Ingezonden persbericht


Oproep van oudergroeperingen aan de Tweede Kamer inzake behandeling van wetsvoorstel 30 145 van heden

Gezamenlijk Manifest van oudergroeperingen inzake het jeugd-, gezins- en familierechtbeleid vanuit de te Amsterdam gehouden Vadertop

PERSMEDEDELING

Utrecht, 6 juni 2007

Samenwerkende oudergroeperingen bieden aan de Tweede Kamer een Manifest van de Vadertop (m/v/grootouders) inzake het jeugd-, gezins- en familierechtbeleid aan. Op de vadertop hebben de ouders onder andere hun ernstige bezwaren uitgesproken over wetsvoorstel 30.145 en zij richten zich vandaag met de volgende oproep tot de Tweede Kamer:

Splits Wetsontwerp 30 145
Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding.

De opsteller van bovengenoemd wetsontwerp heeft twee niet-verknochte onderwerpen in één wetsvoorstel willen regelen:
1. Bevordering voortgezet ouderschap

2. Zorgvuldige scheiding
(Blokkering van de sluiproute die bekend staat als de "flitsscheiding", neerkomend op notariële omzetting van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap en vervolgens ontbinding van dat geregistreerd partnerschap).

Uit het oogpunt van wetgevingstechniek is het combineren van twee niet verknochte onderwerpen riskant en daarom ongewenst. Immers, het ene onderwerp deelt noodzakelijkerwijs het lot van het andere onderwerp, terwijl dat politiek wel eens minder gevoelig, ja zelfs tegenovergesteld zou kunnen liggen. (Vergelijk de parlementaire geschiedenis van wetsontwerp 15 638).


Onderwerp 2, blokkering van de flitsscheiding. Dit onderwerp ligt bij de politiek gevoelig, terwijl het bij het publiek nauwelijks een principestrijd oplevert.


Onderwerp 1, bevordering voortgezet ouderschap Dit onderwerp kan bij politiek en publiek qua pretentie (bevordering van het voortgezet ouderschap) weliswaar rekenen op instemming, doch stuit qua uitwerking op heftige meningsverschillen, die absoluut niet zijn uitgekristalliseerd. Het ontwerp is het resultaat van de gevestigde lobbies. De wetgever is met de rug naar de ouders blijven staan.

Onder de ouders zijn zinvolle gedachten ontwikkeld als oplossing van de problematiek die al meer dan dertig jaar als onoplosbaar wordt ervaren.

Ouders doen een klemmend beroep op de Tweede Kamer om de behandeling van dit onderwerp aan te houden ten behoeve van een hoorzitting.

Wetsontwerp 30 135 zou gesplitst moeten worden.

Bijlagen (zie attachments):

1. Manifest van de Vadertop (m/v/grootouders) gehouden te Amsterdam: "Samen verder bij zorg en opvoeding, De boel bij elkaar houden"
2. Begeleidende aanbiedingsbrief namens de oudergroeperingen bij het manifest vanuit de te Amsterdam gehouden Vadertop met oproep aan de Tweede Kamer inzake wetsvoorstel 30 145

Nadere inlichtingen bij:

- Drs Pieter A.N. Tromp, Vader Kennis Centrum (VKC) van Stichting Kind en Omgangsrecht, Telefoon: 030-238 3636 en 06 - 1829 3397
- Mr Ir P.J.A. Prinsen, Oud- advocaat, Telefoon: 071 - 523 6220

Correspondentieadres: Vader Kennis Centrum (VKC) van Stichting Kind en Omgangsrecht J. Cabeliaustraat 17, 3554 VH Utrecht
Telefoon: 030-238 3636
E-mail: vaderkenniscentrum@gmail.com Website Vadertop: http://vadertop.blogspot.com/

SAMEN VERDER BIJ ZORG EN OPVOEDING

MANIFEST VAN DE VADERTOP, GEHOUDEN TE AMSTERDAM OP DONDERDAG 10 MEI 2007

georganiseerd door het Vader Kennis Centrum

"DE BOEL BIJ ELKAAR HOUDEN"

"De boel bij elkaar houden!" , zo luidt het motto van de (op één na) beste burgervader ter wereld.

Het is ook het motto van alle "beste vaders ter wereld", vaders van kinderen , gezinsvaders, van alle ouders en grootouders die het beste voorhebben met hun kinderen en kleinkinderen.

En welk motto herkennen wij bij die andere vader: Vadertje staat, de Overheid? Helaas, díe vader ziet de gezinsvader als de man die op zondag het vlees komt snijden. De Overheid maakt een karikatuur van hem, stelt hem voor als de man die de kantjes er van af loopt . Als een bij-ouder. Als de man die zich niet thuis zou voelen in het domein waarin kinderen worden verzorgd, onderwezen en gevormd. Als de man wiens handen zo los zitten. Geen wonder dat er een vadervijandig klimaat bestaat, waarin vader maar beter uit het gezin wordt verwijderd bij de eerste de beste barst in de gezinsharmonie, of gewoon als moeder van hem af wil.

Mediacampagnes

De Overheid zoekt draagvlak voor rolpatroondoorbrekend gezinsbeleid door middel van mediacampagnes die zich moraliserend richten op vaders. Maar de instanties die zich bewegen op het vlak van jeugdzorg, opvoedingsondersteuning en primair onderwijs vormen tot op zekere hoogte een bastion dat zelf model staat voor het gewraakte rolpatroon. Het feit dat onderwijs zijn aantrekkelijkheid en effectiviteit voor jongens lijkt te verliezen hangt volgens sommigen samen met dat bij de instanties zelf bestaande rolpatroon.

Zonder uitzondering gaan de bovenbedoelde mediacampagnes uit van het geschetste negatieve vaderbeeld. Bijgevolg hebben die tendentieuze campagnes vooral een "Zie-je-wel-ze-deugen-niet"-effect. In plaats van rolpatronen te veranderen versterken zij vooroordelen waarin - in een brede maatschappelijke reflex - die rolpatronen verstarren. Zelfs wetenschappelijk onderzoek naar kindermishandeling raakt daardoor bevangen. Kindermishandeling blijkt vooral een probleem in éénoudergezinnen (meestal alleenstaande moeders) en stiefgezinnen (meestal moeders met nieuwe partner), maar met de wegkijkende daderspecificatie "vader en/of moeder" in de vragenlijst wordt het concrete daderschap buiten het zicht gehouden, wordt een ongemakkelijke waarheid verborgen. De vraag of het kind misschien beter aan vader had kunnen worden toevertrouwd komt niet op. In de heersende optiek wordt zodoende alle "mishandeling" op het conto van vader geschreven, nog daargelaten dat de definitie van kindermishandeling zo ver mogelijk is opgerekt om het thema op de politieke agenda te houden. De term en de cijfers hebben daardoor een hoog demagogisch gehalte. Zulk politiek correct onderzoek kan niet fungeren als een deugdelijke grondslag voor beleid.

Belang van het Kind? Weg met vader!

In Nederland worden jaarlijks nog slechts circa 72.000 huwelijken voltrokken, vinden bijna 40.000 echt- én flitsscheidingen plaats én worden zo'n 70.000 samenwoonrelaties verbroken: 220.000 ex-en per jaar. Daar zijn volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, Bevolkingstrends, 4e kwartaal 2005) bijna 60.000 kinderen bij betrokken: 165 per etmaal. Bijna de helft van die kinderen heeft volgens het CBS daarna géén of nauwelijks contact met een van beide ouders meer, meestal vaders. Cumulatief gaat het om meer dan een half miljoen scheidingskinderen - ruim 15% van alle in Nederland opgroeiende kinderen - die in strijd met de internationale verdragswetgeving buitengesloten van hun 'niet-verzorgende' ouders en familie opgroeien, terwijl door de huidige éénouderschapspraktijk in het scheidingsrecht nog eens ruim 15% van de in Nederland opgroeiende kinderen slechts marginaal contact overhoudt met de 'niet-verzorgende' ouder en achterliggende familie. De gevolgen van de resulterende vaderloosheid en een vaderloze opvoeding zijn voor kinderen en jongeren desastreus en inmiddels ook uitgebreid middels wetenschappelijk onderzoek gedocumenteerd. Maar dit is kennelijk geen zorg voor de overheid.

Idealen en autonomie van vaders doen er niet meer toe. Hij moet bij (echt)scheiding categorisch en rigoureus wijken voor het vanuit een aanvechtbare visie gedefinieerde belang van het kind en het veld ruimen. Verdreven wordt hij, niet meer in staat om zijn kinderen nog te zien of te verzorgen. Hij màg zijn kinderen ook niet meer verzorgen en moet zijn salarisstrookje op de tafel van de rechter leggen. Ziet hij zijn kinderen afglijden naar zinloos geweld of vandalisme, of wil hij waarschuwen voor gevaren in het gezin van de moeder, dan heet het dat hij de scheiding niet heeft verwerkt en wordt zijn invloed met een straat- en contactverbod geneutraliseerd. Gaan kinderen met een PAS-syndroom zich te buiten aan ongehoorde verguizing van hun ooit zo geliefde vader dan worden zij in hun normloze houding en hun misvormde realiteitsbesef bevestigd door de rechter die vanwege de "onhaalbaarheid van de omgang" moeders wens tot ontzegging beloont. Zó ervaren vaders aan den lijve de kern van het cynische gezinsbeleid van onze bestuurlijke en familierechterlijke Overheid, waarin waarden en normen als ideaal zijn opgegeven "in het belang van het kind". Het vroegere patriarchale systeem was achterhaald; het hedendaagse matriarchale systeem, met zijn doorgeschoten accent op slachtofferschap, is op zijn minst even onevenwichtig.

