Vereniging van Nederlandse Chemische Industrie
06-06-2007
Speech van minister Cramer bij de jaarlijkse ledenvergadering van de
Vereniging van Nederlandse Chemische Industrie op 6 juni 2007.
Dames en heren,
Allereerst wil ik u danken voor uw uitnodiging om hier te spreken over
zo'n belangrijk thema als klimaatverandering.
Het feit dat klimaat het centrale thema is op de jaarlijkse
ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Chemische Industrie
had een aantal jaren geleden niet zo voor de hand gelegen. Gelukkig
krijgt het klimaatvraagstuk nu de wereledwijde aandacht die het
verdient. Beelden van smeltende ijskappen, extreme periodes van
droogtes, hoge rivierstanden, vloedgolven, bedreigde diersoorten en
uiteraard een Oscarwinnaar als Al Gore met zijn An Inconvenient Truth.
Al deze beelden dragen bij aan het besef dat we enerzijds
klimaatverandering moeten tegengaan en anderzijds onze wereld moeten
inrichten op de reeds in gang gezette en onomkeerbare effecten van
klimaatverandering.
De waarschuwingen van wetenschappers zijn eenduidig en zeer
verontrustend. Mét Jeroen van der Veer van Shell zeg ik: het
klimaatdebat is voorbij! We moeten ons bezighouden met de vraag: wat
en hoe gaan we dit mondiale probleem oplossen en aanpakken? En dat in
de wetenschap dat wereldwijd de vraag naar energie blijft groeien en
groeien, zeker in ontwikkelingslanden. In de komende 25 jaar zal door
de groei van de wereldbevolking en de toenemende welvaart het
energiegebruik met 50 procent toenemen [bron IEA World Energy
Outlook]. De eindigheid en toenemende leveringsonzekerheid van
fossiele brandstoffen versterken ook de noodzaak de dominantie van
fossiel te beperken. Op dit moment wordt 180 keer meer fossiele
energie gebruikt dan duurzame! Waarom?
Omdat fossiel nog de best betaalbare en makkelijkste energiebron is en
omdat duurzaam economisch nog niet concurrerend is. Zaak is te komen
tot technologische doorbraken zodat verdergaande energy-efficiency en
duurzame energie de CO2 uitstoot drastisch verminderen.
Dames en heren,
We staan kortom voor enorme uitdagingen. Uitdagingen waarin iedereen:
overheden, bedrijven, wetenschap, maatschappelijke organisaties en
burgers hun verantwoordelijkheid moeten nemen om doemscenarios geen
werkelijkheid te laten worden. De ongemakkelijke waarheid is bekend,
maar gelukkig weten we ook dat de problemen weliswaar ongemakkelijk,
maar wel oplosbaar zijn. We moeten de broeikasgasemissies radicaal
terugdringen. We moeten een overgang naar een efficiënte en duurzame
energiehuishouding bewerkstelligen, we moeten spaarzamer met
grondstoffen en energie omgaan en meer duurzame producten produceren.
We weten ook dat deze antwoorden op de ongemakkelijke waarheid pas
gaan werken als dat niet ten koste gaat van de economische welvaart.
Maar belangrijke rapporten zoals het dit jaar uitgebrachte rapport van
de Britse topeconoom Stern en het laatste rapport van de VN laten
kristalhelder zien dat hoe langer we wachten met maatregelen, des te
meer geld we straks kwijt zijn: de kosten zijn een factor 5 hoger als
we niks doen, kortom, de kost gaat voor de baat uit! Als we erin
slagen de temperatuurstijging op aarde tot de EU-doelstelling van 2
graden Celsius te beperken blijven de gevolgen klimaatverandering
hanteerbaar, de maatregelen betaalbaar en zijn er in de toekomst vele
kansen voor het bedrijfsleven. Ik kies daarom voor een ambitieus en
pragmatisch beleid, mondiaal, Europees en nationaal.
Het kabinet heeft zoals u weet ambitieuze doelstellingen: de emissies
moeten met 30 procent omlaag in 2020, een energiebesparing van 2
procent per jaar, en het aandeel van duurzame bronnen zoals wind, zon
en biomassa gaan we opschroeven naar 20 procent in 2020. Het is nu
zaak deze ambities te vertalen in concrete maatregelen. Die
maatregelen komen te staan in het beleidsprogramma van het kabinet dat
medio juni verschijnt en in mijn werkprogramma Schoon en Zuinig, dat
met Prinsjesdag wordt gepresenteerd. Kortom, u hoort nog van mij!
Het maatregelenpakket zal in mijn visie een juiste mix van
beleidsinstrumenten bevatten. Er is niet één silver bullet. Want soms
zijn vrijwillige afspraken geschikt, aangevuld met fiscale prikkels.
In andere gevallen is het juist beter helderheid te verschaffen en te
werken met voortschrijdende verplichtingen. Denk aan de
emissieplafonds, waarbinnen bedrijven keuzevrijheid hebben.
Emissiehandel is een goed systeem.
Dat geeft zekerheid over het bereiken van doelen en flexibiliteit in
de uitvoering. De plafonds zullen in de toekomst wel flink lager zijn.
De overheid stelt de doelen, de markt vult ze in! Ook internationaal
en vanuit Europa is dit een belangrijk spoor. Emissiehandel is gebaat
bij vergaande harmonisatie op een Europese schaal waardoor zoveel
mogelijk een level playing ontstaat. Het percentage emissierechten dat
geveuild mag worden per sector, staat ook prominent op de agenda in
Brussel.
Hoge ambities zijn noodzakelijk, maar dat kan alleen als de kansen
voor het ontwikkelen van concurrentiekracht en groei gelijkwaardig
zijn. Daarvoor zal het kabinet waken. Daar kunt van op aan, want een
duurzame leefomgeving binnen een innoverende, concurrerende en
ondernemende economie moet en kan ons uitgangspunt zijn. Ik hecht
eraan dat bedrijven steeds keuzevrijheid houden, maar hun
verantwoordelijkheid wel kennen en kunnen nemen!
Een ander belangrijk spoor is de inzet op het verzilveren van
innovaties. Innovatie heeft twee doelen: Ten eerste het omlaag brengen
van kosten, met name van technologieën die nu nog duur zijn en ten
tweede het in de markt zetten van beschikbare technologieën die als
het ware op de plank liggen. Hierbij willen we ons vooral richten op
waar Nederland goed in is. Voorbeelden zijn onze chemische kennis, het
landbouwcluster rondom Wageningen voor biobrandstoffen of kennis over
zonne-energie. Een bloeiende en duurzame sleutelsector als de chemie
is goed voor Nederland.
Door te investeren in innovaties, door constructief en betrouwbaar
beleid met gerichte financiële prikkels en organisatorische innovaties
zullen we de basis moeten leggen voor een verdere sterke chemische
sector in Nederland. Een sector die hun mondiale top 5 positie moet
behouden en zo mogelijk moet verstevigen. Met de in Nederland
aanwezige kennisinstituten en een betere aansturing van de markt,
moeten we de kennis die is opgebouwd beter benutten.
Dat is in het algemeen goed voor een duurzame leefomgeving en in het
bijzonder ook goed voor een duurzame groei van de chemische sector. En
daarmee voor de BV Nederland. Ik wil voor Nederlandse sectoren dus ook
voor de chemie een gedragen en realistisch transitietraject inzetten:
in dialoog met sectoren wil ik de slimste manier bespreken hoe doelen
te bereiken. Wat kan in elke sector?, welk beleid past daar het beste
bij? Kortom: maatwerk!
Ik volg daarbij een voorkeursvolgorde in maatregelen die we eigenlijk
al kennen maar die ik graag nog eens benadruk. Energiebesparing
oftewel het verhogen van de energie-effiency is de belangrijkste
maatregel. Met name in woningen en kantoren zijn er veel relatief
gemakkelijke en kosteneffectieve mogelijkheden. Te denken valt aan
betere isolatie, HR ketels, micor-WKK, spaarlampen en LED-verlichting
en zuinige apparaten. Dit is dus niet alleen goed voor het klimaat,
maar beperkt ook de energielasten. Ook in de industrie zijn er
mogelijkheden om zowel binnen de bedrijfspoorten als in de
productketen energie te besparen. Denk hierbij aan de inzet van
efficiëntere elektromotoren.
Behalve energiebesparing is duurzame energie van belang, dit zal de
komende jaren vooral moeten komen van windenergie, ik zal dus mijn
beleid richten op het stimuleren van de bouw van meer windparken.
