Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Irrgang en Poppe over import van illegaal hout uit Congo

08-06-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij, mede namens de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Financiën en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Irrgang en Poppe over import van illegaal hout uit Congo. Deze vragen werden ingezonden op 25 mei 2007 met kenmerk 2060716090.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Financiën en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, op vragen van de leden Irrgang en Poppe (SP) over import van illegaal hout uit Congo

Vraag 1

Is het waar dat de Nederlandse import van illegaal gekapt hout uit Congo het afgelopen jaar verdrievoudigd is? Zo ja, wat vindt u hiervan? Zo neen, hoeveel dan?

Vraag 2

Is het waar dat het in Nederland gevestigde bedrijf OLAM illegaal gekapt hout uit Congo importeert? 1) Zo ja, vindt u dit wenselijk? Zo neen, waar blijkt dit uit?

Antwoord

De Nederlandse regering is tegen de handel in illegaal geoogst hout. De bestrijding daarvan begint bij de toepassing van de boswetgeving in het desbetreffende land. De toepassing van de boswetgeving is in de Democratische Republiek Congo zeer moeilijk. Het ministerie van Milieu is in opbouw en heeft onvoldoende capaciteit en middelen om deze boswetgeving goed te kunnen handhaven. Het valt daardoor niet uit te sluiten dat hout illegaal geoogst wordt. De omvang van deze illegale kap, en het deel daarvan dat naar Nederland wordt geëxporteerd, is feitelijk niet vast te stellen omdat zij afhankelijk is van: 1) de toepasselijke nationale wetgeving, waaronder begrepen de gehanteerde definitie van legaliteit en 2) de toetsing of bedrijven in de Democratische Republiek Congo zich daadwerkelijk aan de relevante wetgeving houden. Aangezien er onduidelijkheid bestaat over wat er onder de wetgeving ter plekke al dan niet is toegestaan en er geen systematische toetsing op illegale activiteiten plaats vindt, is het niet mogelijk een uitspraak te doen over de omvang van de invoer van illegaal gekapt hout uit Congo.

Om dezelfde redenen is het ook niet mogelijk de vraag te beantwoorden of het bedrijf OLAM illegaal gekapt hout uit Congo importeert. Zonder eensluidende legaliteitsdefinitie en traceringsysteem is onduidelijk onder welke omstandigheden een specifieke lading hout geproduceerd en verhandeld wordt.

Wel ben ik van mening dat houthandelaren zelf de verantwoordelijkheid dragen erop toe te zien dat zij uitsluitend legaal gekapt hout verhandelen. Zo kent de Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH) een gedragscode die haar leden de handel in illegaal hout verbiedt en voert zij een actief beleid om haar handelsketens van illegaal hout te ontdoen. Bij mijn weten is OLAM geen lid van de VVNH en ik zal daarom bij het betrokken bedrijf navraag doen op welke wijze het invulling geeft aan deze verantwoordelijkheid.

Vraag 3

Is het waar dat, in tegenstelling tot de reactie van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking 1) dat hij het rapport niet kent en graag wil hebben, deze minister over deze praktijken reeds vijf weken geleden, middels de overhandiging van het rapport, is geïnformeerd door onder andere Greenpeace? 2) Is het tevens waar dat deze minister bij ontvangst van dit rapport heeft toegezegd zich bij de Wereldbank te laten informeren over de mogelijkheden die er zijn om de illegale kap en import te voorkomen? Zo ja, heeft deze minister dit reeds gedaan en wat zijn de bevindingen over de mogelijkheden om de illegale kap te voorkomen en over de rol van de Wereldbank in illegale houtkap in Congo en de preventie ervan? Zo neen, kunt u dit toelichten?

Antwoord

Op 11 april j.l. heb ik het rapport van Greenpeace over de houtkap in de Democratische Republiek Congo in ontvangst genomen. In de uitzending van Netwerk op 21 mei j.l. heb ik Greenpeace uitgenodigd nadere gegevens over het in de uitzending genoemde bedrijf OLAM ter beschikking te stellen.

