Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Rotterdam, 7 juni 2007
CBRB wijst principe-akkoord af, maar komt loonafspraak na
Modernisering CAO voor de Binnenscheepvaart nu prioriteit
Het Bestuur van het CBRB heeft, na consultatie van de ledengroepen en de Sociale Commissie, besloten het principe-akkoord betreffende de CAO voor de Binnenscheepvaart af te wijzen.
Het principe-akkoord bevat een overgangsregeling voor de periode tot de inwerkingtreding van een nieuwe, gemoderniseerde en beter begrijpelijke en toepasbare bedrijfstak-CAO.
Het CBRB meent dat het overleg over de beoogde modernisering nu prioriteit moet hebben, ook al is er geen formele overeenkomst over de overgangsregeling. Daarom adviseert het CBRB werkgevers dringend de in het principe-akkoord vastgelegde loonafspraak toch na te leven.
Principe-akkoord
Het principe-akkoord werd op 31 januari 2007 door de vertegenwoordigers van CAO-partijen overeengekomen. Het hield in dat partijen overleg zullen voeren over een nieuwe, gemoderniseerde en beter begrijpelijke en toepasbare bedrijfstak-CAO en dat, bij wijze van overgangsregeling, de contractperiode van de oude - op 31 december 2005 geëxpireerde - CAO zou worden verlengd tot 1 oktober 2007.
Vervolgens heeft het bijna drie maanden geduurd voordat de vertegenwoordigers van partijen het eens waren over de tekst die aan de 'achterbannen' zou worden voorgelegd.
Redenen voor afwijzing
Door het verstrijken van deze tijd is het niet meer mogelijk de beoogde CAO-bepalingen algemeen verbindend te laten verklaren, zodat zij niet alleen voor leden van de betrokken organisaties, maar ook voor ongeorganiseerde werkgevers in de bedrijfstak gelden. Binnen het CBRB heeft met name de Groep Varende Ondernemers zich hiervoor sterk gemaakt. Nu niet meer aan deze eis kan worden voldaan kan het CBRB het principe-akkoord niet meer accepteren.
Een tweede reden om het principe-akkoord af te wijzen is de beperking van de zogenoemde pakketvergelijking. Pakketvergelijking houdt in dat op ondernemingsniveau afwijkende regelingen mogen worden overeengekomen op voorwaarde dat het arbeidsvoorwaardenpakket als geheel tenminste gelijkwaardig is aan dat van de CAO. Volgens het principe-akkoord zou dit alleen gelden voor regelingen die vóór 31 januari 2007 tot stand gekomen zijn. Het CBRB meent echter dat deze afspraak gedurende de gehele contractpeiode, derhalve tot 1 oktober 2007, dient te gelden.
Loonafspraak
Tegen de in het principe-akkoord opgenomen loonafspraak heeft het CBRB geen bezwaar. Die afspraak houdt in dat de prijscompensatie wordt gehandhaafd en dat de lonen per 1 april 2007 met 2,25% worden verhoogd (inclusief de per 1 januari en 1 juli 2007 van toepassing zijnde prijscompensaties). Besloten is dan ook die afspraak, ondanks de afwijzing van het principe-akkoord als zodanig, toch na te komen.
Aldus wil het CBRB ook voorkomen dat er bij voorbaat een 'hypotheek' komt te liggen op het noodzakelijke overleg over de modernisering van de CAO. Werkgevers in de bedrijfstak worden dan ook door het CBRB dringend geadviseerd de loonafspraak na te leven.
Inmiddels zijn loontabellen waarin de loonafspraak is verwerkt met een korte toelichting op de website www.cbrb.nl geplaatst.
Nieuwe CAO
Opnieuw onderhandelen over een overgangsregeling met een langere looptijd acht het CBRB ongewenst (de einddatum 1 oktober 2007 was voor het CBRB een harde voorwaarde); er moet nu eindelijk een streep worden gezet onder de 'oude' CAO en prioriteit worden gegeven aan overleg over een nieuwe die beantwoordt aan de huidige behoeften van werkgevers en werknemers in de bedrijfstak.
De afgelopen anderhalf jaar heeft het CBRB een breed opgezette en diepgravende consultatie van de leden gehouden. De belangrijkste conclusie daaruit was dat de inhoud van de 'oude' CAO in veel opzichten verouderd en onvoldoende transparant en eenduidig is. Verder is te weinig rekening gehouden met de behoeften van de vele kleine werkgevers in de bedrijfstak. De resultaten van de consultatie zijn door een werkgroep van deskundigen geïnventariseerd en 'vertaald' naar een consistent en transparant 'Basismodel' voor een nieuwe bedrijfstak-CAO. Inmiddels hebben alle leden van het CBRB zich eensgezind achter de voorstellen van de werkgroep geschaard. Het CBRB is dan ook klaar om het overleg over een nieuwe CAO aan te gaan.
Het is wellicht jammer dat geen overeenstemming bereikt is over een formele overgangsregeling, waardoor een CAO-loze periode ontstaat, maar naleving van de loonafspraak voorkomt in elk geval dat werknemers daarvan de dupe worden. Het CBRB meent dan ook dat er nu genoeg over de overgangsregeling gesteggeld is en dat zo spoedig mogelijk moet worden aangevangen met het overleg over de nieuwe bedrijfstak-CAO.
Noot voor de redactie (