Trijntje Oosterhuis in Sint Petersburg
11 juni 2007, Den Haag - Trijntje Oosterhuis heeft in mei een
driedaags bezoek aan het Russische Sint Petersburg gebracht. Ze
ontmoette daar kinderen die besmet zijn met hiv en met de
hulpverleners die deze kinderen opvangen. Een verslag van haar reis
kunt u op deze pagina's lezen.
Tekst Colet van der Ven, foto's Bart Eijgenhuijsen
Trijntje Oosterhuis met crew voor de Hermitage in Sint
Petersburg.
Trijntje Oosterhuis met crew voor de Hermitage in Sint Petersburg.
Maandag 14 mei
Aftrap voor de derde Unicef-reis van Trijntje. Bestemming - na Benin
en Marokko - Rusland. Bij de blauwe KLM-balie op Schiphol staat de
ploeg, acht man sterk, in de startblokken: een camerateam van Ivo
Niehe, een fotograaf, twee Unicef-medewerkers, een journaliste en
Trijntje. Van haar een laatste kus voor de grote man - Sander - en de
kleine man, Marijn. Van Jonas, de andere kleine man, heeft Trijntje
vanochtend al afscheid genomen. "Als je buiten staat", heeft ze hem
verteld, "en je voelt de wind dan zijn dat de kusjes die mamma naar je
toe blaast".
De Nevski Prospekt in Sint Petersburg, de beroemdste straat van
Rusland.
De Nevski Prospekt in Sint Petersburg, de beroemdste straat van
Rusland.
We checken in voor Petersburg. De stad van Peter de Grote,
Dostojewski, Tjaikovski. De Russische variant van Amsterdam, Venetië
en Rome. Maar ook - zoals alle Russische steden - een stad met een
achterkant. Grauwe buitenwijken, ontwrichte gezinnen (achthonderd van
de duizend Russische huwelijken lopen spaak), Bacchus-aanbidders,
verslaafde tieners en seropositieve kinderen. 'The missing face of
aids', zo karakteriseert Unicef deze laatste groep. En om dat gemis te
compenseren is twee jaar geleden het startschot gegeven voor een
campagne die het ontbrekende gezicht zichtbaar moet maken. Unite for
children, unite against aids. Aan Trijntje de taak om de Peterburgse
aidsprojecten voor het voetlicht te halen. Ze doet het met liefde.
Refereert aan het tafelgesprek bij Knevel en Van den Brink waar ze
vorige week te gast was samen met een arts uit Darfur. Hij verzuchtte
dat de hulpverlening niet meer was dan een druppel op een gloeiende
plaat. Betwijfelde de zin van die druppel. Ze is er nog verontwaardigd
over. "Als iedereen dat zegt, gebeurt er nooit wat."Tigran en
Victoria, medewerkers van de Russische Unicef-poot, staan ons op te
wachten op de luchthaven en laden ons in. Even later schuiven ze aan
bij de maaltijd in een tentje op de Nevski Prospekt, Rusland's
beroemdste straat, waarover Gogol jubelde: "Is er iets mooier,
schitterender, glansrijker dan deze mooie straat van onze hoofdstad?."
Tweehonderd jaar later wordt het zicht op de zachtgele gebouwen in
uiteenlopende stijlen vertroebeld door een niet aflatende
verkeersstroom.
Even een foto maken voor thuis.
Even een foto maken voor thuis.
Tijdens de maaltijd schetst Tigran in vogelvlucht de Russische
geschiedenis van aids. In 1987 werd in Rusland de eerste
hiv-geïnfecteerde geregistreerd. Een Moskouse vertaler, die vijf jaar
in Afrika had gewerkt, importeerde het virus in zijn vaderland. Het
verspreidde zich vervolgens in de jaren negentig in snel tempo onder
drugsgebruikers. Drugs waren cool. Kurt Cobain een held.
Experimenteren een uiting van vrijheidsliefde. Maar je kunt niet
tegelijkertijd blazen en het meel in de mond houden. Rond de
eeuwwisseling explodeerde de epidemie en baande het virus zich een weg
via onveilige seks naar de heteroseksuele bevolking. Naar vrouwen en
via besmette moeders naar kinderen.
Volgens de officiële cijfers zijn op dit moment in Rusland 380.000
mensen geïnfecteerd ,waarvan 80 procent tussen de vijftien en de
dertig jaar oud is. De officieuze getallen zijn schrikbarend veel
hoger. Klimmen tot boven de miljoen. Dagelijks komen er honderd
geregistreerde gevallen bij. Somber stemmende cijfers. We slapen er
slecht op, deze eerste 'witte nacht' in Petersburg waarin het licht
zich met tegenzin laat verjagen.