12 jun 2007
Onderdeel: Animal Sciences Group
Verhoging van het aandeel grondstoffen van biologische herkomst in
biologische voeders van 85% naar 100% leidt bij het huidige
grondstoffenaanbod tot een hoger ruwe celstof- en een lager
methioninegehalte in het voer. Uit onderzoek van de Animal Sciences
Group van Wageningen UR blijkt dat verhoging van het ruwe
celstofgehalte resulteert in een lagere groei en voeropname. Het
effect van ruwe celstof op de voederconversie is afhankelijk van de
leeftijd van de kuikens. Het onderzoek werd gefinancierd door het
ministerie van LNV en aangestuurd door Bioconnect, het kennisnetwerk
voor Biologische Landbouw en Voeding in Nederland.
100% biologisch voer
Het uiteindelijke doel van het onderzoek was om te komen tot 100%
biologisch voer dat goede technische resultaten geeft en het welzijn
en de gezondheid van het dier niet aantast. Het onderzoeksrapport
beschrijft de resultaten van een dierexperiment met 1680 biologisch
gehuisveste, traag groeiende vleeskuikens in de leeftijd van 1 tot 70
dagen. De helft van de kuikens was van het type JA957 en de andere
helft van het type Master Gris. De onderzoekers wilden met dit
experiment het effect bepalen van ruwe celstof- en methioninegehalte
in het voer op technische resultaten en slachtkwaliteit. Voor het
behouden van de technische resultaten op het huidige niveau is het
gewenst om bij het optimaliseren van 100% biologische
vleeskuikenvoeders te streven naar handhaving van het ruwe celstof- en
methioninegehalte op het niveau dat nu gehanteerd wordt in 85%
biologische voeders.
Downloaden rapport De resultaten van het onderzoek staan in rapport 48
"Invloed van ruwe celstof- en methioninegehalte in voer op resultaten
van biologische vleeskuikensâ (2007).
Contact
Animal Sciences Group
Jan van Harn
0320- 293 515
jan.vanharn@wur.nl
Animal Sciences Group
Marinus van Krimpen
0320-293 507
marinus.vankrimpen@wur.nl
Wageningen Universiteit