IP/07/811
Brussel, 13 juni 2007
Preventief deel van het stabiliteits- en groeipact moet doeltreffender
worden gemaakt
Nu het aantal landen met buitensporige begrotingstekorten afneemt, is het
van het allergrootste belang dat de nationale regeringen van de Europese
Unie van de goede economische tijden profiteren om snelle vorderingen te
maken in de richting van gezonde en houdbare begrotingssituaties. Indien het
huidige beleid wordt voortgezet, zullen slechts 10 van de 27 EU-landen in
2008 hun middellangetermijnbegrotingsdoelstelling (MTD) halen, ondanks
het feit dat de economie drie jaar op rij een hoger dan trendmatige groei te
zien zou geven. Daarom doet de Commissie vandaag een aantal voorstellen die
voortbouwen op de in 2005 doorgevoerde hervorming van het stabiliteits- en
groeipact (SGP) en waarmee wordt beoogd een betere werking van het
"preventieve deel" van het SGP te bewerkstelligen. Deze voorstellen hebben
betrekking op de wijze waarop regeringen hun begrotingsstrategieën op
middellange termijn uitstippelen en uitvoeren, alsook op de wijze waarop het
toezicht op en de coördinatie van het economische en begrotingsbeleid op
EU-niveau dienen te worden versterkt. Het is de bedoeling te komen tot een
houdbaar begrotingsbeleid dat een hogere groei en werkgelegenheid in de hand
werkt.
"Hoewel de begrotingssituatie de afgelopen vijf jaar opmerkelijk is
verbeterd, moeten de meeste lidstaten duidelijk meer werk maken van
hun begrotingsdoelstellingen. De voordelen van het voeren van een
gedegen begrotingsbeleid zijn immers onmiskenbaar: dankzij een
vermindering van de tekorten en de schulden en een algemene
verbetering van de kwaliteit van de begrotingen zouden de lidstaten in
staat zijn de nodige budgettaire middelen vrij te maken om innovatie,
investeringen, onderwijs en werkgelegenheid te bevorderen, hetgeen hun
op zijn beurt de mogelijkheid zou bieden de uitdagingen van de
mondialisering en de vergrijzing met meer vertrouwen tegemoet te
treden", aldus de heer Joaquín Almunia, het Commissielid bevoegd voor
economische en monetaire zaken.
De Commissie heeft haar goedkeuring gehecht aan een mededeling aan het
Parlement en de Raad over het waarborgen van de doeltreffendheid van
het "preventieve deel" van het SGP. Deze mededeling hoort bij en bouwt
voort op haar vandaag bekendgemaakte achtste jaarverslag over de
openbare financiën. Het Verdrag schrijft voor dat het economische en
begrotingsbeleid van de lidstaten aan toezicht moet worden onderworpen
en moet worden gecoördineerd. Daarin is voorts een plafond van 3% van
het BBP vastgesteld voor het overheidstekort en bepaald dat de
nationale schuld minder dan 60% van het BBP moet bedragen of dat
niveau in een bevredigend tempo moet benaderen. Het SGP omvat onder
meer een preventief deel waarmee wordt beoogd buitensporige tekorten
te vermijden door deugdelijke begrotingsplannen op middellange termijn
op te stellen en te realiseren.
In 2006 is de begrotingssituatie opmerkelijk verbeterd. In de EU is
het gemiddelde tekort teruggedrongen van 2,4% in 2005 tot 1,7% (en in
het eurogebied van 2,5% tot 1,6%). De schuldquote is in beide zones
voor het eerst sinds 2002 teruggelopen.
Deze ontwikkeling is te danken aan de voortgezette correctie van de
buitensporige tekorten. Na de stopzetting vorige week van de
buitensporigtekortprocedure (BTP) ten aanzien van Duitsland,
Griekenland en Malta verkeren nog zeven landen in een
buitensporigtekortsituatie, tegen 13 vóór de hervorming van het pact.
