Hoge Raad beveelt nader onderzoek in Deventer moordzaak
Samenvatting van de uitspraak van 5 juni 2007 in het
herzieningsverzoek in de Deventer moordzaak. Bij verschil tussen deze
samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde bindend.
Deze zaak betreft de aanvrage tot herziening van de uitspraak van het
hof 's-Hertogenbosch van 9 februari 2004 (zie LJN AO3222).
Deze aanvrage is namens de heer E. Louwes op 27 juli 2006 bij de Hoge
Raad ingediend door mr. G.G.J. Knoops, advocaat in Amsterdam.
Op 15 november 2006 heeft de raadsman de aanvrage mondeling
toegelicht.
Op 20 maart 2007 heeft de advocaat-generaal Machielse zijn conclusie
genomen (zie LJN BA1024). In deze conclusie heeft hij de Hoge Raad
geadviseerd om, alvorens verder te beslissen, uit zijn midden een
raadsheer-commissaris aan te wijzen met het oog op het horen van twee
verbalisanten, die op 18 oktober 1999 een getuige hebben gehoord,
teneinde duidelijkheid te verschaffen over de inhoud van de verklaring
die de getuige heeft afgelegd.
Subsidiair heeft advocaat-generaal Machielse geconcludeerd dat de Hoge
Raad de aanvrage tot herziening ongegrond zal achten en deze zal
afwijzen.
De uitspraak van de Hoge Raad:
De Hoge Raad heeft in een tussenarrest beslist dat de twee
verbalisanten nader gehoord dienen te worden.
De Hoge Raad heeft dit opgedragen aan een raadsheer-commissaris.
Voor het overige heeft de Hoge Raad nog geen beslissing genomen over
de gegrondheid van het herzieningsverzoek. Hij houdt iedere verdere
beslissing aan totdat dit nader onderzoek zal zijn verricht.
Den Haag, 5 juni 2007
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
LJ Nummer
BA1024
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 5 juni 2007 Naar boven