Zowel tijdens het AO over de voorjaarsvergadering van de Wereldbank en het IMF van 10 april j.l. als in mijn reactie op het rapport van Greenpeace heb ik de toezegging gedaan om en marge van de voorjaarsvergadering van de Wereldbank de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in de Democratische Republiek Congo aan de orde te zullen stellen. Op 14 april j.l. sprak ik dan ook hierover met de vice-president van de Wereldbank voor Duurzame Ontwikkeling Kathy Sierra en later op de dag met de vice-president van de Wereldbank voor Afrika Obiageli Ezekwesili. Naast het geven van technische adviezen is de Wereldbank bereid de Democratische Republiek Congo materieel te ondersteunen om te komen tot duurzaam bosbeheer. Goed bestuur met nadruk op transparantie en monitoring van de boswetgeving is één van de belangrijkste instrumenten om illegale activiteiten tegen te gaan. De Wereldbank heeft in gesprekken met de regering van de Democratische Republiek Congo duidelijk gesteld dat de regering op deze punten een eigen verantwoordelijkheid heeft. Overigens heeft de regering van de Democratische Republiek Congo tijdens een in februari j.l. in Brussel gehouden internationale conferentie over duurzaam bosbeheer erkend dat bij de uitvoering van de boswetgeving fouten zijn gemaakt die hersteld moeten worden.

Vraag 4

Waarop is de uitspraak van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking 1) gebaseerd dat er geen juridische mogelijkheden zijn om de import van illegaal hout te voorkomen?

Antwoord

In de uitzending van Netwerk van 21 mei j.l. heb ik aangegeven weinig juridische middelen te hebben om een bedrijf dat zich schuldig maakt aan illegale houtkap en import aan te pakken. In de praktijk is het namelijk erg moeilijk om het benodigde bewijs op tafel te krijgen. Zo heeft de Minister van LNV Greenpeace vorige jaar uitgenodigd met de benodigde gegevens te komen om de door haar gesignaleerde handel in mogelijk illegaal hout uit Papua Nieuw Guinea aan te pakken. Het bleek op basis van de beschikbare gegevens niet mogelijk tot vervolging over te gaan. Uw kamer is hierover al eerder per brief van 30 september 2005 (21 501-32, nr. 140) geïnformeerd. Daarnaast heeft minister Verburg in een brief aan uw Kamer van 26 april 2007 (Kamerstuk 30 196, nr. 98) toegelicht dat Nederland binnen de kaders van het EG verdrag niet gemachtigd is om unilaterale handelsmaatregelen tegen de handel in hout te nemen.

Vraag 5

Deelt u de zorg dat de illegale houtkap ten koste gaat van natuur, milieu en sociale en culturele rijkdommen van Congo? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid te onderzoeken wat hiertegen, naast eventuele juridische mogelijkheden, aan actie ondernomen kan worden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, gaat u deze eventuele andere mogelijkheden ook gebruiken om de import van illegaal hout uit Congo te stoppen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Ja ik deel deze zorg. Het is om deze reden dat de regering sinds een groot aantal jaren een voorvechter is van de strijd tegen illegale en niet duurzame houtkap. Dit beleid kent vier aandachtspunten:

a) In het kader van ontwikkelingssamenwerking ondersteun ik activiteiten die de strijd aangaan tegen dit soort praktijken. Een belangrijke invalshoek daarbij is de ketenbenadering. Verduurzaming van deze keten en certificering van hout staan daarbij centraal. Aandacht is er daarbij niet alleen voor economische en milieu aspecten maar ook voor sociale aspecten.

b) Nederland ondersteunt de Europese Commissie actief in de uitvoering van het FLEGT actieplan. Het FLEGT actieplan omvat een pakket van maatregelen waarmee de Europese Commissie het probleem van de illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel aanpakt. Het actieplan is het begin van een proces dat bijzondere nadruk legt op hervorming van bosbestuur en capaciteitsopbouw. In het kader van dit actieplan wil de Europese Unie met een aantal producentenlanden bilaterale partnerschapsovereenkomsten aangaan om zich ervan te verzekeren dat alleen legaal hout naar Europa verscheept wordt. Deze verdragen in combinatie met FLEGT verordening (Verordening (EG) Nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005) maken het mogelijk illegaal hout uit partnerlanden te weren. De Democratische Republiek Congo heeft nog onlangs aangegeven geïnteresseerd te zijn in het FLEGT proces.

c)Nederland voert een actief aanbestedingenbeleid voor overheden om zeker te stellen dat de overheid als consument van hout bij voorkeur duurzaam geproduceerd en anders in ieder geval legaal hout gebruikt.

d)De Nederlandse regering ondersteunt de Nederlandse houthandel en het houtbedrijfsleven in zijn activiteiten om uitsluitend nog in legaal en duurzaam hout te handelen.

De regering heeft onderzocht wat de juridische mogelijkheden zijn om de import van illegaal hout te voorkomen. Zowel aan uw Kamer als aan de Europese Commissie is gerapporteerd over 1) de problemen die er bestaan met het rondkrijgen van het bewijs bij het ontbreken van rechtshulpverdragen, legaliteitdefinities en traceringsystemen (zie Kamerstuk 21 501-32, nr. 140) en 2) de beperkingen die voortkomen uit het feit dat unilaterale importverboden alleen onder hoge uitzondering kunnen worden afgekondigd willen zij niet in strijd zijn met WTO regels en het EG verdrag (zie Kamerstuk 30 196, nr 98).

Vraag 6

Onderschrijft u de stelling dat illegaal kappen van hout een vorm van diefstal is en dat import van illegaal gekapt hout daarmee een vorm van heling is? Zo ja, is het waar dat diefstal en heling bij wet verboden zijn en dientengevolge bestreden moeten worden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nee, die onderschrijf ik niet. De vraag of illegaal kappen juridisch gesproken een vorm van diefstal is, kan namelijk alleen aan de hand van de toepasselijke wetgeving worden beantwoord en niet in haar algemeenheid. Diefstal en heling zijn overigens wel strafbare feiten naar Nederlands recht.

Vraag 7

Bestaan er mogelijkheden om het gestolen en geheelde hout in beslag te laten nemen en door Dienst Domeinen te laten verkopen, om de financiële opbrengst ten goede te laten komen aan de gedupeerde bevolking en aan beter toezicht en handhaving op de kap van hout in Congo? Zo ja, bent u van zins dit te gaan doen? Zo neen, waarom niet en bent u bereid om op een andere wijze het toezicht en de handhaving in Congo te helpen verbeteren?

Antwoord

In het algemeen worden in beslag genomen voorwerpen door Domeinen Roerende Zaken verkocht in opdracht van het Openbaar Ministerie of op basis van een uitspraak van de rechter. De financiële opbrengst valt toe aan de schatkist. Volgens het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996 is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk niet-geldelijke roerende zaken te schenken. In de geschetste situatie is dat niet aan de orde.

Vraag 8
Op welke wijze stimuleert u momenteel binnen Europa de invoering van bindende regelgeving om in Europa de handel in illegaal hout te stoppen en wanneer kan de Kamer deze regelgeving verwachten?

Antwoord

In juli 2004 heeft de Europese Commissie toegezegd te komen met een zogeheten Additional Legal Options Study om te bezien welke mogelijkheden er zijn om de handel in illegaal hout te stoppen. Nederland heeft er sindsdien constant bij de Commissie op aangedrongen deze studie te laten verrichten en zelf ook een deelstudie gepresenteerd naar de mogelijkheden onder bestaande Nederlandse wetgeving (zie Kamerstuk 21 501-32, nr. 140). Inmiddels heeft de Commissie een consultatie ronde gehouden en werkt zij aan een extended impact assessment waarin de verschillende mogelijkheden op hun merites worden beoordeeld. De resultaten van dit werk worden aan het einde van de zomer verwacht.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl