Ingezonden persbericht
P E R S B E R I C H T
Tiel, 7 juni 2007
Vereende krachten om ongewenste effecten van de Wmo te voorkomen
Gemeenten in regio Rivierenland en de grootste thuiszorgaanbieder van regio Rivierenland - Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland (STMR) - hebben samen een plan opgezet om een aantal ongewenste effecten van de Wmo te voorkomen. Inzet is kwaliteit en continuïteit van hulp bij het huishouden te waarborgen en financiële problemen bij de in de regio werkzame thuiszorgorganisaties beheersbaar te houden.
Achtergrond
Vanaf 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht en zijn gemeenten onder andere verantwoordelijk voor de verstrekking van Hulp bij het huishouden. De gemeenten van Regio Rivierenland hebben met zorgaanbieders afgesproken dat er drie niveaus van zorg worden geboden: puur huishoudelijke hulp (HH1), huishoudelijke hulp met organisatie van het huishouden (HH2) en hulp bij ontregelde huishouding (HH3). HH1 wordt ingevuld door alphahulpen. Dat zijn kleine zelfstandigen en zij zijn dus niet bij de thuiszorg in dienst. HH2 en HH3 wordt ingevuld door medewerkers in dienst van de thuiszorg.
De Rivierenlandse gemeenten hebben er bij de aanbesteding van de huishoudelijke hulp voor gekozen contracten te sluiten met alle aanbieders die een offerte hebben uitgebracht én die aan de kwaliteitseisen voldeden. Groot voordeel hiervan is dat de klanten kunnen kiezen uit een keur aan zorgaanbieders én dat bestaande klanten die dat wilden, bij hun vertrouwde aanbieders konden blijven.
Ongewenste effecten
Al in maart van dit jaar constateerde STMR een onverwacht grote verschuiving naar lichtere vormen van thuishulp. Gemeenten en STMR hebben afgelopen weken intensief met elkaar overlegd hierover. Het tempo waarin deze omslag plaatsvindt, is zo hoog dat het voor thuiszorgaanbieders onmogelijk is de bedrijfsvoering tijdig aan te passen. Een probleem dat ook landelijk speelt en veel in de pers is. Er ontstaat een overschot aan thuishulpen (HH2-medewerkers) bij zorgaanbieders, terwijl er een groot tekort aan alphahulpen optreedt. Gevolg zal zijn dat er medewerkers uit vaste dienst ontslagen moeten worden, terwijl er onvoldoende alphahulpen zijn om aan de vraag te voldoen. Zorgvragers komen dan op de wachtlijst.
Gezamenlijke aanpak
Gemeenten en thuiszorgaanbieder zijn het erover eens dat hier sprake is van een gemeenschappelijk probleem en gemeenschappelijke belangen. Voor de cliënten is maatwerk, kwaliteit en continuïteit van de zorg van belang, voor de aanbieders een optimale bedrijfsvoering en voor de gemeenten een betaalbaar en toekomstbestendig Wmo-beleid waarin alle partijen hun rol kunnen spelen. Na een gezamenlijke analyse van de problematiek hebben partijen een voorstel ontwikkeld om tot een oplossing te komen voor zowel de korte als de middellange termijn. Bij het overleg hierover zijn ook de vakorganisaties en arbeidsmarktpartijen betrokken. In het overleg van de Wmo-wethouders van Regio Rivierenland is vorige week ingestemd met de voorgestelde oplossingsrichting. Genoemde partijen zullen ook een rol blijven spelen bij de implementatie van de overeengekomen maatregelen.
Oplossingsrichtingen
Uitgangspunt bij de gevonden oplossing is dat zorgaanbieders de gelegenheid krijgen hun bedrijfsvoering, inclusief de samenstelling van het personeelsbestand, aan te passen aan de snel veranderende hulpvraag. Op korte termijn zullen de andere zorgaanbieders bij de verdere vormgeving van de plannen betrokken worden.
Voor nieuwe cliënten geldt dat gemeenten bij een indicatie voor hulp bij het huishouden, nog beter dan voorheen, de omstandigheden van de cliënten zullen meewegen. De eerste positieve resultaten van deze inspanning worden inmiddels zichtbaar.
Voor de lange termijn wordt gezocht naar een toekomstbestendig antwoord op de benodigde inzet van alphahulpen. Geconstateerd is dat de alphahulp als zelfstandige geen arbeidsvoorwaarden kent die passen in deze tijd. Er is geen sprake van pensioenopbouw en scholing. Daarom dient binnen de CAO een nieuwe functie te worden gecreëerd, waardoor enerzijds betaalbare zorg gerealiseerd kan worden en anderzijds een passend pakket van arbeidsvoorwaarden. Een positief gevolg van een dergelijke functie is dat de zorgaanbieders beter regie kunnen voeren op kwaliteit en doelmatigheid.
Concrete vervolgstappen STMR
STMR is ervan doordrongen dat het belang van een oplossing voor de regio groot is. Zowel voor de kwaliteit en continuïteit van het zorgaanbod, maar ook voor de werkgelegenheid. Daarom zal STMR een forse inspanning leveren om de personele gevolgen van de onverwacht snelle omslag in de hulpvraag tot een minimum te beperken. Hierbij staan behoud, doorstroom en (aanvullende) scholing van medewerkers centraal, zowel op de korte als op middellange termijn. STMR heeft onlangs het initiatief genomen voor het ontwikkelen van een ambitieus plan van aanpak op dit gebied. Voor ondersteuning bij de ontwikkeling en uitvoering hiervan is het Werkgevers Adviespunt Rivierenland ingeschakeld. Het is de bedoeling dat dit plan nog voor de zomervakantie gereed is, zodat de uitvoering hiervan in september van start kan gaan. In het plan wordt o.a. beschreven op welke wijze aan de toekomstige vraag naar hulp kan worden tegemoet gekomen, rekening houdend met de snel toenemende tekorten op de arbeidsmarkt en de vergrijzing/ontgroening. In het plan wordt ook voorzien in een competentiebevordering van zittend personeel en een gerichte wervingsaanpak.
Ingezonden persbericht