Gezondheidsraad Nederland

Kanttekeningen over mogelijke beperkingen bij MRI bij invoering van een EU richtlijn

Problemen verwacht met het gebruik van MRI door medisch personeel

In april 2008 moet een Europese richtlijn die de maximale blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden regelt in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd. Met name vanuit de medische wereld zijn echter geluiden te horen dat de richtlijn voor problemen kan zorgen. De blootstelling van medisch personeel dat werkt bij MRI-apparatuur zou de limiet namelijk wel eens kunnen overschrijden. Dan zouden zij bepaalde verrichtingen niet meer kunnen uitvoeren.
Dat zou onwenselijk zijn. Gebruik van MRI heeft voor patiënten namelijk veel voordelen. Maar de gezondheid van werknemers moet uiteraard ook beschermd worden. Daarom gaat de Gezondheidsraad in dit advies na welke problemen er te verwachten zijn. Ook doet de raad voorstellen voor manieren om die op te lossen. Daarbij wordt gekeken naar twee soorten elektromagnetische velden die aanwezig zijn bij MRI-apparaten: laagfrequente schakelende gradiëntvelden en statische magneetvelden.

De Europese richtlijn voor laagfrequente velden behoeft herziening

In de medische wereld bestaat het vermoeden dat de blootstelling van mensen die werken met MRI-apparatuur aan laagfrequente schakelende gradiëntvelden in sommige gevallen hoger zal zijn dan de limieten uit de Europese richtlijn. Dat zou dan een reden zijn om de praktijk aan te passen. Er zijn echter ook aanwijzingen dat de richtlijn op bepaalde punten strenger is dan nodig.
Sinds de publicatie van de aanbevelingen van de International Commission for Non-Ionizing Radiation (ICNIRP), die de basis vormen voor de Europese richtlijn, zijn namelijk nieuwe wetenschappelijke gegevens beschikbaar gekomen over de effecten van laagfrequente velden. Die suggereren dat de eerder gestelde norm te laag ligt. Daarom is het aan te bevelen om de limieten in de Europese richtlijn te herzien, en wel voor het frequentiegebied tot 10 MHz, en deze te baseren op de meest recente wetenschappelijke inzichten.

Vaststellen van de blootstelling aan laagfrequente velden rond scanners kan nauwkeuriger

Een ander punt is hoe het beste vastgesteld kan worden of een norm voor de blootstelling aan laagfrequente velden rond MRI-apparatuur is overschreden. De schakelende gradiëntvelden zijn namelijk gepulste velden en daarvoor geeft de Europese richtlijn aparte regels. Om de blootstelling van gepulste velden nauwkeurig te kunnen bepalen kan gebruik worden gemaakt van computermodellen. Die zijn echter pas vrij recent ontwikkeld en hebben nog niet voldoende gegevens opgeleverd. Voorlopig verdient daarom een alternatieve methode, die is gebaseerd op empirische gegevens over de prikkeling van bepaalde zenuwen, de voorkeur.
Berekeningen die volgens die methode zijn uitgevoerd voor de conventionele MRI-scanners (met een sterkte van 1,5 of 3 T) geven aan dat de normen uit de huidige richtlijn dan waarschijnlijk niet worden overschreden - zolang medisch personeel tenminste 10 tot 20 centimeter afstand bewaart tot de opening van het apparaat. Gebruikmakend van deze empirische methode zou voor alle typen MRI-scanners die in de medische praktijk worden gebruikt berekend moeten worden hoe hoog de blootstelling is voor mensen die met deze apparaten werken.
In de richtlijn zou ook duidelijker dan nu het geval is aangegeven kunnen worden hoe omgegaan moet worden met blootstelling aan pulsvormige signalen.

Personeel moet informatie krijgen over duizeligheid door bewegen nabij een scanner

Medisch personeel dat werkt met MRI-apparatuur beweegt zich bij een aantal handelingen door het statische magneetveld dat de scanner opwekt. Daarbij ontstaan in het lichaam elektrische stroompjes. Er zijn aanwijzingen dat dit kan leiden tot duizeligheid en misselijkheid. De Europese richtlijn geeft voor de blootstelling aan een statisch magneetveld echter geen normen, in afwachting van een herziening van de aanbevelingen van de ICNIRP.
Toch kan ook zonder zo'n norm al iets gedaan worden om klachten te voorkomen. Medisch personeel dat met MRI-apparatuur werkt moet informatie krijgen over de duizeligheid en misselijkheid die kunnen optreden als zij bewegen in de nabijheid van een scanner. Dat is in hun eigen belang, maar ook in dat van patiënten. Soms worden binnen het statische veld van een scanner namelijk ook medische handelingen verricht. Duizeligheid en misselijkheid kunnen dan van invloed zijn op het functioneren.
Verder zouden voor iedere werknemer, op grond van zijn of haar eigen ervaringen, optimale procedures voor het werken (en met name het bewegen) in een statisch magnetisch veld vastgesteld moeten worden, in overleg met de werkgever.

Praktische aanpassingen kunnen de blootstelling verder beperken

Het is sowieso aan te bevelen om procedures, technieken en apparatuur zo aan te passen dat de blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden van welke aard dan ook zoveel mogelijk beperkt kan worden. Als er apparatuur beschikbaar is om bepaalde handelingen op afstand te verrichten, is het raadzaam deze te gebruiken.

Registreren van de blootstelling is aan te bevelen

Volgens de Europese richtlijn moet er "passend toezicht" zijn op de gezondheidstoestand van mensen die werken met MRI-apparatuur. In dat licht is het wenselijk om te registreren aan welke hoeveelheden elektromagnetische velden zij blootstaan. Deze gegevens kunnen op termijn gebruikt worden om onderzoek te doen naar een mogelijk verband tussen deze blootstelling en eventuele gezondheidsproblemen.


12 juni 2007

---

Samenvatting | Persbericht PDF | PDF | Citeertitel
---