Klink omarmt programma patiëntveiligheid
Toespraak, 12 juni 2007
Minister Klink heeft in Rotterdam op het vierde symposium
patiëntveiligheid van de Inspectie voor de Gezondheidszorg het plan
`Voorkom schade, werk veilig' in ontvangst genomen. De minister juicht
de veiligheidsplannen van het zorgveld toe. De plannen vormen een
kernelement van het programma veilige zorg, dat de minister binnenkort
naar de Kamer stuurt. De volledige tekst van zijn toespraak staat
hieronder.
Geachte aanwezigen,
'Voorkom schade, werk veilig' is het thema dat deze dag heeft
beheerst. In deze vier woorden ligt een veelomvattend programma van
maatregelen en onderzoek besloten. ,,Voorkom schade, werk veilig'',
laat zich dan ook het beste lezen als een oproep. Met een groot
uitroepteken erachter.
Kwaliteit van zorg is een speerpunt van mijn beleid. Ik concentreer me
daarbij op drie pijlers: transparantie, de positie van de
consument/patiënt en natuurlijk het thema van deze dag,
patiëntveiligheid.
Onlangs heb ik met de Kamer indringend gesproken over de veiligheid in
de zorg. Dat was naar aanleiding van het Emgo-Nivel-rapport Onbedoelde
schade in de Nederlandse ziekenhuizen. Ik heb de Tweede Kamer
toegezegd na 12 juni te komen met een programma veilige zorg. Ik heb
voor die datum gekozen wegens dit congres. Immers de plannen die hier
vandaag zijn gepresenteerd, vormen voor mij een kernelement van het
programma veilige zorg.
Het programma veilige zorg dat ik samen met de staatssecretaris de
Kamer zal aanbieden, bestaat uit meerdere thema's en verschillende
delen. Deel 1 van mijn programma betreft de onderwerpen
ziekenhuiszorg, medicatieveiligheid, onderwijs en onderzoek.
Ik richt me nu vooral op de ziekenhuissector. Hoewel bijvoorbeeld ook
het onderwerp medicatieveiligheid van groot belang is, ga ik nu niet
uitgebreid in op die andere onderdelen. Ik verwijs u daarvoor naar de
brief die ik nu zo snel mogelijk aan de Kamer stuur.
Allereerst wil ik onderstrepen dat het niveau van de ziekenhuiszorg in
Nederland over het algemeen goed is. Het rapport van Emgo-Nivel geeft
aan dat we het ten opzichte van het buitenland niet slecht doen. Maar
niet slecht, is niet goed genoeg. Zoals op 25 april door diverse
betrokken partijen is aangegeven, is iedere vermijdbare dode er één te
veel. De kennis die we nu hebben over vermijdbare fouten en over `best
practices' toont aan dat er zeker nog vooruitgang is te boeken en
geboekt moet worden.
Ik ben daarom ook blij met het veiligheidsprogramma, zoals de
Inspecteur Generaal dat zojuist heeft gelanceerd. Wat me het meest
bevalt, is dat het plan is gelanceerd door de betrokken partijen. Ik
kan niet nalaten om die partijen even te noemen om te onderstrepen hoe
breed gedragen het thema veiligheid en vermijdbaar letsel is: de Orde
van Medisch Specialisten, de vereniging van ziekenhuizen NVZ, de
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra NFU,
Verplegenden en Verzorgenden Nederland en het Landelijk Expertise
Centrum LEVV.
In de afgelopen periode, al enige tijd overigens, hebben al deze
organisaties hard gewerkt om tot deze gezamenlijke aanpak te komen. Er
spreekt een enorme wil tot verbeteren uit van de partijen zelf. Ik ben
er van overtuigd dat deze positieve houding, de wil om te verbeteren
en verantwoording af te leggen, noodzakelijk is om verbeteringen te
realiseren. Het is een stimulans om voortvarend door te gaan op de weg
naar zo veilige mogelijke zorg.
In het Veiligheidsprogramma dat zojuist is gepresenteerd komen
verschillende elementen naar voren. Ten eerste de structurele
inbedding van veiligheid via het veiligheidsmanagement systeem,
kortweg VMS. Nu de elementen van een VMS bekend zijn, kunnen alle
instellingen in Nederland ermee aan de slag. Veel instellingen zijn
daar ook al mee bezig. Maar alleen het hébben van een VMS maakt de
zorg niet veiliger. Dat hebben we vanmorgen ook gehoord Daarom is het
goed dat er aandacht wordt geschonken aan concrete thema's waarop
verbeteracties worden ingevoerd. Dit zijn thema's, door de partijen en
de inspectie samen gekozen, waarmee instellingen snel aan de slag
kunnen en móeten. Ik ondersteun de gezamenlijke aanpak van het veld en
de IGZ, die systematisch zal toezien op de uitvoering van het
veiligheidsplan.
Tot mijn genoegen is er in het vandaag gepresenteerde plan ook veel
aandacht voor onderwijs, opleidingen en onderzoek. Dat zijn thema's
die niet buiten beschouwing mogen blijven. Continu onderzoek is nodig
om de kennis over veiligheid en `best practices' te verbeteren. Er is
een regelrechte cultuuromslag nodig om van het denken aan veiligheid
een vanzelfsprekendheid te maken en een veilige cultuur te scheppen
waarbij open over fouten kan worden gesproken. Die omslag kan alleen
worden bereikt door er gedurende de gehele opleiding aandacht aan te
besteden.
