IP/07/794
Brussel, 11 juni 2007
Raad Landbouw: akkoord over een duidelijker regeling voor het gebruik van de
verkoopbenaming "kalfsvlees"
De ministers van Landbouw van de Europese Unie hebben vandaag besloten de
voorwaarden te verduidelijken voor de afzet van vlees van runderen die niet
ouder waren dan twaalf maanden. Volgens de nieuwe regels moeten in de
onderscheiden lidstaten vaste verkoopbenamingen voor de betrokken
vleescategorieën worden gebruikt, dit in combinatie met een aanduiding van
de leeftijdsklasse van de dieren bij het slachten ervan. Daarmee wordt
beoogd de markt doorzichtiger te maken en ervoor te zorgen dat de
consumenten precies weten wat zij kopen. Er zijn langdurige discussies met
alle belanghebbende partijen aan voorafgegaan, waaronder ook een
internetraadpleging waarbij consumenten onder meer is gevraagd wat zij zich
bij de term "kalfsvlees" voorstellen. De nieuwe verordening is een antwoord
op verzoeken van het bedrijfsleven en van lidstaten om te komen met
duidelijker voorschriften die zijn afgestemd op de uiteenlopende
productiesystemen in de onderscheiden lidstaten, en zal ervoor zorgen dat de
eengemaakte interne markt beter functioneert en dat de consumenten beter
worden voorgelicht.
Wat runderen betreft die niet ouder zijn dan twaalf maanden wanneer
zij worden geslacht, bestaan er vaak verschillen van lidstaat tot
lidstaat als het gaat om de productie en de afzet van het betrokken
vlees en de kenmerken van de dieren op het moment dat zij worden
geslacht. Er zijn twee hoofdtypen van productiesystemen. Bij het
eerste systeemtype krijgen de dieren vooral melk en melkproducten als
voer en worden zij geslacht voordat zij acht maanden oud zijn. Bij het
tweede systeemtype wordt nagenoeg uitsluitend gewerkt met op granen
- hoofdzakelijk maïs - gebaseerd voer, aangevuld met ruwvoer, en
worden de dieren geslacht op een leeftijd van tien maanden of ouder.
Terwijl het eerste productietype in bijna alle lidstaten bestaat,
heeft het tweede zich slechts in enkele lidstaten ontwikkeld,
hoofdzakelijk Nederland, Denemarken en Spanje.
Op de belangrijkste consumentenmarkten in de EU wordt vlees dat
afkomstig is van deze verschillende productiesystemen, tot nu toe
doorgaans op de markt gebracht onder één en dezelfde verkoopbenaming:
"kalfsvlees". Gewoonlijk wordt daarbij geen melding gemaakt van het
soort voer dat de dieren hebben gekregen, en evenmin van de leeftijd
waarop zij werden geslacht.
De ervaring leert dat deze gang van zaken de handel kan verstoren en
oneerlijke concurrentie kan bevorderen en dus een rechtstreeks
probleem vormt voor het correct functioneren van de interne markt.
Tussen de prijs af slachterij van vlees van het ene systeem en die van
vlees van het andere systeem kan immers een verschil van ongeveer 2 à
2,50 EUR per kg bestaan. Ook kan deze situatie verwarring veroorzaken
bij de consumenten doordat zij kunnen worden misleid omtrent de
werkelijke kenmerken van het product dat zij kopen. Daarom hebben
verscheidene lidstaten de Commissie verzocht een voorstel te doen ter
verduidelijking van de voorwaarden voor de afzet van het betrokken
vlees, vooral wat het gebruik van de verkoopbenaming "kalfsvlees"
betreft.
Bij de door de Commissie gehouden openbare raadpleging hebben de
meeste consumenten gezegd dat volgens hen de kenmerken van rundvlees
in belangrijke mate worden bepaald door de leeftijd waarop de dieren
worden geslacht, en door het voer dat zij hebben gekregen. De meesten
vonden het gewicht van de dieren bij het slachten ervan minder
belangrijk. Ook onderzoek heeft uitgewezen dat organoleptische
kenmerken van vlees zoals malsheid, smaak en kleur verschillen
naargelang van de slachtleeftijd en het gebruikte voer. Voorts heeft
de raadpleging aan het licht gebracht dat eenzelfde verkoopbenaming
verschillende verwachtingen kan wekken bij de consumenten, afhankelijk
van de lidstaat.
De Raad Landbouw heeft daarom ingestemd met het voorstel van de
Commissie om voor elke afzonderlijke lidstaat twee verkoopbenamingen
te bepalen, namelijk enerzijds voor vlees van dieren die niet ouder
waren dan acht maanden, en anderzijds voor vlees van dieren die ouder
dan acht maar niet ouder dan twaalf maanden waren, en in beide
gevallen de verkoopbenaming vergezeld te laten gaan van een aanduiding
van de leeftijdsklasse van het dier bij het slachten. Bij de keuze van
die verkoopbenamingen is zoveel mogelijk rekening gehouden met
gebruiken en culturele tradities om de consumenten te helpen producten
te kopen die beantwoorden aan hun verwachtingen. Wat vlees van de
eerste categorie betreft, wordt de verkoopbenaming in Nederland en
Vlaanderen "kalfsvlees". Vlees van de tweede categorie zal in
Nederland "rosé kalfsvlees" en in Vlaanderen "jongrundsvlees" worden
genoemd.
De nu vastgestelde verkoopbenamingen of verkoopbenamingen die ervan
zijn afgeleid, mogen niet worden gebruikt om vlees te etiketteren dat
afkomstig is van dieren die ouder waren dan twaalf maanden toen zij
werden geslacht.
Handelaren die de in de verordening bepaalde verkoopbenamingen willen
aanvullen met andere, facultatieve vermeldingen, mogen dit doen mits
zij zich houden aan Verordening (EG) nr. 1760/2000, waarbij een
identificatie- en registratieregeling voor runderen en bepalingen
inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten zijn
vastgesteld.
Om consequent te zijn en concurrentievervalsing tegen te gaan moet ook
het uit derde landen ingevoerde vlees aan de bepalingen van de
verordening voldoen.
De Europese Unie produceert ongeveer 800.000 ton kalfsvlees per jaar.
De grootste producenten zijn Frankrijk (30% van de totale
hoeveelheid), Nederland (26%), Italië (18%), België (7%) en Duitsland
(6%). Frankrijk en Italië zijn de belangrijkste consumenten van
kalfsvlees. Samen nemen zij ongeveer 70% van de Europese consumptie
voor hun rekening.
European Union