Wageningen Universiteit

14 jun 2007

Stedelingen die op het platteland gaan wonen, worden wel lid van lokale verenigingen maar mengen zich vaak minder onder de autochtone bevolking. Daardoor vinden de nieuwkomers ook weinig aansluiting bij de lokale politiek. Het landschap kan de twee groepen bij elkaar brengen.

Dat concludeert het LEI (onderdeel van Wageningen UR) na een onderzoek naar de betrokkenheid van nieuwkomers bij het verenigingsleven en het lokale bestuur op Schouwen-Duiveland en in Reeuwijk, een gemeente in het Groene Hart. De nieuwkomers komen doorgaans uit de steden, hebben meer geld, zijn hoger opgeleid en werken vaker elders dan de mensen die van oudsher in het dorp wonen. Ze worden wel lid van lokale verenigingen, maar dat is dan eerder de golf- of tennisclub dan de voetbal- of korfbalvereniging. Ook gaan nieuwkomers eerder naar de plaatselijke Rotary dan naar de kerk, die voor de autochtonen wel een belangrijke rol speelt. Wel mengen nieuwkomers die zich als eenling in een agrarische omgeving vestigen, zich eerder dan nieuwkomers in een 'exclusieve groenblauwe omgeving' in de buurt van een plas of duingebied.

Het blijkt dat deze segregatie in het publieke leven zich ook vertaalt in de deelname van de nieuwkomers in de lokale politiek. Nieuwkomers doen daar niet aan mee, en dat komt volgens onderzoekster ir. Greet Overbeek doordat mensen minder bekend onder de bevolking zijn om voldoende stemmen te trekken. Mogelijk speelt ook dat de lokale partijen werven in de verenigingen waar vooral de oorspronkelijke inwoners lid van zijn. Verder bestrijken gemeentebesturen een steeds groter gebied, waardoor de drempel tot deelname hoger wordt. Zo is Schouwen-Duiveland een gemeente met 1zestien dorpskernen. Nieuwkomers zijn daar wel in de dorpsraden te vinden die het gemeentebestuur van advies dienen.

Het landschap kan de groepen bij elkaar brengen, denken de onderzoekers. De stedelingen komen wonen op het platteland vanwege de rust, ruimte en het mooie landschap. Boeren die van oudsher in het gebied wonen onderhouden dat landschap. Gemeenten kunnen daar volgens Overbeek meer op inspelen, bijvoorbeeld door een introductiedag te organiseren voor nieuwkomers. Dat gebeurt al op Schouwen-Duiveland, waar nieuwkomers te horen krijgen wat de gemeente aan organisaties en voorzieningen te bieden heeft. De provinciale Stichting voor Landschapsbeheer organiseert cursussen hoe nieuwkomers kunnen bijdragen aan het landschap. Nieuwkomers vragen ook zelf advies over streekeigen beplanting en het onderhoud van hun erf. Verder kunnen gemeenten zowel nieuwkomers als autochtonen meer betrekken bij de lokale plannen voor landschapsontwikkeling. / Joris Tielens

Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Het wordt u aangeboden door de afdeling Corporate Communicatie. Meer informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail: resource@cereales.nl. Zie archief (inclusief Wb-artikelen) op http://www.resource-online.nl.