Ik heb er vertrouwen in dat de veiligheid echt verbeterd wordt. Ik
omarm het gezamenlijke Veiligheidsprogramma en de daarin opgenomen
acties dan ook met enthousiasme. Wat mij betreft krijgen deze plannen
een centrale plaats in het programma veilige zorg dat ik de Tweede
Kamer zal gaan voorleggen.
Hiermee geef ik de sector het vertrouwen en de vrijheid om zelf aan de
slag te gaan. Maar de geboden vrijheid is niet een synoniem voor
vrijblijvendheid. Alle zorginstellingen en alle afdelingen moeten
meedoen, er is geen ruimte voor achterblijvers.
Mijn rol is ervoor te zorgen dat alle instellingen mee doen en ik zal
in de gaten houden of de plannen inderdaad de gewenste effecten
hebben. Ik zal de voortgang dus volgen, zonodig hinderlijk volgen.
De IGZ zal dus daadwerkelijk toetsen op de invoering van het VMS, maar
ook op de verbeteringen bij de afgesproken thema's. De inspectie heeft
daartoe een heel assortiment van instrumenten, die variëren van
stimuleren en adviseren tot aan het nemen van bestuurlijke maatregelen
aan toe indien de veiligheid in het geding is.
Om kwaliteit te verbeteren is de professionele inzet nodig van alle
betrokken partijen. Ik vind het een erezaak eraan te werken dat in het
moderne gezondheidsstelsel niet alleen op prijs, maar vooral ook op
kwaliteit wordt geconcurreerd. Marktwerking is geen doel op zich, maar
is onderdeel van een kwaliteitsslag in de zorg.
Zoals ik heb aangegeven is de noodzaak voor een aanpak van
patiëntveiligheid zorgbreed. Deel 1 van mijn programma betreft de
onderwerpen ziekenhuiszorg, medicatieveiligheid, onderwijs en
onderzoek. Maar er volgt ook nog een tweede deel, dat de
staatssecretaris zal presenteren tijdens de week van de
patiëntveiligheid in november. In dat deel staat de langdurige zorg
centraal: de verpleging, verzorging en thuiszorg, en de
gehandicaptenzorg. In diezelfde maand zal ik op het NHG-congres een
plan over de huisartsenzorg presenteren. Overigens heb ik vanochtend
in Den Haag al het startsein gegeven voor het programma `De nieuwe
praktijk', dat de veranderende rol van de huisarts nader omschrijft.
De ziekenhuissector is op de goede weg en ik ga er van uit dat we ook
goede resultaten behalen. Zoals ik al eerder heb gezegd, is een
halvering van de hoeveelheid vermijdbare fouten in vijf jaar tijd
haalbaar. Dat is ambitieus, maar het moet zijn te realiseren op basis
van de vandaag gepresenteerde acties en de vele al lopende
activiteiten bijvoorbeeld in het kader Sneller Beter.
Hoewel we uiteraard streven naar NUL vermijdbare fouten, besef ik dat
zoiets niet realistisch is. Waar wordt gewerkt, worden ook fouten
gemaakt. Bovendien verandert ons beeld van hetgeen vermijdbaar is door
nieuwe kennis en nieuwe technieken. Wat we nu als onvermijdelijk
beschouwen, vinden we over vijf jaar misschien wel vermijdbaar. Maar
die wetenschap kan en mag nooit leiden tot ontwijkend, excuserend
gedrag of gebrek aan urgentie. Integendeel, ambitie van alle partijen
is nodig.
Het terugdringen van het aantal vermijdbare fouten maakt deel uit van
een landelijke agenda. Er worden indicatoren ontwikkeld voor de
afgesproken thema's. Alle instellingen zijn verplicht hierover
verantwoording af te leggen. De IGZ zal in de gaten houden waarom een
instelling eventueel slecht scoort. Instellingen die onvoldoende inzet
tonen om verbeteringen door te voeren, kunnen worden aangepakt,
financieel via de verzekeraar; aan de andere kant via de inspectie.
Nogmaals, de lat ligt hoog. Ik ga er van uit dat een halvering van het
aantal vermijdbare fouten binnen vijf jaar reëel is en gehaald wordt.
Ik hoop en ga er van uit dat u die ambitie deelt.
Dames en heren,
Bij al deze, soms heel technische plannen, mag natuurlijk niet uit het
oog worden verloren dat de cliënt centraal staat. De cliënt heeft niet
alleen goede informatie nodig, hij moet ook een sterke positie hebben.
Daarom zal zijn rechtspositie ten opzichte van de zorgverlener beter
worden geregeld. En tegelijk willen wij ruimte geven aan de
zorgaanbieder om flexibel te kunnen inspelen op de zorgvraag.
Geachte aanwezigen.
Samenvattend. De drie pijlers voor de komende vier jaar zijn:
1. Zichtbare kwaliteit
2. Natuurlijke patiëntgerichtheid
3. Vanzelfsprekende veiligheid.
Onze ambitie is: veilige zorg op een kwalitatief hoog niveau.
Klantgericht, met voldoende keuzemogelijkheden en met duidelijke
rechten en plichten voor iedereen.
Dames en heren, ik dank u voor uw aandacht en ik wens u veel succes
toe bij het verwezenlijken van alle vandaag gepresenteerde plannen
voor een beter en veiliger zorgstelsel.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport