7 juni 2007
Docenten onvoldoende toegerust voor kinderen met leerproblemen
Promotie over speciaal onderwijs in Canada
Het onderwijs aan kinderen met leerproblemen in het West-Canadese reguliere basisonderwijs schiet tekort. Docenten kampen met gebrek aan expertise, ondersteuning en tijd om deze kinderen de aandacht te geven die ze nodig hebben. Sandra Cottingham-Van Nes concludeert dat op grond van onderzoek in British Columbia, waarop ze 11 juni promoveert aan de Universiteit van Tilburg. Volgens Van Nes zijn de problemen te vergelijken met die in het Nederlandse onderwijs.
In de Canadese provincie British Columbia is het onderwijsbeleid om kinderen met intellectuele leerproblemen binnen het reguliere basisonderwijs te houden voor een groot deel mislukt, stelt Sandra Cottingham. Veel docenten vinden in theorie wel dat de kinderen thuishoren in het reguliere onderwijs, maar in de praktijk kampen ze met problemen. Dat blijkt uit observaties in klassen door Cottingham en reacties van docenten die ze verzamelde door middel van vragenlijsten.
De Canadese docenten van reguliere klassen hebben bijvoorbeeld onvoldoende expertise om kinderen met leerproblemen adequaat onderwijs te geven. Meestal zijn ze daarop niet getraind, en velen hebben ook niet de behoefte om speciale (bij-)scholing te volgen. De veronderstelling dat een korte cursus voldoende is om deze docenten bij te scholen, is een onderschatting van wat er aan expertise nodig is, vindt Cottingham. De reguliere docenten komen bovendien tijd te kort om de kinderen met leerproblemen een speciaal lesprogramma te bieden. Het inzetten van onderwijsassistenten, die nog minder opleiding hebben genoten dan de docenten, is geen oplossing.
Hoewel de Nederlandse situatie niet gelijk is aan de Canadese, kampen ook Nederlandse docenten volgens Cottingham met gebrek aan expertise en onvoldoende tijd om speciale aandacht te besteden aan kinderen met leerproblemen. Het is een algemeen probleem in zowel Canada als Europa. Beleidsmakers, schoolbesturen en zelfs ouders zien volgens de promovenda onvoldoende in dat het niet gaat om waar kinderen met leerproblemen worden geplaatst, maar om wat voor lesprogramma ze krijgen aangeboden.
Cottingham stelt voor om richtlijnen voor speciaal onderwijs beter te stroomlijnen en plaatsingsbeslissingen, speciale curricula, docententraining en inzet van specialisten te baseren op wat zowel docenten als bestuurders belangrijk vinden, en niet alleen op wat bestuurders denken dat het beste is.
Sandra Cottingham-Van Nes (1960, Vancouver, Canada) studeerde Science, Educational Policy en Management aan de University of Oregon (VS) en werkt bij het Surrey School District No. 36 in British Columbia, Canada. Ze promoveert bij de Faculteit Sociale Wetenschappen van de UvT via een samenwerkingsverband met het Taos Institute voor sociale kennis in de Verenigde Staten. Titel proefschrift: Implementing the mandate of inclusion for students with special needs. Promotoren: Prof. dr. John Rijsman (UvT) en prof. dr. Mary Gergen (Penn State University).
Noot voor de pers
De promotie van Sandra Cottingham vindt plaats op maandag 11 juni, 14.15 uur in de Ruth Firstzaal (CZ 186) van de Universiteit van Tilburg. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Sandra Cottingham via 1- 604 - 591-9156 of scottingham@dccnet.com. Haar proefschrift is eventueel te downloaden via de site www.taosinstitute.net. Meer persberichten van de UvT op www.uvt.nl/persberichten.
Universiteit van Tilburg