Biomassa, mits duurzaam geproduceerd, zal ook een belangrijke bijdrage
moeten leveren. Om te voorkomen dat grootschalig gebruik negatieve
effecten heeft op onder andere natuur en voedselvoorziening, zullen
duurzaamheideisen worden gesteld. Ik denk daarbij aan de invoering van
een wettelijke verplichting voor bedrijven om te rapporteren over de
duurzaamheid van biomassa en de invoering van een certificeringsysteem
voor duurzame biomassa.
Ten slotte zullen we niet zonder CO2-afvang en -opslag kunnen om het
klimaatprobleem voldoende snel te beheersen. CO2-opvang en opslag is
een belangrijke overgangstechnologie naar een duurzame
energievoorziening. Het kabinet heeft 80 miljoen euro beschikbaar
gesteld voor het ontwikkelen van enkele kleinschalige projecten. Maar
daarnaast werken we aan de voorbereiding van één à twee grote
demonstratieprojecten. Onlangs is hierover met de provincie Groningen
en Nuon een intentieverklaring gesloten. Ik verwacht dat CO2 afvang en
opslag vanaf 2020 stand der techniek zal zijn. Bij nieuwe
kolencentrales moeten we daar nu al rekening mee houden.
De Trias Energetica: energiebesparing; duurzame energie en schoon
fossiel is dan ook de kern van het kabinetsprogramma Klimaat en
energie: schoon en zuinig, dat ik mag regisseren en vormgeven.
Dames en heren,
Ook Europees staan de signalen gelukkig ook op groen. Dat is
essentieel, want klimaatverandering is bij uitstek een probleem dat
een Europese en mondiale aanpak vereist. Het historische besluit van
de Europese Commissie dit voorjaar gaat uit van een realisatie van 20
procent broeikasgasreductie. Als belangrijke landen buiten Europa
meedoen, dan verhogen we die inzet naar 30 procent. Want de EU landen
en bedrijven moeten op een gelijk speelveld met gelijke kansen spelen.
Doelstellingen formuleren is belangrijk, maar het komt uiteraard ook
aan op de uitvoering. We hebben het tenslotte over een trendbreuk die
zijn weerga niet kent.
Samen zullen we deze klus moeten klaren. Bedrijven, consumenten en
overheden moeten een bijdrage leveren. Het beheersen van
klimaatverandering dwingt ons tot snelle actie en innovatie.
Dames en heren,
Ik ben een optimistisch mens. Zeker als ik zie hoe de afgelopen
maanden de aandacht en het draagvlak voor milieu zijn verbreed. En ik
zie ook veel concrete initiatieven die als paddestoelen uit de grond
schieten. Ik wil in dit verband dan ook graag nog iets zeggen over het
recente voorstel van de drie werkgeverskoepels VNO, MKB-Nederland en
LTO om te komen tot een Duurzaamheidsakkoord. Zij hebben mij dat
voorstel twee weken geleden overhandigd en ik ben er erg enthousiast
over. Er is door deze drie clubs en hun achterbannen hard aan dit
voorstel gewerkt en er is snel gewerkt.
En bovenal zijn de achterbannen van deze koepels bereid medewerking te
verlenen aan de zeer ambitieuze plannen en forse doelstellingen van
het kabinet op het terrein van klimaat en energie. De drie
organisaties ondersteunen de ambitie dat Nederland gidsland voor de
aanpak van het klimaat- en energievraagstuk wordt, als het maar slim
gebeurt! Die visie sluit naadloos aan bij mijn visie en beleid voor de
komende jaren.
Kern van het voorstel is dat ondernemingen en sectoren zich keihard
vastleggen voor het verminderen van uitstoot van broeikasgassen. Het
kabinet moet de randvoorwaarden scheppen voor het behalen van de
doelstellingen. Ik ben daar nu druk mee bezig, zoals u weet. Het
duurzaamheidsakkoord is nog globaal. Verdere uitwerking is nodig. Maar
dit laat onverlet dat het getoonde commitment van de kant van het
bedrijfsleven mij verheugt.
Ik kan u in ieder geval verzekeren dat mijn voorstellen aansluiten bij
de visie dat duurzaamheid een kans biedt voor onze bedrijven. Een kans
om het verschil te maken. Met nieuwe, duurzame producten creëer je
nieuwe economische kansen, voor Nederland, voor sectoren, voor
individuele bedrijven. Het biedt kansen een voorsprong op je
concurrenten, het biedt exportkansen. De overheid moet van haar
consistent en betrouwbaar beleid tegenover zetten. En geen
kostprijsverhogende maatregelen initiëren.
