Nederlandse werknemers willen vrij
11.06.2007 / 11:18 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Trendbox bv
Trendbox bv
Meer dan de helft van de werkende Nederlanders is van mening dat op dagen als Goede
Vrijdag en 5 mei iedereen vrijaf zou moeten krijgen. Rond 40% van de werknemers vindt de
huidige situatie, waarbij sommige organisaties wel en andere geen vrije dag aan hun
personeel geven, wel prima zo. En een kleine minderheid, iets meer dan 5%, zou liever
iedereen aan het werk zien op dagen als Goede Vrijdag en 5 mei. Dit blijkt uit onderzoek
over werk en werken, dat onderzoeksbureau Trendbox in opdracht van Veronica Magazine
heeft verricht, onder een representatieve steekproef van 500 personen met betaald werk.
De resultaten van het onderzoek worden gebruikt ten behoeve van VeronicaWorks.nl, de
maandelijkse bijlage over werk en werken van Veronica Magazine.
Wie wil er vrij krijgen?
Het zijn met name vrouwen, mensen met een beneden modaal inkomen en inwoners in het zuiden
van Nederland die er voor pleiten om op dagen als Goede Vrijdag en 5 mei iedere werknemer
vrijaf te geven. Zelfstandig ondernemers alsmede ambtenaren vinden, meer dan gemiddeld,
de huidige situatie wel prima zo. De eerst genoemde groep bepaalt immers zelf wel of en
wanneer men vrij neemt. Terwijl de overheidsdienaren over het algemeen, meer dan binnen
het commerciële bedrijfsleven het geval is, reeds vrij hebben op dergelijke dagen.
Vrije tijd of een hoog inkomen?
Overigens is vrije tijd niet heilig voor werkend Nederland. Op de vraag 'Waar kies je
voor, hard werken en een hoog inkomen of veel vrije tijd en een laag inkomen' kiest
tweederde voor de eerste optie. Onder hen opvallend veel mannen (vrouwen gaan meer voor
de vrije tijd), jongeren, inwoners van het Noorden en zelfstandig ondernemers. Waarmee
maar weer eens wordt aangetoond dat geld belangrijk is voor de Nederlanders. Zo zou ook
91% van de werknemers voor salarisverhoging kiezen in plaats van een auto van de zaak,
zou men voor deze keuze komen te staan. En hebben acht van de tien werknemers liever werk
dat niet leuk is dan een uitkering.
In de baas zijn tijd
Gemiddeld werken we met zijn allen 32 uur per week (mannen 39 en vrouwen 27). Althans, we
zijn aanwezig, want naast het werk doen we ook nog andere dingen in de baas zijn tijd. Zo
zit 12% weleens met een kater op z'n werk, internet de helft weleens privé, wordt
er op de werkvloer door ruim 40% geroddeld, is 16% weleens collega's aan het pesten,
luisteren zeven op de tien werknemers naar muziek, staat bij 11% de televisie aan en
zoekt ongeveer eenderde weleens naar een andere baan onder werktijd. Onder de laatst
genoemde groep worden trouwens opvallend veel ambtenaren aangetroffen. Daarnaast neemt
ruim 30% van alle werkenden in Nederland weleens wat mee van de baas: zoals printpapier,
paperclips, pennen en dergelijke.
Nemen we onze baas serieus?
Het antwoord hierop is bevestigend. Driekwart van de ondervraagden is het namelijk eens
met de stelling 'ik neem mijn baas serieus'. Mannen scoren daarbij iets minder positief
(71%) dan vrouwen (80%). Een enkeling (17%) vindt zichzelf slimmer dan zijn/haar baas.
Met name mannen (ruim eenvijfde) zijn deze mening toegedaan. Sowieso durft de
Nederlandse werknemer best wel tegengas te geven aan zijn/haar baas. Wanneer deze
namelijk een plan presenteert dat men absoluut niets vindt, verwijst de helft van alle
Nederlandse werknemers het idee direct naar de prullenbak. De andere helft probeert de
baas op subtiele wijze op andere gedachten te brengen. En mannen zijn daarbij minder
subtiel dan vrouwen.
Wanneer begint en stopt de Nederlander met werken?
Met werken beginnen we relatief vroeg: reeds op gemiddeld 19-jarige leeftijd gaan we,
fulltime of parttime, aan de slag (vrouwen ruim een jaar eerder dan mannen). En dit
houden we zo'n 40 jaar vol, aangezien we met zijn allen rond ons 60-ste met pensioen
zouden willen. Willen is echter nog geen kunnen. Op de vraag namelijk 'wanneer zou u
kunnen stoppen met werken denkt u' wordt een gemiddelde leeftijd genoemd van 62 jaar.
Twee jaar boven de gewenste leeftijd om te stoppen derhalve. Daarbij valt het op dat,
naarmate men ouder is, de leeftijd waarop men denkt te kunnen stoppen met werken hoger
uitvalt.