Radboud Universiteit Nijmegen
Richtlijnen voor palliatieve sedatie worden nog te weinig gebruikt
Vier van de tien artsen maken geen gebruik van de Nederlandse
richtlijnen voor palliatieve sedatie, zo blijkt uit onderzoek dat
Jeroen Hasselaar vandaag publiceert in Archives of Internal Medicine.
De toepassing van de richtlijnen leidt tot een betere kwaliteit van
sedatie van de patiënt. Hasselaar, beleidsmedewerker van het UMC St
Radboud, pleit dan ook voor een betere implementatie van de
richtlijnen en - waar mogelijk - de inzet van palliatieve
zorgconsulenten.
Voordat de nationale richtlijn Palliatieve sedatie van de KNMG eind
2005 werd ingevoerd, kende Nederland twee richtlijnen voor palliatieve
zorg, die nauwelijks van elkaar verschilden. De compacte eerste
richtlijn werd in 2002 gepubliceerd, de uitgebreidere tweede volgde in
2003. Jeroen Hasselaar onderzocht in hoeverre artsen deze richtlijnen
gebruiken wanneer ze continue en diepe sedatie toepassen bij terminaal
zieke patiënten. 40 procent van de artsen laat de richtlijnen in dat
geval links liggen, zo constateert Hasselaar.
Publiceren is niet genoeg
Bij palliatieve sedatie worden ondraaglijke en onbehandelbare
stresssymptomen aangepakt met medicijnen die een daling van het
bewustzijn teweegbrengen. Om de gewenste medicatie voor de patiënt te
bepalen, vallen slechts zes van de tien artsen terug op de
richtlijnen. Dit geringe aantal is mogelijk te wijten aan het feit dat
de richtlijn uitsluitend is gepubliceerd, dus zónder een structurele
implementatie.
Hasselaar: 'Het lijkt raadzaam om in de toekomst potentiële gebruikers
van zo'n richtlijn actief te benaderen. Juist artsen die niet vaak met
palliatieve sedatie te maken krijgen, zouden vaker een beroep moeten
doen op een palliatieve zorgconsulent. Dat werkt erg goed, zo blijkt
uit mijn onderzoek, en voorkomt dat iedereen alle richtlijnen paraat
moet hebben.'
Valkuil
Hasselaar signaleerde ook een veel voorkomende valkuil: menig arts die
een patiënt gaat sederen, vermindert of stopt dan met de bestaande
medicatie. Hasselaar: 'Begrijpelijk, want een rustige, slapende
patiënt geeft het idee dat bijvoorbeeld de pijnsensatie over is. Maar
dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Uitgangspunt is: blijven
doorbehandelen van symptomen. Vaak maakt de bestaande medicatie juist
een lichtere sedatie mogelijk!'
Noot voor de pers
Artikel: Jeroen G.J. Hasselaar, Rob Reuzel, Stans Verhagen, Alexander
de Graeff, Kris Vissers, Ben Crul - Improving Prescription in
Palliative Sedation. Verschenen in: Archives of Internal Medicine. De
studie werd gesubsidieerd door NWO en uitgevoerd binnen het
Pijnkenniscentrum, afdeling Anesthesiologie UMC St Radboud Nijmegen