Kamerbrief inzake het aftreden van de president van de Wereldbank (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2007/06/Kamerbrief-inzake-het-aftreden-van-de-president-va.html) 07-06-2007 |
Samenvatting:
Inhoud:
Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken van 24 mei 2007 met kenmerk 07-BuZa-B-030
inzake de gang van zaken omtrent het aftreden van de president van de
Wereldbank.
Op vrijdag 18 mei heeft de president van de Wereldbank Paul Wolfowitz
aangekondigd om per 30 juni af te treden. In het communiqué dat de Raad van
Bewindvoerders uitgegeven heeft n.a.v. zijn aftreden, geeft deze aan dat het
Wolfowitz' verzekering aanvaardt dat hij in de zaak-Riza te goeder trouw heeft
gehandeld en dat niet alleen Wolfowitz maar ook anderen in deze zaak fouten
hebben gemaakt. Wolfowitz wijst in het door hem uitgegeven communiqué op zijn
verdiensten als president van de Wereldbank. Beide communiqués treft u in de
bijlage bij deze brief aan.
De zaak-Riza
Bij zijn aantreden als president van de Wereldbank heeft Wolfowitz gemeld
dat hij een verhouding had met mevrouw Shaha Riza, een medewerkster van de
Wereldbank. Om schijn van belangenverstrengeling te vermijden heeft hij
voorgesteld om zich als president van de Wereldbank te onthouden van
beslissingen betreffende mevrouw Riza. De Ethics Committee van de
Wereldbank achtte dit onvoldoende en heeft geadviseerd dat mevrouw Riza voor de
duur van het presidentschap voor rekening van de Wereldbank bij een andere
instelling gedetacheerd zou worden. Ter compensatie van de onderbreking van haar
carrière kon mevrouw Riza volgens de commissie aanspraak maken op een
bevordering conform de regels van deWereldbank.1(#ftn1)
Omdat de commissie niet over arbeidsvoorwaarden van individuele medewerkers van
de Wereldbank gaat, heeft zij Wolfowitz geadviseerd de aanbevelingen ter
implementatie over te brengen aan de onmiddellijke leidinggevende van Mw. Riza
en het hoofd personeelszaken. Dit laatste advies heeft Wolfowitz uiteindelijk
niet correct opgevolgd door vervolgens zelf de voorwaarden aan het hoofd
personeelszaken te dicteren. Deze voorwaarden bleken uiteindelijk op het punt
van salariëring en bevordering niet in lijn te zijn met de richtlijnen van de
Wereldbank.
Een anonieme e-mail die in februari 2006 aan de leden van de Board is
gestuurd, maakte hiervan melding, maar bevatte volgens de Ethics
Committee onvoldoende gegevens om actie te
ondernemen2(#ftn2). Pas na het bekend worden van meer
gegevens over deze zaak in de pers dit voorjaar, heeft een ad hoc commissie
o.l.v. de Nederlandse bewindvoerder Wijffels nader onderzoek gedaan. Dit leidde
tot het besluit van de Raad van Bewindvoerders om daags voor de
voorjaarsvergadering alle documenten die betrekking hebben op deze kwestie
openbaar te maken. Op zaterdag 14 april heeft een aantal gelijkgezinde
ministers, onder wie minister Koenders, overlegd over de positie van Wolfowitz.
Dit overleg heeft ertoe geleid dat de volgende dag een passage in het communiqué
van het Development Committee is opgenomen die de Wereldbank oproept
niet alleen te waken over haar geloofwaardigheid en reputatie maar ook over de
motivatie van haar medewerkers. Ook roept de passage de Raad van Bewindvoerders
op het onderzoek te vervolgen en af te ronden.
De Raad van Bewindvoerders is op basis van deze opdracht op 19 april zonder
Wolfowitz bijeengekomen en heeft toen de ad hoc commissie o.l.v. Wijffels
gevraagd het onderzoek naar de betrokkenheid van Wolfowitz bij de bepaling van
de arbeidsvoorwaarden van mevrouw Riza voort te zetten. De onderzoekscommissie
heeft hierop Wolfowitz, mevrouw Riza, de toenmalige voorzitter van de
Ethics Committee Melkert en een aantal andere bij deze zaak betrokken
medewerkers van de Wereldbank gehoord, de bevindingen op schrift gesteld en
Wolfowitz in de gelegenheid gesteld om op deze bevindingen te reageren.
Het rapport van de ad hoc commissie
Het rapport concludeerde niet alleen dat er in de zaak-Riza sprake is van
belangenverstrengeling, maar ook dat getwijfeld moest worden aan Wolfowitz'
leiderschapskwaliteiten en managementstijl. Ook concludeerde het rapport dat het
beperkte mandaat adequaat optreden van de Ethics Committee heeft
gehinderd.3(#ftn3) Volgens de ad hoc commissie had hij
een verkeerde inschatting gemaakt van zijn positie, de naam van de Wereldbank
geschaad en het belang van de interne regels van de Wereldbank als
internationale organisatie miskend. Wolfowitz zou zichzelf volgens het rapport
afschilderen als naïef slachtoffer van kwaadwillende krachten binnen de
Wereldbank, wat niet te rijmen is met de kwaliteiten die van de
Wereldbank-president verwacht mogen worden.
Melkert's functioneren als voorzitter van de Ethics Committee
destijds heeft het rapport overigens niet in twijfel getrokken. Wel gaf het
rapport de aanbeveling dat veranderingen in het bestuursraamwerk van de Bank
nodig zijn om ervoor te zorgen dat de Bank in de toekomst haar mandaat effectief
tot uitvoering kan brengen. Hiertoe behoort een heroverweging van de rol en
procedurele en andere aspecten van de Ethics Committee.
Het rapport gaf de Raad van Bewindvoerders dan ook in overweging om te
bespreken of Wolfowitz nog wel effectief leiding kon geven aan de Bank en om het
bestuursraamwerk van de Bank en de rol van de Ethics Committee te
onderzoeken en, waar nodig, te herzien.
Bij de bespreking van het rapport stelden Wolfowitz en de US
Treasury dat de zaak-Riza onvoldoende reden voor ontslag was en dat nader
onderzoek gedaan zou moeten worden naar de leiderschapskwaliteiten van
Wolfowitz. Toen dit voorstel geen weerklank vond, heeft Wolfowitz zijn vertrek
aangekondigd na bijgaand communiqué met drie bewindvoerders als
vertegenwoordigers van de Board uitonderhandeld te hebben. In het communiqué
geeft de Raad van Bewindvoerders aan dat het Wolfowitz' verzekering aanvaardt
dat hij in de zaak-Riza te goeder trouw gehandeld heeft en dat niet alleen
Wolfowitz maar ook anderen in deze zaak fouten gemaakt hebben. Wolfowitz gaat
vervolgens in het door hem uitgegeven communiqué uitgebreid in op zijn
verdiensten als president van de Wereldbank.
Lessen
De regering deelt de conclusie uit het rapport van de ad hoc commissie dat
veranderingen in het bestuursraamwerk van de Wereldbank nodig zijn om ervoor te
zorgen dat deze in de toekomst haar mandaat effectief kan uitvoeren. Hiertoe
behoort een heroverweging van de rol en de procedures van de Ethics
Committee. Ook zullen interne bestuurskwesties aan de orde moeten komen,
waaronder de afbakening van de verantwoordelijkheden van de President en de Raad
van Bewindvoerders. Dit is ook van belang voor de formulering van de strategie
van de Wereldbank voor de komende jaren. Uitdagingen waarop een antwoord moet
worden geformuleerd zijn de toenemende fragmentatie van hulp, de rol van China
en India als financiers van arme landen, de toenemende omvang van verticale
fondsen en de rol van de Wereldbank bij de bestrijding van wereldwijde problemen
als klimaatverandering, verschillende pandemieën en waterschaarste. De regering
zal samen met de Nederlandse bewindvoerder bezien in hoeverre de discussie over
de toekomst van de Wereldbank een nieuwe impuls gegeven kan worden.
Wolfowitz' opvolging
De Raad van Bewindvoerders heeft inmiddels, net als in 2005, een profiel
voor de nieuwe president opgesteld, waarbij nu ook duidelijke eisen op het punt
van management zijn geformuleerd. De regering heeft ingezet op het belang van
een open selectieprocedure. Bij de selectie gaat het in beginsel om de
kwaliteiten van de kandidaat en niet om de nationaliteit. Het kan dus ook een
Amerikaan zijn. Kandidaten moeten over uitstekende kwalificaties beschikken op
het terrein van internationale economische ontwikkeling en management en moeten
zich onafhankelijk opstellen. Het is verder belangrijk dat de Board en de
Governors van de Wereldbank nauw betrokken blijven bij de uiteindelijke
selectie.
De regering heeft kennis genomen van de nominatie door de VS van Robert
Zoellick genomineerd voor de functie van president van de Wereldbank. Van
Zoellick is bekend dat hij ervaring heeft op het terrein van internationale
handel, financiën, en diplomatie. Hij wordt daarom gezien als een geloofwaardige
kandidaat, maar ook hij zal beoordeeld moeten worden op de wijze waarop hij de
geloofwaardigheid van de Wereldbank kan herstellen.
De eerste taak van de nieuw te benoemen president zal het herstellen van de
reputatie van de Wereldbank als een integere en transparante organisatie zijn.
Een belangrijk deel van deze taak is het formuleren van de missie van de
Wereldbank die past bij de uitdagingen van de eenentwintigste eeuw. Dit is
ondermeer van belang voor een succesvolle afronding van de momenteel in
bespreking zijnde middelenaanvulling t.b.v. het zachteleningenloket van de
Wereldbank (IDA-15). De huidige problematiek binnen de Wereldbank mag donoren
geen excuus geven om te korten op hun bijdragen aan het zachteleningenloket van
de Wereldbank.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
De minister van Financiën,
Drs. W.J. Bos
1(http://www.minbuza.nl:80#): Par. 37 rapport
2(http://www.minbuza.nl:80#): Par. 64 rapport
3(http://www.minbuza.nl:80#): Par 111-114 rapport.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken