05-06-2007: Van vruchtwater naar hartklep
Nieuwe methode in ontwikkeling voor pasgeborenen met hartafwijking
Uit het vruchtwater kunnen voldoende cellen gewonnen van ongeboren
babys om in de toekomst falende hartkleppen bij de geboorte meteen te
vervangen door lichaamseigen exemplaren. Deze conclusie trekt Dörthe
Schmidt uit haar promotieonderzoek aan de Technische Universiteit
Eindhoven (TU/e). Dit nieuwe inzicht zou binnen tien jaar kunnen
leiden tot de eerste succesvolle operaties bij pasgeborenen. Schmidt
verdedigt woensdag 13 juni haar proefschrift in het Van Abbemuseum in
Eindhoven. De 34-jarige Dörthe Schmidt werkt in het Academisch
Ziekenhuis Zurich, waar zij in nauwe samenwerking met de faculteit
Biomedische Technologie van de TU/e haar promotie-onderzoek uitvoerde.
Lichaamseigen weefsel
Bijna 1 procent van alle babys komen ter wereld met een hartafwijking.
In veel gevallen is een hartoperatie direct na de geboorte nodig om
nieuwe, kunstmatige hartkleppen te implanteren. Het nadeel is dat deze
kleppen niet meegroeien en nog een paar keer vervangen moeten worden
door grotere exemplaren. Deze extra operaties brengen veel risicos met
zich mee, wat er toe leidt dat gemiddeld 4,8% van de jonge patiëntjes
hieraan overlijdt. Een veelbelovende manier om die extra operaties
overbodig te maken is om hartkleppen te maken van lichaamseigen
weefsel die kunnen meegroeien met het lichaam. Dit onderzoek is in een
redelijk vergevorderd stadium met gebruik van volwassen cellen, waar
een klein stukje bloedvat voldoende basismateriaal biedt om
functionerende hartkleppen te kweken. Dit opkweken van een groepje
lichaamscellen duurt echter 8 tot 10 weken, een periode die pasgeboren
babys met hartafwijkingen niet altijd gegeven is. Onderzoekers zijn
dan ook op zoek naar methoden om celmateriaal bij babys af te nemen
ruim vóór de geboorte. Met als doel om die cellen tijdens de
zwangerschap te laten uitgroeien tot hartkleppen, die direct na de
geboorte ingebracht kunnen worden.
Vruchtwaterpunctie
Het afnemen van lichaamscellen bij ongeboren babys is nog niet zon
eenvoudige opgave. Om een goede hartklep te kunnen kweken, zijn twee
typen stamcellen nodig; zowel de myofibroblastcellen, die zorgen voor
een stevige spierstructuur, als de endotheelcellen, die dienen als
beschermlaagje aan het oppervlak van de hartklep. In de navelstreng,
in het bloed van de navelstreng en in de moederkoek zit slechts één
type cel, waardoor er twee ingrepen nodig zijn om zowel de
myofibroblast- als de endotheelcellen te winnen. Schmidt kwam tijdens
haar onderzoek er achter dat in het vruchtwater voldoende cellen
voorkomen van beide types. Waarmee nog maar een ingreep nodig zou
zijn. Namelijk een simpele vruchtwaterpunctie die nu al regelmatig
wordt ingezet om de kans op genetische afwijkingen zoals het
Down-syndroom bij babys te bepalen.
Zeker vijf jaar
Het is echter nog te vroeg om met de cellen uit het vruchtwater goed
functionerende hartkleppen te maken. Zo is het nog niet mogelijk om
precies de twee verschillende celtypes uit het vruchtwater te
scheiden. Op dit moment bestaan de opgekweekte weefsels nog uit
mengsels van beide celtypes. Daarnaast moeten de hartkleppen nog iets
steviger worden en zijn er uitgebreide testen bij dieren nodig om de
functionaliteit te testen. De verwachting is dat het nog minstens vijf
jaar kan duren voordat de eerste baby na de geboorte een eigen
hartklep ingebracht zal krijgen.
Technische Universiteit Eindhoven