Symptoombestrijding

Wetten die in de maak zijn en die, aan de buitenkant, gericht lijken op "de boel bij elkaar houden" (met bemiddeling) - zij ademen intrinsiek deze negatieve tijdgeest. In het wetsvoorstel Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, wordt bemiddeling aangewend als symptoombestrijding, terwijl de ziekte van het systeem zelf niet wordt genezen. In het huidige klimaat biedt bemiddeling alleen soelaas aan de bemiddelbaren (en de bemiddelden!) en dan alleen voor zolang de bemiddeling duurt. Nadat de bemiddeling is afgelopen (en de rechter uitspraak heeft gedaan) begint de weigering van moeder meestal weer opnieuw. Ook de invoering van ouderschapsplannen betreft symptoombestrijding. Het gaat om de ontbrekende handhaving van gerechtelijke uitspraken. Als rechters, justitie en politie omgangsregelingen en gedeeld ouderschapsregelingen niet handhaven ligt het voor de hand dat ook ouderschapsplannen niet zullen worden gehandhaafd en geen stap verder brengen. Het laatste woord blijft au fond als vanouds het woord van de rechter: "Niet haalbaar". Family-engineering met de Overheid aan de knoppen, berustend op maakbaarheidsgeloof. Rechtspsychologie zou het systeem als zodanig kunnen genezen, maar rechtspsychologie is in het familierecht terra incognita.

Ouders: een quantité négligeable

Niet alleen in de rechtzaal, ook in het huidige wetgevingsproces ("bevordering voortgezet ouderschap"!) vormen gescheiden ouders voor de Overheid een quantité négligeable. Zelfs een hoorzitting werd aan hen niet besteed. De betuttelende inhoud van het wetsvoorstel wordt gedomineerd door de lobby van instanties die, zich beroepend op het belang van het kind, de ouders tegen elkaar uitspelen. Instanties die ouders in een ijzeren greep hebben en bij het geringste vermoeden hun levens ontwrichten, maar die het publiek wijs maken dat de jeugdbeschermers wettelijk machteloos staan tegen die te centraal staande ouders en dat dàt de reden is waarom al die ongelukken gebeuren. En dat zij dáárom nòg meer geld nodig hebben.

Vaders en moeders

De boel bij elkaar houden - wie daarin slaagt levert al een prestatie van formaat. Het is dáárom zo'n kernachtig motto omdat het de spanning laat voelen tussen idealen, beperkingen en gebreken. Vaders en moeders, beide zijn er mee behept, met idealen èn gebreken. Beide zijn mens, de een niet beter dan de ander, maar ook niet slechter . Ze zijn niet gelijk. Maar wèl gelijkwaardig, vraag dàt maar aan de kinderen!

De boel bij elkaar houden:

. impliceert voortdurende alertheid op ingeslopen vooroordelen,
. stelt de vrede tussen conflicterende groepen of individuen vóór alles,
. moraliseert niet maar respecteert de autonomie van betrokkenen,
. verhult zich niet in holle frasen,

. kiest voor de kracht van autonomie in plaats van voor heteronome maakbaarheid en betutteling,
. stelt ruime, maar harde grenzen waar niet mee te spotten valt, noch door vaders, noch door moeders,
. zwicht niet voor chantage van de dwarsligger,
. is wars van politieke correctheid.

Oproep van de ouders aan de politiek

Vaders, maar ook moeders die het lot van de meeste gescheiden vaders delen, hebben hun vertrouwen in Kinderbescherming, Jeugdzorg en Rechtspraak verloren. Zij doen een klemmend beroep op Regering en Parlement.

Op donderdag 10 mei 2007 hebben deze ouders ervan getuigd hoe hun gezin nodeloos ver uiteengedreven is door de bemoeienis van de bestuurlijke en rechterlijke overheden. Uiteengedreven als gevolg van beleid en wetgeving die met het cynische dogma "Ouders doen er niet toe, Belang van het Kind vóór alles" dátgene veroorzaakt wat zij vóóronderstelt: tweedracht, onverzoenlijkheid, machtstrijd, tegen welke bedreigingen hun kinderen beschermd heten te moeten worden. Deze ouders hebben hun gezin, het domein waarbinnen waarden en normen op de nieuwe generatie overgedragen plegen te worden, zien verkeren in een plaats van teloorgang van waarden en normen als gevolg van rechterlijke bemoeienis op basis van verstarde dogmatiek die ouders tegen elkaar uitspeelt en vaders verdrijft uit het leven van hun kinderen. Deze ouders onderschrijven de beginselen die door oudergroeperingen over de hele wereld zijn neergelegd in de Internationale Verklaring van Langeac . Deze ouders roepen de Minister voor Jeugd en Gezin op om, met gevoel voor rechtgeaard vaderschap, zijn inspiratie te zoeken in het vaderlijke adagium:

De boel bij elkaar houden.


1. Stop de imagobeschadiging van vaders. Stop de heksenjacht op ouders.
2. Ouderschap, de wederzijdse band tussen kind en ouder, is ius ante legem, recht dat aan wetten vooraf gaat. Respect voor de integriteit van het ouderschap moet weer doorklinken, zowel in de Jeugdzorg als in het scheidingsrecht.
3. Veranker gelijkwaardigheid, autonomie, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid van en voor beide ouders jegens elkaar in de wet door harde waarborgen.
4. Waarborg serieuze rechtsbescherming tegen de Overheid en tegen de organen belast met de uitvoering van overheidsbeleid.
5. Erkenning dient tweezijdig te zijn: de biologische vader die zijn kind erkent moet van rechtswege worden erkend als gezagsouder.
6. Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen.
7. Vader gaat vóór uithuisplaatsing (UHP) of ondertoezichtstelling (OTS).
8. Roep de vadervijandige Raden voor de Kinderbescherming tot de orde.
9. Inperking van de macht van Jeugdzorg, beperk het budget van Jeugdzorg.
10. Géén centrale registratie van "verdachte" ouders.
11. Geen meldplicht van verdenking van kindermishandeling. Het leidt tot een heksenjacht die het systeem verstopt, die onverzadigbaar is, waarin de echte noodgevallen onopgemerkt blijven en die tot de schijnremedie van meer van hetzelfde leiden.
12. Handhaaf het medisch beroepsgeheim. Ouders moeten zonder vrees voor vervolging of inmenging medische hulp voor hun kind kunnen inroepen.
13. Hervorming scheidingsrecht:

- Het belang van het kind schiet zijn doel voorbij. Stel vrede tussen de ouders centraal.
- Echtscheiding moet een ordemaatregel zijn op basis van agendakwesties. Niet een inquisitoire kinderbeschermingsmaatregel.
- Elimineer de Raad voor de Kinderbescherming uit het scheidingsrecht.
- Waarborg het ouder-kind-contact vanaf dag 1 van de scheiding.
- De besloten rechtspraak in het familierecht corrumpeert het Recht. De Rechtsstaat vereist transparantie, openbaarheid en het afleggen van rekenschap. Zij verdraagt geen besloten processen, ook niet in het familierecht.
- Gelijkwaardigheid: Géén hoofdverblijf maar gelijk verdeeld co-ouderschap als uitgangspunt, grote terughoudendheid bij afwijking en alleen op zakelijke gronden.
- Gezamenlijk gezag moet méér zijn dan een cosmetische formaliteit.
- Wie om privé-redenen wil afwijken van een ouderschapsplan (bijvoorbeeld bij verhuizing) draagt zelf de consequenties.
- Wie zegt dat samenwerking met de andere ouder onmogelijk is kan niet de ander doen ontzetten uit, maar slechts zichzelf laten ontheffen van het ouderschap.
- Rechtszekerheid: onttrekking van het kind aan het door de rechter vastgestelde zorgplan moet worden voorkomen en zonodig bestreden met de bestaande middelen die nu bij voorlopige voorzieningen van rechtswege paraat (= zonder aparte rechterlijke tussenkomst) beschikbaar zijn: sterke arm resp. opsporings- en dwangmiddelen van strafvordering. Die middelen hebben hun doelmatigheid (preventieve werking) bewezen.
- Rechtsgelijkheid vereist dat de dreigende of feitelijke toepassing van die middelen even stringent tegen vaders als tegen moeders is gericht.
- Géén bijzonder curator in het echtscheidingsrecht.
- Géén terugcodificatie van contraire jurisprudentie ("hoofdverblijf" in de plaats van de afgeschafte één-ouder-voogdij, "klem of verloren"-jurisprudentie in plaats van haalbaarheidsverbod).
- Stop met het als wetgever met de rug naar ouders toe te gaan staan bij wetgeving.
- Verbeter het wetsontwerp 30.145 op de bovengenoemde punten of breng een scheiding aan in de huidige uiterst ongelukkige gecombineerde kamerbehandeling van de onderdelen (a) "administratieve scheiding" en (b) "voortgezet ouderschap na scheiding" in het wetsontwerp 30.145 én zet de behandeling van het onderdeel (b) "voortgezet ouderschap na scheiding" uit wetsontwerp 30.145 tijdelijk stop in afwachting van de resultaten van een eerst te houden consultatieprocedure en hoorzittingen waarbij ook ouders en deskundigen gehoord worden in het wetgevingsproces.
- Verbeter de publieksvoorlichting en organiseer publiekscampagnes over de juridische regeling van het vaderschap, het belang van het vaderschap en het gedeeld co-ouderschap na scheiding, de gevolgen van scheiding voor kinderen en het oudervervreemdingssyndroom (Parental Alienation Syndrome, PAS).
- Faciliteer hereniging van verloren ouders en kinderen (bv. door middel van een internettrefpunt).