De kansen benadering spreekt mij kortom zeer aan. Denk bijvoorbeeld
aan Philips en de energiezuinige verlichting, de spaar- en LED lamp of
de papierindustrie die zelf met voorstellen komt om tot 50 procent
energiebesparing te komen.
Natuurlijk zal ik rond Prinsjesdag niet alleen met leuke dingen komen
voor de bedrijven en de mensen. Soms is het nodig impopulaire of
strengere maatregelen te nemen. Soms is dat nodig om achterblijvers
aan te sporen in het spoor van koplopers te blijven. Mijn inzet is nog
voor de zomer met de drie koepels tot een definitief akkoord te komen.
En al zijn we het misschien niet over alle punten eens, de basis voor
een goed en stevig akkoord is gelegd!
Behalve het Duurzaamheidsakkoord wil ik ook met verschillende sectoren
tot afspraken komen. Nogmaals: mijn inzet is te komen tot maatwerk! In
dit verband noem ik het initiatief om in een aantal sectoren tot
hogere energie-efficiency te komen analoog aan de papierindustrie die
50 procent van haar energiekosten wil besparen in 2020. Chemische
sector één van sectoren die op mijn lijstje staat om tot afspraken te
komen. Want uw sector is wat betreft duurzaam ondernemen zeer actief.
En dat waardeer ik zeer. U heeft zich ten doel gesteld binnen 25 jaar
het gebruik van fossiele brandstoffen te halveren.
En tegelijkertijd uw aandeel in het nationaal BNP in 10 jaar te
verdubbelen. Kortom, profit zonder dat de balans met people en planet
verder wordt verstoord.
In het pamflet dat u onlangs heeft uitgegeven staat beschreven tot
welke acties u zich wilt verplichten: van energie-efficiency tot het
gebruik van rest- en afvalstoffen, van procesintensificatie tot de
inzet van warmtekracht. U wilt over deze acties graag afspraken maken
met de overheid. Ik kan u zeggen dat ik daar zeer positief tegenover
sta en denk dat uw vereniging en het kabinet snel tot zaken kunnen
komen.
Dames en heren,
Ik constateer dat de gedachte van milieu als kans meer en meer in uw
sector aanslaat. Duurzaam ondernemen uit en thuis is aan de winnende
hand. Meer en meer zie ik dat chemische bedrijven in binnen- en
buitenland - hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen voor mens
en milieu. Op een heldere wijze zien we dat vertaald in de inhoud van
het Responsible Care rapport dat de VNCI begin dit jaar publiceerde.
Ruim 85 procent van de milieudoelstellingen voor 2010 zijn vijf jaar
eerder behaald. Op het gebied van energie-efficiency wordt ook veel
vooruitgang geboekt. Uw constructieve ondersteuning van de Europese
voorstellen op het terrein van klimaat en energie dit voorjaar
getuigen van de economische kansen die u ziet door duurzame
ontwikkeling en daarmee een bijdrage leverend aan het maatschappelijk
probleem van klimaatverandering en de groeiende energievraag.
Het instellen van de Responsible Care prijs die vandaag wordt
uitgereikt aan het meest inspirerende project op het terrein van
veiligheid, gezondheid en milieu in uw sector draagt ook bij aan een
positieve prikkel om te investeren in mens en milieu.
Dames en heren,
Tot slot. Het klimaat staat op de kaart en...dus ook op agendas van
ledenvergaderingen van belangrijke industriële sectoren! Het is nu
zaak de slag van agenda naar praktijk te maken.
We moeten het klimaatmomentum aangrijpen voor het invoeren van
maatregelen. Er is draagvlak. Uw sector heeft dat de afgelopen jaren
bewezen, bewijst dat vandaag en zal dat in de toekomst willen, moeten
en kunnen bewijzen. Maar met uw durf om het voortouw te nemen, met uw
durf om te innoveren, en uw durf om het ook echt te doen kunnen we
komen tot een krachtige Nederlandse duurzame economie met een
krachtige chemische sector die een schone toekomst tegemoet gaat. En u
vindt in mij een bondgenoot, een partner in die uitdagende weg naar
duurzaamheid.
Dank u wel.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer