Daarmee is echter nog niet gezegd dat er geen afwijkingen van die norm kunnen plaatsvinden. In individuele gevallen, bijvoorbeeld bij zeer specialistische, specifieke functies, kan er dus sprake zijn van afwijkingen. Ik zie u "ja" knikken. Is hier geen sprake van een zeer specialistische, specifieke functie? Het is een functie in een sector waarin de directie buitengewoon goed betaald wordt. Moet je om goed toezicht te kunnen houden op de financiële wereld, soms niet ook buitengewoon betalen?

De heer Cramer (ChristenUnie): Dat zijn buitengewoon interessante vragen. Ik had die graag met de minister willen bespreken in een debat over een kader dat de Kamer kan beoordelen en waarin die uitzonderingen zijn bepaald.

De heer Vendrik (GroenLinks): Als ik de heer Cramer goed beluister, weet hij het antwoord al bijna. Als hij suggereert dat de benoeming van Hans Hoogervorst ver weg is van het coalitieakkoord, dan maak ik daaruit op dat hij niet zo veel behoefte heeft aan al die uitzonderingen en dat hij vindt dat de regels eerst maar eens keihard bevestigd moeten worden. Moet dat ook de uitkomst van dit debat zijn?

De heer Cramer (ChristenUnie): Ik wil de minister graag eerst de gelegenheid geven om zich hier publiekelijk te verklaren. Daarna zal ik een en ander in mijn fractie bespreken. Wij hebben dit punt niet voor niets in ons verkiezingsprogramma staan en wij hebben er ook op aangedrongen om het op te nemen in het coalitieakkoord. Ik ben benieuwd naar de redenen van de minister. Daarna zal ik mijn definitieve oordeel opmaken.

Tweede termijn De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Wij voeren hier een spoeddebat over de benoeming van de heer Hoogervorst. Naar mijn mening had hieraan een debat vooraf moeten gaan over het kader. Ik dank de minister voor de uitgebreide beantwoording. Ik hoor hem eigenlijk twee toezeggingen doen. De eerste is: dit is niet onder mijn bewind gedaan; ik zou het de volgende keer anders doen. De minister heeft iets van die strekking gezegd. De tweede is: ik heb het kader als een gemis ervaren.

Ik vraag van de minister om een derde toezegging en dat is dat hij de Kamer zo mogelijk per omgaande per brief informeert wanneer wij de discussie in de Kamer mogen verwachten met de minster van Binnenlandse Zaken en de minister van Financiën over het kader.