Sinds de hervorming is de procedure ook beëindigd voor Nederland
(2005), Cyprus (2006) en Frankrijk (januari 2007). De resterende zeven
landen zijn Italië en Portugal uit het eurogebied en het Verenigd
Koninkrijk, Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije. Volgens de
recentste geactualiseerde stabiliteits- en convergentieprogramma's
zullen naar verwachting nog slechts twee landen (Hongarije en
Tsjechië) eind 2008 een tekort van meer dan 3% van het BBP boeken .
De Commissie maakt zich echter zorgen over het feit dat het
preventieve deel van het pact minder goed functioneert dan het
corrigerende deel ervan. Lidstaten die hun MTD nog niet hebben
bereikt, consolideren hun financiën over het algemeen niet snel
genoeg, ondanks het gunstige economische klimaat. In sommige landen
worden belastingmeevallers gedeeltelijk aangewend om
uitgavenverhogingen te financieren. Dit doet twijfel rijzen over het
structurele karakter van de huidige begrotingsconsolidatie.
Volgens de voorjaarsprognoses van de Commissie zouden bij ongewijzigd
beleid slechts 10 van de 27 EU-landen in 2008 hun MTD hebben
verwezenlijkt, ondanks drie opeenvolgende jaren van een hoger dan
trendmatige groei.
In haar mededeling van vandaag doet de Commissie daarom een aantal
voorstellen om de doeltreffendheid van het preventieve deel van het
pact te vergroten.
* De eerste reeks voorstellen is er vooral op gericht de reikwijdte
van het begrotingstoezicht in de EU te verruimen. De voordelen van
een gezond begrotingsbeleid zullen immers beter worden begrepen
als het begrotingstoezicht in een breder economisch perspectief
wordt geplaatst, bijvoorbeeld door de aandacht sterker toe te
spitsen op interne en externe onevenwichtigheden die de
economische en budgettaire stabiliteit kunnen bedreigen.
* Ten tweede stelt de Commissie voor de zeggenschap in de in de
stabiliteits- en convergentieprogramma's opgenomen
begrotingsdoelstellingen te vergroten. Het verband tussen de
nationale begrotingen en de op EU-niveau gepresenteerde
doelstellingen kan nog in aanzienlijke mate worden versterkt,
bijvoorbeeld door de nationale parlementen en andere
overheidssectoren nauwer bij de opstelling en follow-up van de
programma's te betrekken.
* Met de derde reeks voorstellen wordt beoogd de betrouwbaarheid en
geloofwaardigheid van de begrotingsdoelstellingen op middellange
termijn te versterken. Als steeds weer van de plannen wordt
afgeweken, dan zal dit de geloofwaardigheid van deze plannen
ernstig ondermijnen. Indien meer informatie zou worden verstrekt
over de wijze waarop de begrotingsdoelstellingen naar verwachting
zullen worden verwezenlijkt in het licht van de uitgaventendensen,
dan zou het nationale begrotingsbeleid makkelijker kunnen worden
beoordeeld.
* De vierde en laatste groep voorstellen heeft betrekking op het
algemene doel van het preventieve deel van het pact, namelijk het
bewerkstelligen van houdbare begrotingssituaties op middellange
termijn. Dit vereist een beter toezicht op de tenuitvoerlegging
van de begrotingsplannen en een beter inzicht in de vraag welke
begrotingssituaties voldoende ruimte bieden om het effect van de
vergrijzing op te vangen.
Verslag en mededeling zijn beschikbaar op:
http://ec.europa.eu/economy_finance/news/hotissues/2007/public-finance
-report/main_en.htm
---
Diverse EU-landen willen op middellange termijn (d.w.z. in de
komende drie/vier jaar een sluitende begroting ("nulsaldo")
bewerkstelligen. De overige mikken op een tekort van minder dan 1% of
een begrotingsoverschot. De individuele
middellangetermijndoel-stellingen weerspiegelen doorgaans de
groeiontwikkelingen en -vooruitzichten van het betrokken land, zijn
schuldpositie en de verwachte kosten van de vergrijzing.
De voorjaarsprognoses van de Commissie van 7 mei waren minder
optimistisch en hielden rekening met vijf landen: Portugal, Tsjechië,
Hongarije, Polen en Roemenië.
European Union