OPTA moet spamboete Speko BV terugdraaien
Rechtbank tikt telecomwaakhond op de vingers
GELDERMALSEN, 20070605 -- De rechtbank in Rotterdam heeft Speko b.v. in het gelijk gesteld in het verweer tegen een forse spamboete. Eind 2005 legde het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) sancties op van in totaal ¤ 60.000,- wegens het vermeend overtreden van het spamverbod. De OPTA nam aan dat Speko particulieren had `gespamd' maar Speko had aanwijzingen dat activisten het bedrijf in discrediet wilden brengen door berichten uit Speko's naam te versturen. Speko vroeg dus om technisch onderzoek maar de telecomwaakhond wist niet hoe dat moest.
In september 2004 verzond Speko een electronische mailing voor een leverancier van kantoorartikelen. Het bericht werd verzonden naar bedrijven, hetgeen is toegestaan volgens de Telecommunicatiewet. Desondanks kwamen er klachten van particulieren binnen op de website van de OPTA waardoor het erop leek dat er een fout was gemaakt bij de verzending. Alhoewel het bericht overduidelijk op bedrijven was gericht legde de OPTA toch een boete op.
Speko verweerde zich met het argument dat er onvoldoende forensisch onderzoek was gepleegd naar de klachten. "We vonden het raar dat men enerzijds bij ons onder politiebegeleiding het halve kantoor leeghaalde en anderzijds de klagers op de blauwe ogen geloofde," aldus Arjen Jongeling, directeur van Speko. "Zeker als je op het internet leest wat anti-spamactivisten ons allemaal toewensten naar aanleiding van de mailing mag je de conclusie trekken dat de klager niet per sé lieverdjes hoeven zijn. Mijn gezin is zelfs met de dood bedreigd." Het College trok zich daar weinig van aan en volstond met het per post verzamelen van een viertal verklaringen op standaard formulieren. Daar kwam nog bij dat de OPTA weigerde de identiteit van de klagers bekend te maken zodat Speko ze had kunnen horen. Op deze manier kregen Speko en haar opdrachtgever volgens de rechtbank geen faire kans zich te verdedigen.
Uiteindelijk overlegde de OPTA de e-mailadressen van de klagers maar dat was voor de rechtbank onvoldoende en ook nog te laat. "Overigens bleek alleen al uit die lijst dat het onderzoek rammelde aangezien sommige adressen toch van bedrijven bleken te zijn of niet tot een persoon herleidbaar waren," aldus Jongeling.
Speko heeft ook nog aangevoerd dat een onbekende derde copieën van de e-mailberichten via onbeveiligde computers (zogenaamde `proxies') zou kunnen hebben doorgestuurd naar particulieren. Hoe dat moet wordt door eerdergenoemde activisten beschreven op het internet. In vaktermen heet dat een `joe-job'; spam versturen namens een ander met het doel die zwart te maken. Tijdens de rechtzaak kwam echter naar voren dat de OPTA eigenlijk niet wist hoe je via proxies de verzendende computer kunt opsporen. Derhalve was er geen onderzoek naar gedaan.
De rechtbank oordeelt echter dat het boven elke twijfel verheven moet zijn dat de berichten rechtstreeks van de verzender afkomstig zijn.
Schandpaal
Jongeling is opgelucht nu het boetebesluit vernietigd is. Maar hij is nog niet klaar met de telecomwaakhond. "De OPTA heeft in 2005, meteen na het boetebesluit, een persoffensief in stelling gebracht dat ons bedrijf bijna ten gronde heeft gericht. Voordat wij zelfs maar een bezwaarschrift konden indienen was het nieuws via alle kranten, de radio en teletekst te vernemen.
Diverse klanten en leveranciers haakten meteen af. Een flauwe schandpaalmethode die een zware sanctie op zich is. Bovendien heeft de OPTA betoogd dat wij ook verantwoordelijk waren voor andere spamovertredingen, terwijl wij in het onderzoek juist met kracht van argumenten hebben uitgelegd dat dat niet aan de orde was. In het officiële dossier heeft de OPTA dat ook niet tegengesproken. Maar blijkbaar wilde OPTA het publiek doen geloven een grote vis te hebben gepakt en smokkelden ze die suggestie in het persbericht. Los van of we de rechtzaak zouden winnen had de OPTA op dat punt überhaupt niet mogen liegen." Het bedrijf beraadt zich op een procedure tegen het overheidsorgaan.