Speech van de minister-president, dr. Jan Peter Balkenende, bij de opening
van het international symposium Accountability of Intelligence and Security
Agencies and Human Rights, The Hague, 7 juni 2007
Mr. Frattini, mrs. Michiels van Kessenich, mr. Tjeenk Willink, dames en
heren,
Namens de Nederlandse regering wil ik u hartelijk welkom heten in Den Haag.
U praat vandaag en morgen over veiligheid, mensenrechten en accountability.
Deze stad - de juridische hoofdstad van de wereld - is een perfecte
locatie om dat te doen. Ik wil de Commissie van Toezicht betreffende de
Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten bedanken voor de organisatie van dit
internationale symposium.
We zijn hier in de Ridderzaal, midden op het Binnenhof.
Rondom dit gebouw, in het hart van Den Haag, vergaderen sinds meer dan vier
eeuwen onze Staten-Generaal. De Nederlandse democratie is hier gegroeid en
volwassen geworden.
Zoals bij elke democratische natie is dat een complex proces geweest. Een
proces dat gedreven werd - en wordt - door verschillende waarden en
belangen. Waarden die lang niet altijd parallel liepen, en soms tegen
elkaar in gingen. Enkele van die waarden staan vandaag centraal:
veiligheid, openheid en respect voor individuele vrijheid en mensenrechten.
Dames en heren, kort geleden is juist daarover een onderzoek uitgevoerd
onder 1000 Nederlanders van 13 jaar en ouder. Dat gebeurde ter gelegenheid
van onze nationale Bevrijdingsdag, op 5 mei. Die dag stond dit jaar in het
teken van 'Freedom from fear', een van de vier essentiële vrijheden die
president Roosevelt bepleitte in zijn beroemde rede voor het Amerikaanse
Congres, in 1941.
Aan de Nederlanders werd gevraagd welke waarden we in dit land delen. Ik
geef u de vier waarden die het meest werden genoemd: democratie, vrijheid,
mensenrechten, veiligheid.
'Weinig verrassend', zegt u misschien.
Maar vervolgens werd de mensen ook een keuze voorgelegd. "Stel dat u moet
kiezen. Liever wat meer veiligheid ten koste van uw vrijheid. Of liever wat
meer vrijheid ten koste van uw veiligheid. Wat wilt u dan?"
De uitkomst was opmerkelijk. Bijna de helft van de mensen koos voor 'liever
meer veiligheid'. Slechts één op de vijf koos 'liever meer vrijheid'.
Het lijkt er op dat veiligheid in de beleving van veel mensen zwaarder
weegt dan vrijheid. Dat was althans de conclusie van de onderzoekers.
Dames en heren, dat is een interessante uitkomst. Een uitkomst die tot
nadenken stemt.
Burgers verwachten van de overheid dat ze hun bescherming biedt tegen
bedreigingen en risico's. Veiligheid bieden is een kerntaak van de
overheid. Het is een plicht van de overheid om de veiligheid van burgers te
waarborgen als die wordt bedreigd. De basis daarvoor is gelegen in de
verplichting tot bescherming van het recht op leven, zoals onder meer
gegarandeerd in artikel 2 van het Europees Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens.
Gedurende het grootste deel van de 20ste eeuw was het duidelijk waar de
vijand zich bevond. De Koude Oorlog maakte de wereld overzichtelijk. De
belangrijkste dreiging kwam van buiten.
Maar sinds de Val van de Muur en de aanslagen van 11 september 2001, is dat
veranderd. De grootste dreiging komt nu van binnen. Ze schuilt in verborgen
terroristische netwerken en in schimmige internationale criminele
organisaties, die aanwezig zijn midden in onze samenleving.
Dat maakt mensen onzeker. Zoals de Engelsen zeggen: 'Better the devil you
know than the devil you don't'.
Dit alles heeft geleid tot een verschuiving in de verwachtingen van mensen
ten aanzien van de overheid. En tot een verschuiving in de maatschappelijke
acceptatie van veiligheidsmiddelen die de overheid inzet.
Lange tijd was privacy een onverbiddelijke norm. Niet alleen thuis, maar
ook in de publieke ruimte. Camera's op straat? Dat was in de ogen van velen
de afschrikwekkende wereld van George Orwell.
Nu zijn camera's volledig geaccepteerd. In winkels. Op stations. Bij
café's. Niet alleen in Nederland. Ook in Groot-Brittannië, Frankrijk en
vele andere landen waarin burgerrechten een lange en sterke traditie
hebben.
Om het belang van veiligheid te dienen, hebben burgers te maken met
inbreuken op hun privacy. Veel burgers lijken daar niet veel problemen mee
te hebben. Dames en heren, juist dat moet ons extra waakzaam maken.
Juist in de huidige tijd waarin terecht veiligheid veel nadruk krijgt, zijn
normering en toezicht van groot belang. We moeten ons voortdurend bewust
zijn van het spanningsveld tussen veiligheid en burgerrechten.
Om onze open samenleving te beschermen, is het soms nodig in beslotenheid
te werken. Dat is een van de grote paradoxen van een democratie. Wanneer
mensen zich onveilig voelen, slaat dat de bodem weg onder sociaal
vertrouwen en sociale samenhang. Het leidt tot angst, wantrouwen, agressie
en verscherping van tegenstellingen. Niet voor niets is er na een aanslag
altijd een roep om een stevige aanpak. Daarom moet het veiligheidsbelang
altijd nadrukkelijk in acht worden genomen.
Het EVRM stelt dat rechten en vrijheden beperkt kunnen worden in het belang
van nationale of openbare veiligheid, maar dat die beperkingen altijd in
overeenstemming moeten zijn met de wet.
In een democratische rechtsstaat zoeken we samen voortdurend naar het
juiste evenwicht tussen verschillende waarden. Zo transparant als maar
mogelijk is. En met het recht als gids.
In onze zoektocht zijn onafhankelijke toezichthouders onmisbaar. Het is
cruciaal dat veiligheidsdiensten zich openstellen voor toezicht en
controle. Het is cruciaal dat volksvertegenwoordigers inzicht krijgen in
hun operaties. Alleen dan is blijvend vertrouwen in de rechtsstaat
mogelijk.
Maximale geheimhouding vraagt maximale accountability.
Bovendien is dat toezicht in het eigen belang van veiligheidsdiensten. Zij
leren ervan hun moeilijke, maar belangrijke taak ten dienste van de
democratische rechtsstaat steeds beter uit te voeren.
Wat geldt voor inlichtingen- en veiligheidstaken in eigen land, geldt ook
voor taken uitgevoerd in het buitenland. Het kan niet zo zijn dat daarvoor
andere normen gelden. Het vergaren van inlichtingen is nodig in het kader
van vrede, veiligheid en wederopbouw. Maar wel onder het toeziend oog van
de daartoe ingestelde commissies en daarmee van het parlement.
We moeten ons goed realiseren dat we ons op een smalle evenwichtbalk
bevinden. Voortdurende aandacht is nodig. Steeds weer zullen er discussies
zijn over vrijheid en privacy versus veiligheid. Vorige maand deed ik mee
aan een debat met jongeren uit verschillende landen over dit onderwerp.
Toen viel me op dat het thema heel erg leeft en ook veel emoties losmaakt.
Ook onder deskundigen en vertegenwoordigers van de civil society leeft het
debat sterk. Zij wijzen terecht op de toegenomen technische mogelijkheden
voor controle, opslag van informatie en gegevensuitwisseling.
Vroeger hadden we kaartenbakken en vingerafdrukken.
Nu hebben we microchips en DNA-profielen.
Met één druk op de knop kunnen hele databestanden worden uitgewisseld, ook
over grenzen heen.
Dankzij de nieuwste security scans met millimeter wave-technologie kan
iedereen in no time digitaal worden gefouilleerd.
Die technieken hebben grote voordelen. Maar er zijn ook risico's. Sommigen
waarschuwen voor een 'controlestaat' en zijn bang voor een continu bespiede
burger in een glazen huis.
We moeten die geluiden serieus nemen. Juist wanneer de meeste burgers de
nadruk leggen op veiligheid, moeten politici ook de andere kant scherp in
het oog houden en zorgen voor een goede balans. De reportages van
onafhankelijke commissies van toezicht zijn daarbij van grote waarde.
Dames en heren, er is geen standaard model van democratisch toezicht op
veiligheidsdiensten dat in alle landen werkt. Het juiste systeem hangt af
van geschiedenis, cultuur, staatsvorm en politieke cultuur in een land.
Bij nationale veiligheid horen nationale veiligheidsdiensten en nationale
commissies van toezicht. Maar dat wil niet zeggen dat we niet van elkaar
kunnen leren. Het is belangrijk om ervaringen uit te wisselen. Om te
discussiëren over nieuwe ontwikkelingen en wetenschappelijke inzichten. Om
elkaar een spiegel voor te houden.
De precieze keuzes en systemen kunnen van land tot land verschillen. Maar
de onderliggende waarden verbinden ons. Vrijheid, respect voor de
mensenrechten, bescherming van het leven en van het recht.
Benjamin Franklin heeft ooit gezegd: "Those who would give up essential
liberty to purchase a little temporary safety, deserve neither liberty nor
safety."
Hoe vinden en handhaven we het juiste evenwicht? Alleen met democratisch
tot stand
gekomen normen en goed toezicht op de naleving daarvan.
In het debat daarover is uw bijdrage van grote betekenis. Ik wens u een
inspirerend symposium toe!
Ministerie van Algemene Zaken