SGP
SGP » jongeren >>
07 - 06 - 07 | Debat generaal pardon
7 juni 2007
B.J. van der Vlies
Voorzitter,
Bij de behandeling van de Vreemdelingenwet is destijds bewust gekozen
om geen generaal pardon in te stellen. De breed gedeelde opinie was
toen dat er op grond van een inhoudelijke beoordeling van individuele
zaken met een uitgebreide rechterlijke toets zekerheid moest worden
geboden.
Barmhartigheid en rechtvaardigheid
Een generaal pardon verliest de individuele asielzoeker uit het oog.
Om die reden waren en zijn wij tegen een generaal pardon. In een goed
asielbeleid horen barmhartigheid en rechtvaardigheid immers samen op
te trekken. Eenzijdig barmhartigheid betrachten levert problemen op.
Eenzijdig rechtvaardigheid kan uitmonden in een ongewenst beleid.
Een generaal pardon lijkt enkel uit te gaan van het principe van
barmhartigheid â maar in werkelijkheid is het een vorm van willekeur
en rechtsongelijkheid. In een werkelijk barmhartig en rechtvaardig
beleid moet een zorgvuldige en grondige beoordeling van de asielzoeker
centraal staan. Niet een kille datum als norm, maar een vlotte,
grondige beoordeling van individuele situaties. Om die reden heeft de
SGP steeds gepleit voor een ruimhartig gebruik maken van de
discretionaire bevoegdheid van de minister als noodzakelijke correctie
op mogelijke onbedoelde consequenties van parlementair goedgekeurde
regels. Voor schrijnende gevallen is dan altijd een uitweg mogelijk
via een individuele beoordeling. Als mensen uiteindelijk niet terug
kunnen, hoewel zij dat willen, vindt de SGP-fractie dat er alsnog een
verblijfsvergunning moet worden verstrekt. Dan moeten mensen wel zelf
de bereidheid hebben om consequenties te verbinden aan een negatieve
uitspraak. De SGP is dus voor maatwerk.
Een generaal pardon ondergraaft in belangrijke mate het eigen
democratisch vastgestelde beleid van de overheid. Zoân pardon trekt
immers de uitspraken van de rechter en de IND in twijfel. Veel
situaties zijn in de afgelopen jaren opnieuw grondig bekeken en tot
een nauwkeurig oordeel van de rechter gekomen.
Ook is een generaal pardon in strijd met de rechtsgelijkheid. Het is
immers een beloning op lang aanhouden in de procedures, terwijl
anderen die in vergelijkbare omstandigheden volgens de normale
procedures zijn behandeld al wel gewillig vertrokken zijn. Het is dus
een oneerlijke benadering.
Het generaal pardon geeft ook valse hoop. De term âgeneraalâ lijkt
immers te zeggen dat iedereen ervoor in aanmerking komt, terwijl ook
deze regeling laat zien dat er altijd grenzen getrokken moeten worden.
Ook nu vallen dus diverse groepen buiten de boot. Elk generaal pardon
roept daarom weer om een nieuw generaal pardon.
Omdat een generaal pardon suggereert dat de overheid weliswaar regels
maakt, maar ze in de praktijk niet handhaaft om uiteindelijk tot een
generaal pardon te komen, heeft zoân pardon ook een stevige
aanzuigende werking op nieuwe asielzoekers. Dat lijkt nu alweer het
geval te zijn en de ervaringen in andere landen leren dat ook.
Uitwerking
Het besluit is gevallen. Dat weten we allemaal. Als zoân pardon er
toch komt, dan moet het vervolgens wel een zo duidelijk mogelijke
regeling zijn. Geen rafelranden, voor iedereen in dezelfde
omstandigheden gelijk en zo min mogelijk rechtsonzekerheid en goed te
controleren. Vanuit deze benadering heeft de SGP diverse kritiekpunten
bij de uitwerking van deze regeling.
Als wij de stukken lezen, dan blijkt dat er eigenlijk nog heel veel
onduidelijkheid is. Het aantal is gebaseerd op een schatting, het is
nog niet bekend hoeveel mensen een verklaring van de burgemeester
zullen krijgen. Het aantal mensen dat geen vergunning krijgt als
gevolg van een veroordeling is nog niet bekend. Het aantal gezinsleden
dat nog aan de genoemde 25.000 tot 30.000 mensen zal worden toegevoegd
is ook nog onbekend. Waarom kan er niet beter geschat worden om
hoeveel mensen het gaat?
Een deel van de mensen die alsnog een verblijfsvergunning zullen
krijgen, is nog niet bekend bij de IND. Zij zullen een verklaring van
de burgemeester moeten krijgen of zij sinds 1 januari 2006
ononderbroken in Nederland verblijf hebben gehad. Het is natuurlijk
vreemd dat voor de groep die bij de IND wordt beoordeeld duidelijk
moet zijn dat zij sinds 1 januari 2001 in Nederland zijn, terwijl de
anderen slechts voor een jaar bewijs hoeven te leveren. De regeling
betekent dus voor de vreemdeling van wie vaststaat dat hij tussen 1
april 2001 en 1 januari 2006 in het buitenland is geweest, maar die
wel een verklaring kan krijgen van de burgemeester omdat hij in 2006
wel het hele jaar in Nederland was wél een vergunning krijgt en
iemand waarvan bij de IND duidelijkheid is dat hij tijdelijk in het
buitenland is geweest, geen vergunning krijgt. Vanwaar deze
ongelijkheid?
De beoordeling of iemand sinds 1 januari 2006 ononderbroken in
Nederland is geweest, gebeurt door de burgemeester. Dat betekent dus
dat het heel erg afhankelijk is van de burgemeester of iemand
gemakkelijk of moeilijk een verklaring krijgt dat hij in de gemeente
heeft gewoond in het afgelopen jaar. Hoe is te controleren of er wel
sprake is van uniformiteit in de beoordeling en van rechtsgelijkheid
voor iedereen die in dezelfde situatie zit? Hoe houdt de
staatssecretaris daar toezicht op?
Identiteit
Het opgeven van een verkeerde identiteit in de loop van de procedures
heeft niet altijd hetzelfde effect. Er zijn immers twee verschillende
procedures voor het vaststellen van de identiteit. Het lijkt er nu op
dat wordt er onderscheid gemaakt tussen mensen die hun identiteit een
keer hebben verzwegen, maar alsnog toestemming krijgen om hun juiste
identiteit vast te laten stellen en zij die in tweede instantie al hun
juiste identiteit hebben gegeven. Graag ontvangen wij hierover nog een
duidelijke uitleg.
Misdrijven
Er wordt een opmerkelijk onderscheid gemaakt tussen mensen die wegens
een misdrijf korter of langer dan één maand van hun vrijheid zijn
beroofd geweest. De eerste groep krijgt wel een vergunning, de tweede
groep niet. Dit maakt de procedure nodeloos ingewikkeld. Waarom is
hiervoor gekozen? Waarom zouden we dit onderscheid niet laten
vervallen en elk misdrijf als contra-indicatie zien?
Ook het voorstel om misdrijf als contra-indicatie te laten vervallen
na vijf of tien jaar roept vragen op over de procedure. Waarom deze
extra regel? Maakt het hierbij nog uit of iemand een of meer keren een
misdrijf heeft begaan? Zeker voor mensen die een meervoudig ernstig
delict hebben begaan ligt het toch voor de hand dat zij geen gebruik
kunnen maken van deze regeling en verjaring.
Bezwaar en beroep
Mensen die als gevolg van deze regeling ambtshalve te horen krijgen
dat zij een verblijfsvergunning krijgen, zullen in het algemeen
tevreden zijn en geen bezwaar en beroep instellen. Anderen krijgen
weliswaar geen beslissing in handen, maar zullen zich natuurlijk
afvragen waarom zij niet ambtshalve een beslissing hebben gekregen dat
zij mogen blijven. Vanwege die onzekerheid is het risico groot dat zij
alsnog een (nieuwe) procedure gaan beginnen om in aanmerking te komen
voor een verblijfsvergunning. Leidt dit niet tot een ongewenste
juridisering? Hoe kan dit worden voorkomen?
Noodopvang
Een van de afspraken is dat de noodopvang moet worden afgeschaft.
Diverse gemeenten zeggen dat zij hier niet aan mee willen werken. De
staatssecretaris lijkt in de beantwoording uit het oog te verliezen
dat het VNG-akkoord weliswaar breed werd gedeeld, maar niet door alle
gemeenten met gejuich is begroet. Hoe is deze regel te handhaven? Wat
betekent dit verbod van noodopvang voor mensen die onder de huidige
wet opnieuw in een situatie zullen raken dat zij uitgeprocedeerd zijn?
Ook onder de nieuwe Vreemdelingenwet zullen er weer mensen net niet
onder het generaal pardon vallen. Hoe kan worden gewaarborgd dat zij
nu wel het land zullen kunnen verlaten om een nieuw bestaan op te
bouwen? Biedt de rijksoverheid hier voortaan wel goede faciliteiten
voor?
Toekomst
In het kader van een goede asielprocedure is het van belang dat ook in
de toekomst snel wordt gehandeld. Dit project zal weer veel
beoordeling en inzet vragen van de IND en dus consequenties hebben
voor mensen die nu het land binnenkomen voor een asielprocedure. Zij
zullen dus weer langer moeten wachten? Hoe wordt dit voorkomen? We
moeten voorkomen dat de steken die in het verleden zijn gevallen in de
traagheid van de procedure niet opnieuw een rol gaan spelen. Een
asielbeleid dat herbergzaamheid, barmhartigheid en rechtvaardigheid
centraal stelt, moet verwijtbare traagheid met alle kracht tegengaan.
Debat generaal pardon