Antwoorden op kamervragen van Agema over de verhoging van het vrij besteedbare deel van het persoonsgebonden budget naar EUR 2.500,--,
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U-2770108
13 juni 2007
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het
Kamerlid Agema over de verhoging van het vrij besteedbare deel van het
persoonsgebonden budget naar EUR 2.500,- (2060714460).
Vraag 1
Kent u het bericht 1) dat het vrij besteedbare deel van het
persoonsgebonden budget (pgb) vertienvoudigd is van EUR 250,-- naar
EUR 2.500,-- euro, en dat mensen dit geld als extra inkomsten kunnen
gaan zien waar ze bijvoorbeeld van op vakantie gaan?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat, op het moment dat er gemeenschapsgeld wordt
gegeven aan instellingen of individuen, elke eurocent daarvan
verantwoord moet worden door middel van bonnen en facturen? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord 2
Nee, die mening deel ik niet. Dat is altijd een afweging ten opzichte
van de administratieve lasten die daar tegenover staan. De verhoging
is bedoeld om de administratieve lasten van budgethouders te
verminderen vanuit het vertrouwen dat budgethouders hun pgb op basis
van geïndiceerde zorg ook daadwerkelijk aan zorg besteden.
Uiteraard zullen de maatregelen worden geëvalueerd.
Vraag 3
Hoe voorkomt u dat mensen dit geld als extra inkomen gaan zien? In
hoeveel gevallen is er sprake van fraude en wordt het vrij besteedbare
deel van het pgb als extra inkomen gebruikt in plaats van als
aanwending voor verpleging, verzorging en begeleiding?
Antwoord 3
Een zorgvrager die een pgb aanvraagt, doet dit op basis van een
indicatiebesluit. Dat indicatiebesluit bepaalt welke zorg en de
hoeveelheid zorg waarop de zorgvrager recht heeft. Dat
indicatiebesluit is niet voor niets afgegeven. De budgethouder heeft
met een pgb vervolgens de mogelijkheid zijn zorg zelf in te kopen.
Wanneer budgethouders hun budget ergens anders aan zouden besteden dan
aan AWBZ-zorg dan wel het verantwoordingsvrije bedrag als extra
inkomen gaan zien, hebben ze daar zelf het meeste last van.
Uiteraard acht ik een dergelijke handelwijze van pgb-houders
ongewenst.
Mocht na verloop van tijd blijken dat het verantwoordingsvrije bedrag
aan andere doeleinden wordt besteed, dan leidt het middel kennelijk
niet tot het gewenste doel. Dan zal er gezocht worden naar een andere
oplossing om de administratieve last voor budgethouders te verlichten.
Vraag 4
Deelt u de mening, dat als de verhoging van dat deel van het pgb waar
geen verantwoording over gegeven hoeft te worden, nog steeds altijd
voor zorg wordt besteed, daar toch wel een verantwoording door middel
van bonnen en facturen voor gegeven moet worden?
Antwoord 4
Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Als per pgb-houder over EUR 2.500,-- per jaar geen verantwoording meer
gegeven hoeft te worden maar van dit geld wel verpleging, verzorging
en begeleiding voor ingekocht wordt, werkt dat dan geen zwartwerken in
de hand? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Neen, omdat de zorgverlener die de budgethouder voor zijn zorg heeft
ingehuurd, zijn inkomsten uit het pgb moet opgeven bij de
Belastingdienst.
1) De Telegraaf, Vakantie vieren van zorgbudget, 4 mei 2007