Is getekend in alfabetische volgorde, 4 juni 2007:


. Stichting Dwaze Vaders (DV), Leo Bevaert

. Fathers 4 Justice (F4J): Andrew Work, internationaal coördinator, Marijke de Both, coördinator Purple Hearts, Dennis Grippeling, regiocoördinator Nederland-Midden
. Stichting Kind en Omgangsrecht (KO): drs Pieter A.N. Tromp, voorzitter, Ing Paul Bastianen, bestuurslid, Melchior Tijssen
. Stichting Kinderen - Ouders - Grootouders (KOG): drs Truus P. Barendse, bestuurslid
. Stichting Ouders Zonder Omgang (OZO): A. Ross, mede-voorzitter, dr Th.M. Nieuwenhuizen, mede-voorzitter, drs R. IJ. Bijl, bestuurslid
. Ouderverstoting.nl: Ing. Erik C. van der Waal, Interim Manager
. Joep Zander, pedagoog en schrijver

. Stichting Sheherazade: Amina El Boukamiri

. Wouter Hanhart, arts

. Wim Orbons, gezondheidseconoom

. Mr Ir Peter J.A. Prinsen, oud-advocaat (eindredactie manifest)

Bijlagen:

Bijlage 1 - Internationale verklaring van Langeac

Bijlage 2 - Oproep aan de Tweede Kamer, Amersfoort, 21 april 2007 (Gezamenlijke oproep van de oudergroeperingen aan de Tweede Kamer inzake wetsontwerp 30 145)

Bijlage 3 - Peter Prinsen: Naar een rechtspsychologische grondslag voor het scheidingsrecht

Bijlage 4 - René Diekstra, Belangrijke vaders, Staatscourant 31 oktober 2006 (Adviseur René Diekstra benadrukt in Staatscourant het belang van meer vaderbetrokkenheid bij het jeugdbeleid)

Bijlage 5 - Wim Orbons, Mannen agressief? Kijk ook eens naar vrouwen. NRC Handelsblad 14 april 2006 (Opinieartikel in de NRC van 14 april 2007 van Wim Orbons over de anti-vadercampagnes van de overheid en SIRE)

VADERTOP (m/v/grootouders) - 10 mei 2007
http://vadertop.blogspot.com/
Bijlage 1 - Internationale verklaring van Langeac
Definitieve vertaling in het Nederlands (vanuit de originele Engelse tekst)

Grondbeginselen

a. Vaders en moeders hebben in het leven van hun kinderen gelijke status en als gevolg daarvan gelijke rechten en verantwoordelijkheden.

b. Als de ouders het samen niet eens kunnen worden, brengen de kinderen evenveel tijd door bij elk van hen.

c. Ouderschap berust uitsluitend op de relatie kind-ouder, niet op de relatie tussen ouders onderling. Kinderen hebben het recht beide ouders te kennen en andersom.


1. De belangen van het kind

a. De belangen van het kind mogen niet worden beschouwd als een vaststaand gegeven of iets dat losstaat van de belangen van de ouders en/of het gezin of als iets dat moet worden omschreven door openbare instellingen of deskundigen.

Het is aan de ouders om de belangen van hun kind te interpreteren, behalve in extreme gevallen van mishandeling of ouderlijke onbekwaamheid.

b. De publieke autoriteiten en andere derden moeten worden aangemoedigd om gezinnen en individuele gezinsleden te steunen als ze hulp nodig hebben, zo nodig ook preventief. Behoudens ernstige mishandeling, dienen ze echter beslist niet het recht te hebben om buiten de wens van de ouders in te grijpen.

c. Het kind moet het recht hebben om met zijn of haar ouders te communiceren ongeacht de situatie.

d. Biologisch ouderschap moet worden vastgesteld bij de geboorte door middel van een DNA-test. Zodra de conclusie van ouderschap (of niet-ouderschap) is getrokken, dienen alle bewijsmateriaal en verslagen onmiddellijk te worden vernietigd.


2. Keuzecontracten tussen ouders

a. Ouders dienen in staat te worden gesteld om rechtsgeldige contracten te ondertekenen, met een breed scala van mogelijkheden om hun rechten en plichten met betrekking tot hun kinderen in te vullen. Zo kunnen zij bij scheiding een ongelijke verdeling van de zorgtijd en de inkomens overeenkomen, of afspraken maken over partneralimentatie. De betrokken overheidsorganen hebben tot taak passende open contracten en procedures te ontwerpen, om keuzes te vereenvoudigen en de procedurekosten ervan te drukken.

b. Ouders hebben toegang tot advies en tot gestructureerde contracten die in alle gevallen, via bemiddeling dan wel via juridische tussenkomst een doeltreffend middel dienen te zijn om bij voorbeeld de verdeling van zorgtaken te regelen.


3. Respect voor de individuele handelingsvrijheid van elke ouder

a. Deze vrijheid moet behouden blijven behoudens de minimumvereisten voor ouderlijke samenwerking.

b. Verhuizing: Als een van de ouders op grote afstand wil gaan wonen, terwijl dat leidt tot potentiële problemen aangaande contact, reiskosten of zelfs tot een dreigende scheiding tussen een ouder en de kinderen, dan kan dat ingrijpen van externe autoriteiten noodzakelijk maken om te beslissen over de hoeveelheid tijd die bij elk van de ouders wordt doorgebracht. De vrije keuze van een volwassene om zijn/haar woonplaats te kiezen kan immers ingeperkt worden door de compromissen die noodzakelijk zijn om de zorg voor het kind te verzekeren. Beslissingen hierover moeten rekening houden met alle omstandigheden, inclusief bijvoorbeeld de noodzaak een baan te vinden door verhuizing. Het dogma van de "stabiele thuissituatie" hoort bij het nemen van een beslissing echter geen uitgangspunt te zijn.


4. Adoptieouders, de familie en andere belangrijke mensen

Kinderen hebben recht op contact met en informatie van familieleden van beide ouders en andersom. De ouder die op een moment de zorg heeft, heeft het recht om eindbeslissingen te nemen over contacten van het kind met anderen dan de familie, ouders of adoptieouders. Het kind houdt het recht beide biologische ouders te kennen, beide minstens op te kunnen bellen en te kunnen schrijven, in het laatste geval met bewijs van ontvangst.


5. De politiek-juridische context

a. De politieke-juridische context waarbinnen over gezinskwesties wordt besloten moet helder en eerlijk zijn voor beide sekses, zonder positieve of negatieve discriminatie. Relaties tussen mannen, vrouwen en kinderen zullen zo worden behandeld dat de ontwikkeling van groepsrivaliteit en polarisatie wordt voorkomen. Behoeften van deze of gene groep mogen niet tot gevolg hebben dat de belangen van anderen op aanmatigende wijze worden gepasseerd.

b. De belangen van het kind zijn gedefinieerd door ouders gezamenlijk. In geval van scheiding worden ze gedefinieerd door de ouder bij wie het kind op dat ogenblik verblijft.

Alleen als er duidelijk kindermishandeling is aangetoond, hebben andere partijen of openbare instellingen het recht om aan ouderlijke beslissingen op dit punt voorbij te gaan. In alle andere gevallen dient de bevoegdheid van genoemde derden te worden beperkt tot het geven van hulp en steun aan gezinnen in nood.


6. Gelijkheid op het werk

a. Beide seksen hebben in gelijke mate recht op ouderschapsverlof.

b. Arbeid moet zo worden ingedeeld dat beide ouders in staat zijn zo volledig mogelijk aan het leven van hun kinderen deel te nemen.

c. Dit vereist ontegenzeggelijk zo'n herindeling van arbeid dat deze een zelfde beeld zal gaan vertonen als de tijdsindeling van onderwijzers en leraren. Dit voorstel moet gezien worden in verband van een wereldwijde vermindering van de eisen die aan arbeiders worden gesteld en verder in het licht van het algemeen groeiende besef dat de emotionele en functionele banden tussen de generaties moeten worden verdiept.


7. Bemiddeling, Juridische terughoudendheid en de betrokkenheid van derden

a. Door deskundige derden bemiddelde vormen van samenwerking kunnen de voorkeur verdienen als het welzijn van het kind dat vereist. De rechten van de ouders om het kind bij zich te hebben en het te verzorgen dienen echter niet afhankelijk te zijn van de manier waarop deskundigen een ouderlijke bereidheid of weigering tot samenwerking beoordelen.

b. Sommige ouderlijke beslissingen vereisen overeenstemming. Er moeten structuren komen om dit mogelijk te maken, via derden of direct. Voorbeelden van zulke beslissingen: vaccinatie (medische zorg), schoolkeuze, zorgverdelingsafspraken, etc..

c. Alleen wanneer ouders niet tot overeenstemming kunnen komen, zal interventie van bemiddelaars in eerste instantie en van het gerecht in laatste instantie noodzakelijk worden.

d. Alleen wanneer ouders, rechtstreeks of via bemiddeling, geen overeenstemming kunnen bereiken, zullen rechters de beslissingen voor hen moeten nemen. Dat betekent niet dat deze van buiten komende autoriteiten het recht hebben te beslissen over de hoeveelheid ouderlijke zorgtijd, maar zij hebben dat alleen over het bepalen van de dagen en uren binnen de hoeveelheid tijd die door de ouders werd overeengekomen of de standaard 50/50.

e. Recht moet niet alleen moeten worden gesproken, het moet ook openbaar zijn. Procedures achter gesloten deuren moeten waar mogelijk worden vermeden. Ook waar het noodzakelijk of wenselijk is om de identiteit van de partijen te beschermen, zullen wel de procesverslagen en de motivering en vastlegging van de beslissing openbaar beschikbaar zijn. Om dit te bereiken moeten er correct gestenografeerde verslagen van alle procedures bijgehouden worden.

f. Bemiddeling moet beschikbaar zijn voor, tijdens en na (echt)scheiding. Bemiddeling moet onafhankelijk zijn van de rechterlijke macht. Zij dient een gratis publieke voorziening te zijn, facultatief en zonder voorkeur op grond van geslacht. Rechtbanken dienen tussenkomst van bemiddelaars en een door bemiddeling tot stand gekomen overeenkomst te eerbiedigen.


8. Financiën

a. Als ouders financieel draagkrachtig zijn, is elk van hen financieel verantwoordelijk voor de helft van de kosten van de verzorging van het kind. Deze kosten kunnen van tevoren worden vastgesteld op basis van de minimum onderhouds- en verzorgingskosten voor de kinderen, wat in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de ouders en als ouders hun verantwoordelijkheden niet nakomen of niet kunnen nakomen, van de staat en andere verantwoordelijke instellingen.

b. Het staat ouders geheel vrij om onder elkaar elk ander contract of overeenkomst ten aanzien van het financiële onderhoud en andere zaken met betrekking tot de zorg voor de kinderen aan te gaan. Ouders kunnen dus wederzijds rechtsgeldige contracten sluiten waarin de rechten en/of plichten t.a.v. hun kinderen worden aangepast, bij voorbeeld wat betreft de verdeling van de kosten of de zorgtijd.


9. Kindermishandeling

Wreedheid (i), verwaarlozing (ii), geweld (iii), seksuele mishandeling (iv) dienen te vallen onder de relevante bepalingen van het strafrecht en niet onder de wetten betreffende zorgverdeling en gelijkverdeeld ouderschap. De veronderstelling van onschuld tot schuld is bewezen zal gelden voor alle gevallen, met uitzondering van de hieronder onder b. genoemde.

a. Beoordeling van kindermishandeling dient te gebeuren zonder vooroordeel. De vier typen kindermishandeling zullen gelijk gewogen worden. Tenzij de beschuldigingen van een dergelijke aard zijn dat ze onmiddellijk de veiligheid van het kind betreffen, zal er geen beslissing worden genomen om het contact met een van de ouders te verbreken.

b. Als er beschuldigingen bestaan en er is besloten het contact tussen het kind en een van de ouders op te schorten, dan moet er onmiddellijk een provisorisch onderzoek plaatsvinden om de gevaren vast te stellen. Na een schorsing van ten hoogste twee weken van de bestaande gelijke of andere overeengekomen zorgverdeling dient de oude situatie te worden hersteld, tenzij het onderzoek anders uitwijst. Schorsing alleen kan niet worden gebruikt als een middel om de rechten op ouderlijke zorg van een van de ouders te herzien.

c. Valse beschuldigingen of meineed zullen streng worden vervolgd onder de bepalingen van het wetboek van strafrecht.

d. Waar de ouder-kind relatie wordt beschadigd door oudervervreemding wordt het kind in zijn belangen geschaad en dit zal daarom worden beschouwd als een vorm van kindermishandeling. Ook maatregelen van de overheden die een ouder-kindrelatie op zo'n manier beschadigen dienen als een vorm van kindermishandeling te worden beschouwd en dienen overeenkomstig te worden bestraft.


10. Wat niet valt onder deze principes van gelijkverdeeld ouderschap

Het boven beschreven "gelijkverdeeld ouderschap" heeft niet direct betrekking op gevallen waarin een of beide ouders weigeren of niet in staat zijn hun ouderlijke verantwoordelijkheden ten aanzien van zorg en onderhoud van hun kinderen uit te oefenen. Het betreft alleen die gevallen waar beide ouders zich om hun kinderen willen bekommeren.

Een ouder die verklaart niet voor een kind te willen zorgen, kan daar ook niet toe gedwongen worden. Wat wel bestaat is de financiële plicht om zorg mogelijk te maken en zo is er ook een noodzaak om die zorg te verstrekken, door de ouders of door de staat. Nogmaals: kindermishandeling wordt onder. "gelijkverdeeld ouderschap" beschouwd als een aparte kwestie.

Definities

Ouders

..... worden gedefinieerd als de biologische ouders of, in geval van ernstige mishandeling of

bij weeskinderen, de adoptieouders.

Kind

... is het menselijk wezen van geboorte af tot de laagste van de twee leeftijden behorend bij emancipatie en meerderjarigheid.

Gezin

...... is het kind en zijn biologische of adoptieouders.

Familie

....zijn de bloedverwanten van het kind en eventueel van zijn of haar adoptieouders

N.B. Elk onderdeel van deze verklaring is een integraal deel van het geheel en kan niet buiten het verband van de andere onderdelen worden toegepast of begrepen.

Bijlage 2 - Oproep van oudergroeperingen aan de Tweede Kamer inzake wetsontwerp 30 145

Wetsontwerp Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

OPROEP AAN DE TWEEDE KAMER

Amersfoort, 21 april 2007

Ondergetekenden,

woordvoerders van groeperingen van ouders die na (echt)scheiding belemmerd zijn in de medezorg voor hun kind en in de volwaardige uitoefening van hun ouderschap,

doen een klemmend beroep op de leden van de Tweede Kamer om géén steun te geven aan het wetsontwerp Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding.

Terecht beoogt het wetsontwerp de gelijkwaardige betrokkenheid van beide ouders bij het leven van hun kinderen, en de band van kinderen met hun beide ouders na (echt)scheiding te beschermen.

Ondergetekenden onderschrijven de bedoelingen van het wetsontwerp, doch stellen vast:
. dat die bedoelingen al meer dan drie decennia worden nagestreefd met telkens nieuwe wettelijke regelingen,
. dat die regelingen blijkens de statistieken géén positief effect sorteren,
. dat die regelingen door conservatieve en creatieve jurisprudentie keer op keer blijken te kunnen worden uitgehold en ondermijnd ,
. dat de thans voorgestelde regelingen de (rechtspolitieke) jurisprudentie terugcodificeren en verder even krachteloos zijn als de regelingen die in het verleden baanbrekend werden geacht,
. dat het wetsvoorstel in intentie progressief is, maar in feite achterblijft bij de rechtsontwikkeling in landen als België en Frankrijk, en zelfs de eerdere Nederlandse vernieuwingen uitholt,
. dat het wetsvoorstel niet steunt op rechtspsychologische overwegingen die de diepere oorzaken van polarisatie blootleggen, zodat de voorgestelde regelingen niet verder reiken dan symptoombestrijding, zonder de bedoelingen waar te kunnen maken,
. dat de voorgestelde regelingen de beoogde gelijkwaardigheid en autonomie van ouders na scheiding niet vertalen in rechtszekerheid en rechtsgelijkheid,
. dat de feitelijke ongelijkwaardigheid polarisatie in de hand blijft werken en daardoor in de weg staat aan het meest fundamentele belang van kinderen, te weten vrede tussen hun ouders,
. dat te ruime rechterlijke beslissingsruimte een forum creëert voor een oneigenlijke twist over het belang van de kinderen,
. dat de feitelijke ongelijkwaardigheid tussen de ouders en de te ruime beslissingsruimte van de rechter onbemiddelbaarheid in de hand werken.

Ondergetekenden vragen de wetgever te bevorderen dat rechtspsychologisch onderzoek wordt geëntameerd ten behoeve van toekomstige wetgeving, expliciet gericht op het voorkomen van polarisatie en op het bewaren van de vrede tussen scheidende ouders, zodat autonome oplossingsgerichtheid van scheidende ouders, ondersteund door bemiddeling, tot verdere ontplooiing kan komen.

Hoogachtend,


. Mr Ir Peter Prinsen, oud-advocaat (06-51.50.33.51)
. Stichting Dwaze Vaders: Perry Stuart, Leo Bevaert
. Fathers 4 Justice (F4J): Andrew Work, Marijke de Both, Dennis Grippeling
. Stichting Kind en Omgangsrecht / Vader Kennis Centrum:

Peter Tromp, Melchior Tijssen

. Stichting Ouders Zonder Omgang: Arthur Ross, Theo Nieuwenhuizen
. Stichting Kinderen - Ouders - Grootouders: Truus Barendse
. Gescheiden Vaders Nederland: Ad Verdiesen

. Joep Zander, pedagoog en schrijver

. Rob van Altena, publicist

. Wouter Hanhart, arts

. Wim Orbons, gezondheidseconoom


---

Voetnoten

Haalbaarheidscriterium, Hoofdverblijfplaats, Omgangsontzegging ondanks gezag.

Rechtspsychologie, een vorm van toegepaste psychologie, bestudeert het gedrag van mensen onder invloed van het recht, en het recht als beïnvloedingsinstrument voor gedrag.

Bijlage 3

Naar een rechtspsychologische grondslag voor het scheidingsrecht

De kinderen en hun ouders vóór, tijdens en na scheiding

Mr Ir Peter Prinsen, oud-advocaat
Leiden, 3 mei 2007

Het belang van het kind expliciet centraal stellen schiet zijn doel voorbij. Beter is het de vrede tussen de ouders centraal te stellen, op basis van rechtspsychologisch inzicht, dat niet veroordeelt maar verklaart. Maakbaarheidsgeloof is fnuikend, maatwerk een illusie. Beslissingsruimte van de rechter moet worden beperkt, ten gunste van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Pas dan kan bemiddeling tot volle ontplooiing komen.

Inleiding

Bij het Parlement is aanhangig het wetsvoorstel "Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding". Scheidende ouders zullen voortaan een ouderschapsplan (convenant) over moeten leggen. De rechter kan ouders naar een bemiddelaar verwijzen en aan het kind een bijzonder curator toewijzen. De rechter kan bepalen bij wie van de ouders het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Leggen de ouders, ook na bemiddeling, geen ouderschapsplan over, dan gaat de rechter zich er als vanouds inhoudelijk mee bemoeien. De rechter kan dan het hoofdverblijf en een "omgangsregeling" vaststellen, een sanctie bij niet-naleving opleggen, of "omgang" ontzeggen, ook al heeft die ouder formeel nog het gezag. Ook kan de rechter een ouder het gezag ontnemen.

Het wetsvoorstel behelst codificatie van jurisprudentie c.q. reeds gebezigde rechtspraktijk. Op grond daarvan kan nu reeds gewezen worden op de omslachtigheid, kwetsbaarheid en de onbetaalbaarheid van het systeem voor de ouders in de meer moeizame gevallen, terwijl de effectiviteit (in termen van voortgezet ouderschap van enige inhoud) in die gevallen nihil blijkt.

N.B.: Sinds de laatste vernieuwing (1998) blijft het gelijkwaardig ouderlijk gezag bij echtscheiding intact: De huidige wet kent in die gevallen geen hoofdverblijf en geen ontzegging van de omgang. De nu voorgestelde invoering van het hoofdverblijf en van de ontzegging van omgang aan de ouder die gezag heeft behelst codificatie van (rechtspolitieke) jurisprudentie waarmee de Rechterlijke Macht effectief de eerdere wettelijke vernieuwingen had uitgehold. De vernieuwing van 1998 heeft nooit een eerlijke kans gehad. Thans zwicht de Wetgever expliciet voor de Rechterlijke Macht.

Scheidingen verlopen vaak zeer conflictueus. Jaarlijks krijgen ruim 60.000 kinderen te maken met (echt-)scheiding van hun ouders. De helft van die kinderen verliest daarbij een van zijn ouders. Tientallen duizenden levens raken jaarlijks ontwricht. Ouderlijke scheiding is vaak voor kinderen een levensles van de slechtste soort.

Wij zijn geneigd de ouders de schuld te geven, maar is dat wel terecht? En, belangrijkere vraag, leidt dat ergens toe? De problematiek lijkt maatschappelijk even onaanvaardbaar als onoplosbaar, getuige de permanente stroom van overheidsinitiatieven in de afgelopen drie decennia, gericht op verbetering van deze situatie. Het momenteel aanhangige wetsvoorstel tracht nadrukkelijk (maar vrijblijvend) het ouderschapsplan en bemiddeling op de voorgrond te plaatsen. Goede bedoelingen alleen schieten echter tekort en zullen dat blijven doen zolang een baanbrekende vernieuwing uitblijft. Scheidende ouders kunnen veel baat hebben bij bemiddeling, maar als de wet niet fundamenteel verandert zal het merendeel van de scheidende ouders argeloos blijven belanden in de beruchte conflictspiraal die de wet voor hen in petto heeft. Het huidige wetsvoorstel zal dan ook een papieren tijger blijken te zijn, weliswaar nuttig voor bemiddelbare en bemiddelde ouders, maar nutteloos voor juist díe problematiek die het beoogt op te lossen. Het wetsvoorstel staat verdere ontplooiing van mediation in de weg.

Het echtscheidingsrecht ontbeert een rechtstheoretische grondslag. Alleen rechtspsychologische analyse van het echtscheidingsrecht kan leiden tot een baanbrekende oplossing. Daaruit blijkt dat gebroken moet worden met de tirannie van het Belang van het Kind, omdat procedures daarover gemakkelijk ontaarden in een onbeheersbare twist over wie daar het meest geschikt voor is. Veel beter zou het zijn om een ander uitgangspunt centraal te stellen: vrede tussen de scheidende ouders, want dàn pas is er echt ruimte voor behartiging van de belangen van hun kind. Aldus komt het belang van het kind op een hoger niveau centraal te staan. Hieronder de gedachtegang in 12 stappen, verdeeld over 3 hoofdstukken. Uitgangspunt is de als "normaal" te kwalificeren verhouding in het gezin.

A. Natuur en Cultuur.


1. Legitieme zaak
Kinderen worden verzorgd en opgevoed door hun eigen ouders. Vader en moeder zijn de onvervangbare behartigers-van-nature van de belangen van hun kinderen. Ouders die opkomen voor hun kind tegen disproportionele inbreuken op hun ouderschap verdienen ons respect. Zij hebben een legitieme zaak.


2. Genetisch gewortelde drijfveren
Ouderlijke zorg voor het kind in autonomie en gelijkwaardigheid berust op een genetisch gewortelde drijfveer, formeel erkend als mensenrecht. Vanuit het perspectief van het kind geldt omgekeerd hetzelfde: genetisch geworteld, met formele erkenning in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.


3. Rechtszekerheid, gelijkwaardigheid, autonomie De beleving van rechtszekerheid en respect maakt dat ouders zich zonder berekening dienstbaar kunnen maken aan het belang van hun kinderen. Kinderen beleven hun ouders als gelijkwaardig. Ouders voeren pedagogisch beleid in gelijkwaardigheid en autonomie.

B. De (rechts)psychologie van het fout gaan bij scheiding.


4. Overheidsbemoeienis berustend op maakbaarheidgeloof is bedreigend. Het belang van het kind wordt als expliciet en maakbaar opgevat. Dat betekent, dat als de ouders "er samen niet uit komen" de overheid de dienst gaat uitmaken, in het belang van het kind. Ouders doen er dan niet toe. Dat weten de ouders van het begin af aan, en dat is zeer bedreigend voor ouders. De ouders krijgen het gevoel bij scheiding te moeten bewijzen een goed opvoeder te zijn, of een betere opvoeder dan de andere ouder. Ouders die samen rechter en recht irrelevant verklaren bewaren de vrede. Maar neemt ook maar één ouder het recht serieus, dan belanden zij samen argeloos in de val van de uitgelokte competitie: "Ik ben een goed ouder" - "Nee ik ben beter". Door deze zelfprofilering kwetsen de ouders onbedoeld de ander in diens ouderlijk zelfrespect. Rechtszekerheid blijkt opeens een illusie, het gratuite sussen door de rechter ten spijt. Ouders staan voor een prisoner's dilemma: Samenwerken met de andere ouder of strijden om het behoud van de band met het kind en om ouderlijk zelfrespect? Als ieder der ouders nou maar zeker zou weten dat de andere ouder even rationeel zo handelen als hijzelf, dat hij of zij nooit of te nimmer uit het leven van hun kind verdreven zouden worden, als ze zeker zouden weten dat hun gelijkwaardigheid gerespecteerd zou worden, kortom als het ouderschap even onschendbaar zou zijn als het menselijk lichaam, als de integriteit van het ouderschap gerespecteerd en beschermd zou worden, dan zou strijd onnodig zijn. Zulke rechtszekerheid zou de voor samenwerking noodzakelijke vertrouwensbasis kunnen verschaffen, maar rechtszekerheid ís er niet. Het ontbreken van rechtszekerheid haalt het slechtste in de mens naar boven.


5. "Belang van het kind centraal"
Cruciaal in dit mechanisme is het feit dat het belang van het kind (in de betekenis van maakbaar) centraal heet te staan in het Recht. Impliciet wordt hiermee aan de ouders rechtszekerheid onthouden: alleen het kind telt, aan ouders heeft het Recht geen boodschap. Het Recht denkt anders dan ouders. Hun bedoelingen, eerlijk of oneerlijk, doen er niet toe. Hun geschil wordt niet opgelost. Geen wonder dat vaak een spiraal van machinatie en eigenrichting het gevolg is. (Overigens: Na toevertrouwing is er plotseling selectieve strafrechtelijke, zéér effectieve rechtsbescherming van de als verzorger uitverkoren ouder).


6. Onderzoek zelf vervormt de te onderzoeken werkelijkheid Ieder onderzoek in een dergelijke instabiele situatie naar het belang van het kind leidt ipso facto tot allesoverheersende polarisatie en vervorming van de oorspronkelijke werkelijkheid. Dat onderzoek naar wat het beste is in het belang van het kind biedt dan ook geen rationele grondslag voor een beslissing die recht doet aan die oorspronkelijke werkelijkheid.

Rechters en mediators plegen de ouders te vermanen dat zij hun conflict als partners niet moeten uitbreiden tot een conflict als ouders. Maar het zijn nota bene de rechters en mediators zèlf die het conflict die kant op sturen met het centraal stellen van het belang van het kind.

Nieuw te ontwikkelen wetgeving moet uitgaan van de nog niet zo sterk gepolariseerde oorspronkelijke realiteit en mag de heftige strijd tussen de ouders, gevolg van de huidige wetgeving, niet aanzien voor de oorspronkelijke werkelijkheid.


7. Van oogappel tot twistappel
Procedures waarin het belang van het kind als 'maakbaar' per geval wordt 'vastgesteld' maken het kind van oogappel tot twistappel, als rechtspsychologisch gevolg van de huidige procedure.

C. Nieuw familierecht: rechtspsychologie in plaats van maakbaarheid.


8. Vrede tussen de ouders centraal, door rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en autonomie. Het belang van het kind is het meest gediend met vrede tussen de ouders. Centraal beginsel van de echtscheidingswet moet daarom worden: het voorkómen van (verdere) polarisatie en het waarborgen van voorwaarden voor behoud of herstel van vrede tussen de ouders. Want vrede tussen de ouders, dat borgt pas écht het belang van het kind.

De wet mag geen enkel aanknopingspunt, hoegenaamd, bevatten dat de vrede tussen de ouders kan verstoren of onvrede kan aanwakkeren. Verkapte ontheffing van of ontzetting uit het ouderlijk gezag of beperking daarvan (eufemistisch aangeduid met omgangsregeling, toevertrouwing, hoofdverblijf, éénhoofdig gezag) moeten daartoe uit het echtscheidingsrecht worden gebannen, evenals diepgravende onderzoeken naar het belang van het kind.


9. Verankering in de wet
Het rechtspsychologisch fundament dient verankerd te worden in de wet. De wet mag aan de rechter geen ruimte bieden om tussen ouders, advocaten, mediator een twist te laten ontstaan over wat het meest in het belang van het kind is.


10. Echtscheiding geen maatregel van kinderbescherming Echtscheiding mag dan ook niet behandeld worden als een verkapte maatregel van kinderbescherming, maar hoort een ordemaatregel te zijn, waarbij het in beginsel slechts mag gaan om agendakwesties en zakelijke opvoedingsgeschillen (zoals schoolkeuze); verder dan dat moet het rechterlijk 'maatwerk' niet gaan, zeker niet richting (dis-)kwalificaties van de ene of de andere ouder. Expliciet maakbaarheidsgeloof is fnuikend, verderreikend maatwerk een illusie. Iedere poging tot maatwerk leidt tot twist over de maatvoering. Te ruime discretionaire bevoegdheid van de rechter leidt tot ongestructureerde debatten en zal het kind onvermijdelijk tot twistappel maken. Met een variant op een bekend adagium: Summa diligentia, summa negligentia.


11. Echtscheiding als ordemaatregel
Ten behoeve van die ordemaatregel moet gelijkwaardigheid van de ouders in de wet als norm en als regelend recht worden vastgelegd, met drastische terugdringing van de discretionaire bevoegdheid van de rechter. Dus:


- Erkenning schept ouderlijk gezag.

- Geen hoofdverblijf bij één der ouders maar gelijk verdeeld co-ouderschap (behoudens andere onderlinge afspraken), met beurtelingse huisvesting zoals in België en Franrijk.
- Afwijken van de regel met grote terughoudendheid en alleen op zakelijke gronden.
- Wie om privé-redenen wil afwijken van het ouderschapsplan (verhuizing naar een ander deel van het land) draagt zelf de consequenties.
- Wie zegt niet te kunnen samenwerken met de andere ouder kan niet de ander, maar slechts zichzelf laten ontheffen van het ouderschap.
- Rechtszekerheid vereist dat onttrekking van het kind aan de door de rechter vastgestelde zorg van de andere ouder wordt voorkomen en zonodig bestreden met de bestaande middelen (sterke arm van rechtswege, opsporings- en dwangmiddelen strafvordering) zonder nieuwe rechterlijke toetsing.
- Rechtsgelijkheid (gelijkwaardigheid) vereist dat de (dreigende) toepassing van die middelen even stringent tegen moeders als tegen vaders is gericht.


12. Kinderbescherming en bijzonder curator horen niet in het hoofdstuk echtscheiding Echtscheiding mag niet het wettelijk vermoeden van bedreiging van de ontwikkeling van het kind opleveren. Dat idee stamt uit de tijd dat echtscheiding op zichzelf met zedelijk verval werd gelijkgesteld. Dat wettelijk vermoeden is een self-fulfilling prophecy: Inschakeling van de Raad voor de Kinderbescherming of van een bijzonder curator speelt de ouders tegen elkaar uit. Dàt bedreigt het kind in zijn ontwikkeling. Als een ouder echt niet deugt is er de echte maatregel van kinderbescherming. Met (echt-)scheiding heeft dat niets te maken. Bijlage 4 - Adviseur René Diekstra benadrukt in Staatscourant het belang van meer vaderbetrokkenheid bij het jeugdbeleid

Belangrijke vaders

Staatscourant; René Diekstra; 31 oktober 2006

Onlangs had ik, in het kader van mijn werk als adviseur Jeugdbeleid, een overleg met vertegenwoordigers van consultatiebureaus. Verschillende keren lieten ze de term OKZ, ouder-kind zorg, vallen. Op een gegeven moment vroeg ik hoeveel van de ouders in hun OKZ vaders zijn. Het antwoord was: een (heel) kleine minderheid. Een paar dagen later had ik een overleg met medewerkers van een aantal GGD's die oudercursussen verzorgen of coördineren. Ik vroeg hen hoeveel van de ouders die aan de cursussen deelnemen vaders zijn. Het antwoord was: een (heel) kleine minderheid. Op mijn vragen aan beide groepen of het geringe bereiken van vaders hen niet verontrustte en of ze inmiddels strategieën hadden ontworpen of in onderzoek hadden om meer vaders te bereiken, was het antwoord op de eerste 'ja', op de tweede eigenlijk 'nee'. Eigenlijk, want ze hebben het er wel eens met elkaar over, maar tot gerichte actie of onderzoek leidt dat niet of nauwelijks. Als het gaat om ouder-kind zorg en opvoedingsondersteuning hebben de verantwoordelijke instanties zich er blijkbaar al lang bij neergelegd dat dit voornamelijk moeder-kind zorg en 'moeder'ondersteuning is. Ik heb het donkerbruine vermoeden dat ze dat in de dagelijkse uitvoering ook niet slecht uitkomt. Sterker nog, de cultuur van de betreffende instellingen is voornamelijk een 'moeder'cultuur. Wat dat betreft was het tekenend dat bij de overleggen, waar ik het over had, in totaal op de ongeveer 30 vrouwen, zegge en schrijve één man aanwezig was (mezelf niet meegerekend). Het is natuurlijk onwaarschijnlijk dat een moederbastion voor vaders een aantrekkelijke plaats is om zich naar te begeven, zeker als het gaat om zulke gevoelige en vaak subtiele kwesties als verzorging en opvoeding van kinderen. Zoals dat omgekeerd ook het geval zou zijn. Bovendien werken veel vrouwelijke hulpverleners gewoonlijk liever met vrouwen dan met mannen. Het verontrustende aan deze situatie is dat het volstrekt voorbij gaat aan de grote invloed die vaders hebben op de ontwikkeling van hun kinderen, een invloed die, zoals wetenschappelijk onderzoek laat zien, niet onderdoet voor en op bepaalde punten mogelijk zelfs groter is dan die van moeders. Zo blijkt het verband tussen de ontwikkeling van kinderen, in cognitief, sociaal en moreel opzicht en het gedrag/opvattingen van vader ietwat sterker dan verband tussen die ontwikkeling en het gedrag/opvattingen van moeders. En, minstens zo belangrijk, dat geldt over de hele leeftijdsperiode van 0-18 jaar, en het geldt voor kinderen ongeacht cultuur, etnische afkomst en sociale klasse. Opmerkelijk is verder dat de samenhang tussen ontwikkeling van kinderen en gedrag van vaders niet of nauwelijks afhankelijk is van de biologische relatie tussen vader en kind. Ook vervangende vaders, pleegvaders of stiefvaders, blijken invloedrijk. Maar waarschijnlijk toch wel het meest verrassend is de bevinding dat vaders niet alleen heel belangrijk zijn voor zonen, maar ook voor dochters. Hoe dochters hun vader zien en ervaren blijkt zowel van invloed op hun sociale en intellectuele ontwikkeling als op het beeld dat ze van mannen hebben en de wijze waarop ze daar relaties mee aangaan. De conclusie? Mocht er na de verkiezingen inderdaad een minister voor Jeugdzaken komen, dan zou die bewindspersoon vaderbetrokkenheid tot speerpunt van beleid dienen te maken. Ook of zelfs juist als een vrouw het wordt. René F.W. Diekstra

Bijlage 5 - Opinieartikel in de NRC van 14 april 2007 van Wim Orbons over de anti-vadercampagnes van de overheid en SIRE

Mannen agressief? Kijk ook eens naar vrouwen

Overheidsambtenaren, geholpen door cultureel correcte organisaties als SIRE, zien de man als te bot of te machtsbelust om in te schikken. Daarmee wordt de werkelijkheid geweld aan gedaan.

NRC Opinie & Debat - pagina 17 - Trefwoorden: Vrouwen; Mannen; Mishandeling - 14-04-2007 Door Wim Orbons - Gezondheidseconoom en voormalig bestuurder van zorgorganisaties

De spotjes die de Stichting Ideële Reclame (SIRE) uitzendt over huiselijk geweld suggereren dat vaders daar steeds de daders van zijn. Maar is dit juist? Het is niet de eerste keer dat SIRE (en ook overheidscampagnes, zie kader) het beeld uitdraagt van de man als bruut. Dat was ook het geval in de tv- en radiocampagne Kort lontje (2006), waarin alleen mannen worden neergezet als in drift exploderende botteriken.

Recent startte SIRE een campagne tegen verwaarlozing, mishandeling en misbruik van kinderen. Een goede zaak. Alleen wordt onzorgvuldig met de cijfers omgesprongen en wordt in drie van de vier radiospotjes gesuggereerd dat de vader (of oom) de dader is van huiselijk en seksueel geweld en wordt de belangrijkste oorzaak, van armoede, kindermishandeling, verwaarlozing en misbruik miskend, althans verzwegen. Die oorzaak is (echt)scheidingen.

... en het is zwart ... zegt een kinderstem op de radio. Hij vervolgt: Het is de zwarte zonnebril die mama draagt zodat niemand kan zien dat pappa haar weer geslagen heeft. Als gezegd wordt met de spotjes gesuggereerd dat pappa steeds de dader is van huiselijk geweld. Maar dat is volgens veel onderzoeken onjuist. Volgens de Californische hoogleraar psychologie Martin Fiebert blijkt uit 196 wetenschappelijke studies dat ongeveer evenveel mannen en vrouwen dader én slachtoffer zijn van partnergeweld (google: Fiebert violence, zie ook www.huiselijkgeweld.info).

Naast deze suggestieve spotjes worden op de website van SIRE ook onjuiste cijfers genoemd en worden schattingen over kindermishandeling op basis van één buitenlands onderzoek tot feiten verheven. Dat geeft niet alleen een vertekend beeld, maar draagt ook niet bij aan een oplossing van het probleem.

SIRE vraagt aandacht voor de honderdduizenden slachtoffers per jaar. De spotjes worden afgesloten met: Wanneer openen we onze ogen? Die vraag geldt ook voor SIRE. Volgens de stichting is sprake van 80.000 kinderen die worden mishandeld (fysiek, psychisch, emotioneel en verwaarlozing) en groeien daarnaast 450.000 kinderen op in armoede. Dit geeft een vertekend beeld. In de eerste plaats omdat onder de 450.000 kinderen zich ook een groot aantal kinderen bevindt dat al bij de cijfers van de kindermishandeling is meegeteld. In de tweede plaats is het getal van 80.000 een schatting op basis van een onderzoek in de VS dat geëxtrapoleerd is naar de Nederlandse situatie. Kindermishandeling moeten we niet bagatelliseren, maar een vergelijking tussen de VS (met een andere cultuur en veel sloppenwijken) en Nederland is wetenschappelijk onverantwoord. In Nederland is nog nooit onderzoek gedaan naar kindermishandeling. Voormalig staatssecretaris Ross-van Dorp heeft weliswaar opdracht gegeven voor een onderzoek naar kindermishandeling, maar daarvan zijn de resultaten nog niet bekend.

Uit onderzoek naar partnergeweld blijkt dat dit veel minder voorkomt dan de media, de overheid en SIRE ons willen doen geloven. De onderzoekers dr. Karin Wittebrood en dr. Vic Veldheer van het Sociaal en Cultureel Planbureau meldden in 2005 op basis van twee Intomartonderzoeken in opdracht van het ministerie van Justitie, dat in de vijf jaar voorafgaand aan deze onderzoeken slechts 3,9 procent van de Nederlandse bevolking te maken heeft gehad met partnergeweld. Volgens hen werd bijna 60 procent van het huiselijk geweld gepleegd door niet-familieleden. Geweld tussen (ex-)partners vormt slechts een kwart van het huiselijk geweld waarvan de Nederlandse bevolking melding maakt.

Ook uit de aangiften bij politie en de behandelingen bij de Eerste Hulp van ziekenhuizen blijkt dat partnergeweld veel minder voorkomt dan de media ons telkens weer voorspiegelen. De politie registreerde 57.000 incidenten in 2005. In slechts 40 procent van de gevallen werd ook aangifte gedaan: 22.800. Hoeveel van die aangiften ook daadwerkelijk tot een veroordeling hebben geleid is niet bekend.

Bij de ziekenhuizen melden zich voor behandeling volgens het Letsel Informatie Systeem (LIS) ongeveer evenveel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers van geweld in en om huis: circa 9.500 slachtoffers per jaar. Opvallend is dat tweederde van de aangeefsters bij de politie niet de Eerste Hulp consulteert, en dat slechts een kleine groep van de mannelijke slachtoffers van de Eerste Hulp aangifte bij de politie doet. Waarschijnlijk is dat omdat de mannelijke slachtoffers zich schamen en omdat aangiften bij de politie vooral na (echt)scheiding vaak onjuist zijn (rechtspsychologen, zoals W.A. Wagenaar, spreken over een percentage van minstens 50 procent), maar waarschijnlijk ook omdat bij de instanties hetzelfde vooroordeel bestaat als in de hoofdstroom van de samenleving, namelijk dat bijna altijd vrouwen slachtoffer zijn van huiselijk geweld en mannen de dader.

Waar komt dat onuitroeibare geloof in de vrouw als beter mens toch vandaan? Het is net zo idioot als het geloof in de vrouw als minderwaardig wezen.

Volgens SIRE sterft minstens een kind per week aan de gevolgen van verwaarlozing en mishandeling. Dit lijkt helaas een reële schatting. Tijdens de themaweek Geheim Geweld bleek uit een uitzending van Zembla dat er tientallen gevallen per jaar van kindermishandeling en verwaarlozing zijn met de dood als gevolg. De dader was in veel gevallen een gescheiden moeder. Kindermishandeling, kinderverwaarlozing en infanticide (het doden van pasgeboren kinderen) komen veel vaker voor in stiefgezinnen en in eenoudergezinnen dan in intacte gezinnen. De kans dat een kind wordt vermoord is volgens enkele onderzoeken tientallen malen groter in een stiefgezin (en een eenoudergezin) dan in een intact gezin. Niet de pedagogische tik waarover zo uitvoerig is gedebatteerd, maar scheiding - volgens het CBS 110.000 per jaar waar bijna 60.000 kinderen bij zijn betrokken - en het isolement van kinderen na de scheiding van hun vader, gecombineerd met drank- en drugsgebruik, leiden per jaar in tienduizenden gevallen tot kindermishandeling en in tientallen gevallen tot kindermoord. Rowena, Savanna, Damaris en Daniël uit Tolbert, het Maasmeisje Gessica en Metehan uit Apeldoorn zijn daar bekende voorbeelden van. Kortom, er is alle reden om zorg te hebben over wat met onze jeugd gebeurt, maar dan moeten we ons wel baseren op gedegen wetenschappelijk onderzoek en niet op populaire clichés.

Overheidsambtenaren, geholpen door cultureel correcte organisaties als SIRE, verspreiden de laatste twintig jaar niet alleen de gelijkheidsboodschap (voor alle sectoren, op alle niveaus, inclusief het huishouden), maar voeden de man ook op in de richting van meer vrouwelijkheid. Als de seksen niet gelijk zijn (zoals de dagelijkse werkelijkheid voortdurend laat zien), dan komt dat doordat mannen te bot of te machtsbelust zijn om in te schikken. Hun agressie moet worden ingetoomd. De vrouwelijke manier van doen is langzamerhand de norm geworden. ----
In Nederland is nog nooit onderzoek gedaan naar kindermishandeling

De dader was in veel gevallen een gescheiden moeder

De Nederlandse overheid en SIRE lijken zich steeds meer tot taak te rekenen om een negatief beeld van de man neer te zetten. Het gaat om beeldvorming via folders, affiches, billboards, radio- en tv-spotjes. De ene overheidscampagne is nauwelijks voorbij of de volgende gaat al van start. In de afgelopen vijftien jaar kreeg de Nederlandse burger te maken met de volgende campagnes:


. Seks is natuurlijk, maar nooit vanzelfsprekend (1991) van de ministeries van Justitie, Onderwijs en Wetenschappen, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Thema: de man als oversekste botterik; terwijl een onschuldig ogend vrouwtje de thee binnenbrengt, staat de gnuiverd al met de broek op zijn schoenen.
. Een veilig land waar vrouwen willen wonen (circa 1997) van het ministerie van Justitie naar aanleiding van het Intomart-onderzoek naar huiselijk geweld. Dit onderzoek komt tot de conclusie dat er globaal evenveel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld zijn. Het is gepubliceerd in het rapport Huiselijk geweld, waarin paginagrote fotos van een verbeten ranselende man en een met twee kleuters aan de handen vertrekkende vrouw.
. Wie is toch die man die zondags het vlees komt snijden? (circa 1997) van SIRE. Over de man die te weinig thuis is. En die, als hij in de campagne wat terug had mogen zeggen, misschien wel had geantwoord: Vaak de man wiens vrouw hem alleen accepteert als hij door overwerk een hoog inkomen inbrengt. Deze stelling werd in een recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (Hoe het werkt met kinderen) bevestigd: in bijna alle onderzochte gezinnen werken de vaders fulltime (en de moeders parttime). En die taakverdeling sluit volgens de onderzoekers aan bij de wensen van de moeders.
. Wie doet wat? (2002-2003) van het ministerie van Sociale Zaken (Directie Coördinatie Emancipatiezaken). Zou minstens een miljoen euro hebben gekost. Onder andere televisiefilmpjes met man als autist: een sloofje van een vrouw wordt gek van een paar onmogelijke kinderen, terwijl pa onbewogen met zijn rug naar het gezin achter de computer blijft zitten of wat in zijn auto gaat rondrijden met een vriend.
. Mannen worden er beter van en vrouwen ook (2003) van het ministerie van Sociale Zaken (Directie Coördinatie Emancipatiezaken). Over de lage participatie van vrouwen in het beroepsleven, die werd voorgesteld als veroorzaakt door de onwil van mannen om mee te doen in het huishouden. Mannen moeten dus thuis vaker de handen uit de mouwen steken.
. De 46 regeringsleiders van de Raad van Europa besloten in 2005 tot een campagne. De poster toont een verkreukelde afbeelding van een vrouw, met de slogan: Het begint met schreeuwen. Maar mag nooit eindigen in stilte. Op een Europees seminar (2007) spraken deskundigen over wat te doen tegen huiselijk geweld dat vrijwel gelijk werd gesteld met man slaat vrouw.
. Huiselijk geweld is niet normaal (2005-2006) van het ministerie van Justitie. Man zit met een voet op tafel, vrouw naast hem heeft zojuist een oplawaai gekregen. Dat is inderdaad niet normaal. Toch zijn niet alleen mannen plegers van huiselijk geweld. Ook vrouwen zijn gewelddadig, zowel tegen hun mannen als tegen hun kinderen.
. Kort lontje (2006), tv- en radiocampagne van SIRE, waarin alleen mannen worden neergezet als in drift exploderende botteriken.
. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet (2006-2007), radiospotjes van SIRE waarin mensen worden opgeroepen om in hun omgeving beter te letten op huiselijk en seksueel geweld tegen vrouwen en kindermishandeling en dit vervolgens bij de autoriteiten aan te geven. Met wederom mannen in de rol van dader, als het om geweld en misbruik gaat. (WO)

-----------------------
De Amsterdamse Vadertop (m/v/grootouders) werd op 10 mei 2007 georganiseerd door het Vader Kennis Centrum i.s.m. Stichting Kind en Omgangsrecht, Fathers-4-Justice Nederland, Stichting Dwaze Vaders, Stichting Ouders Zonder Omgang, Stichting Kinderen - Ouders - Grootouders, MSN-groep Gescheiden Vaders Nederland, Papa.nl.nu, Stichting Sheherazade, Ouderverstoting.nl en Peter Prinsen. J. Cohen, Cleveringa-lezing 2002
Op 5 december 2007 werd Job Cohen in de World Mayor Award internetverkiezing uitgeroepen tot de nummer 2 op de lijst van de beste burgemeesters ter wereld "Pappa's houden meer van je dan wie ook". Brieven van kinderen. Lannoo, Tielt en Amsterdam 1980 Campagne 2002 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Mannen worden er beter van, en vrouwen ook Publiekscampagne 2007 Ministerie van V.W.S. "Nu is het genoeg" Postbus 51: "Hoe vraag ik een echtscheiding aan" Zie bijlage 4: René Diekstra, Belangrijke vaders, Staatscourant 31 oktober 2006 Van IJzendoorn c.s., Kindermishandeling in Nederland anno 2005, Leiden Attachment Research Program, WODC 2007 Lamers-Winkelman c.s., VU, Scholieren over mishandeling, januari 2007, Vragenlijst Zie bijlage 5: Wim Orbons, Mannen agressief? Kijk ook eens naar vrouwen. NRC Handelsblad 14 april 2006 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind Interview met Ger Groot, docent wijsgerige antropologie van de Erasmus Universiteit en medewerker van NRC: 'Ouders die de beste vrienden van hun kinderen zijn - dat werkt alleen maar contraproductief', Filosofie Magazine, Johan van de Werken, nummer 5, jaargang 2007 Wetsontwerp bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, Kamerstuk 30 145 Zie bijlage 3: Peter Prinsen. Naar een rechtspsychologische grondslag voor het scheidingsrecht Bas Heijne, Waar komt dat onuitroeibare geloof in de vrouw als beter mens toch vandaan? Het is net zo idioot als het geloof in de vrouw als minderwaardig wezen. NRC Handelsblad 4 december 2004 Zie bijlage 2: Oproep aan de Tweede Kamer, Amersfoort, 21 april 2007 Zie bijlage 1: Internationale Verklaring van Langeac


---- --
Aan: Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

T.a.v.: de leden van de Tweede Kamer, de woordvoerders jeugd, gezin en familierecht van politieke partijen in de Tweede Kamer, en de woordvoerders van politieke partijen inzake de behandeling van wetsvoorstel 30.145 in de Tweede Kamer.

Van: Gezamenlijke oudergroeperingen, namens deze het Vader Kennis Centrum (VKC) van Stichting Kind en Omgangsrecht

Betreft: (1) Oproep van oudergroeperingen aan de Tweede Kamer inzake de behandeling van wetsvoorstel 30.145 van heden, (2) aanbieding van een gezamenlijk Manifest van oudergroeperingen inzake het jeugd-, gezins- en familierechtbeleid vanuit de op 10 mei 2007 gehouden Vadertop te Amsterdam

Utrecht, 6 juni 2007

Geachte leden van de Tweede kamer,

Hierbij bieden wij u aan het manifest inzake het jeugd-, gezins- en familierechtbeleid van samenwerkende oudergroeperingen bijeen op de Vadertop (m/v/grootouders) van 10 mei 2007 in Amsterdam.

Op de vadertop hebben de ouders onder andere hun ernstige bezwaren uitgesproken over wetsvoorstel 30.145 en zij richten zich met de volgende oproep tot de Tweede Kamer:

Splits Wetsontwerp 30 145
Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding.

De opsteller van bovengenoemd wetsontwerp heeft twee niet-verknochte onderwerpen in één wetsvoorstel willen regelen:
1. Bevordering voortgezet ouderschap

2. Zorgvuldige scheiding
(Blokkering van de sluiproute die bekend staat als de "flitsscheiding", neerkomend op notariële omzetting van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap en vervolgens ontbinding van dat geregistreerd partnerschap).

Uit het oogpunt van wetgevingstechniek is het combineren van twee niet verknochte onderwerpen riskant en daarom ongewenst. Immers, het ene onderwerp deelt noodzakelijkerwijs het lot van het andere onderwerp, terwijl dat politiek wel eens minder gevoelig, ja zelfs tegenovergesteld zou kunnen liggen. (Vergelijk de parlementaire geschiedenis van wetsontwerp 15 638).


Onderwerp 2, blokkering van de flitsscheiding. Dit onderwerp ligt bij de politiek gevoelig, terwijl het bij het publiek nauwelijks een principestrijd oplevert.


Onderwerp 1, bevordering voortgezet ouderschap Dit onderwerp kan bij politiek en publiek qua pretentie (bevordering van het voortgezet ouderschap) weliswaar rekenen op instemming, doch stuit qua uitwerking op heftige meningsverschillen, die absoluut niet zijn uitgekristalliseerd. Het ontwerp is het resultaat van de gevestigde lobbies. De wetgever is met de rug naar de ouders blijven staan.

Onder de ouders zijn zinvolle gedachten ontwikkeld als oplossing van de problematiek die al meer dan dertig jaar als onoplosbaar wordt ervaren.

Ouders doen een klemmend beroep op de Tweede Kamer om de behandeling van dit onderwerp aan te houden ten behoeve van een hoorzitting.

Wetsontwerp 30 135 zou gesplitst moeten worden.

Namens de samenwerkende oudergroeperingen,

Hoogachtend,

Drs Pieter A.N. Tromp
Vader Kennis Centrum (VKC) van Stichting Kind en Omgangsrecht

Mr Ir P.J.A. Prinsen
Oud- advocaat

Correspondentieadres: Vader Kennis Centrum (VKC) van Stichting Kind en Omgangsrecht J. Cabeliaustraat 17, 3554 VH Utrecht
Telefoon: 030-238 3636
E-mail: vaderkenniscentrum@gmail.com
Website Vadertop: http://vadertop.blogspot.com/

Bijlage:
SAMEN VERDER BIJ ZORG EN OPVOEDING, DE BOEL BIJ ELKAAR HOUDEN, MANIFEST VAN DE VADERTOP, GEHOUDEN TE AMSTERDAM OP DONDERDAG 10 MEI 2007


---- --