Aanbesteding stads- en streekvervoer niet terugdraaien
Staatssecretaris Huizinga in brief aan Tweede Kamer
Nieuwsbericht | 05-06-2007
'Ook al biedt Europa de ruimte voor uitzonderingen, ik vind het niet
verstandig om het beleid voor de aanbesteding van het stads- en
streekvervoer in Nederland terug te draaien.' Dit schrijft
staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat op 1 juni
2007 in een brief aan de Tweede Kamer. Huizinga vindt dat het huidige
systeem van aanbestedingen met voldoende waarborgen is omkleed en
bovendien voor kwalitatief goed openbaar vervoer zorgt.
De staatssecretaris reageert hiermee op de discussie over de
verplichting tot aanbesteding van met name het openbaar vervoer in
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Volgens de Nederlandse
aanbestedingsregels moet het stads- en streekvervoer in principe
openbaar worden aanbesteed. Voor het OV in de grote steden geldt dat
het busvervoer per 1 januari 2009 moet zijn aanbesteed en het tram- en
metrovervoer per 1 januari 2017. Een tweede optie is dat het bus-,
tram- en metrovervoer per 1 januari 2012 tegelijkertijd is aanbesteed.
Een nieuwe Europese verordening (over Public Services Obligations),
die op 10 mei 2007 door het Europees Parlement is aangenomen, biedt
een aantal uitzonderingsmogelijkheden. Op grond daarvan zou Nederland
ervoor kunnen kiezen om, onder voorwaarden, het stads- en
streekvervoer onderhands te gunnen aan de gemeentelijke
vervoersbedrijven.
Huizinga kiest ervoor het huidige aanbestedingenbeleid door te zetten.
Terugdraaien van dit beleid getuigt niet van consistent bestuur, zo
schrijft zij de Tweede Kamer. 'Belanghebbenden leven in de wetenschap
dat aanbesteden van het openbaar vervoer in de grote steden een feit
is en handelen daarnaar. Zij zijn al begonnen met het uit elkaar halen
van infrastructuur en vervoer, verzelfstandiging, verkoop van
gemeentelijke vervoersbedrijven en voorbereiding van aanbestedingen.
Aanpassingen in beleid en wet- en regelgeving zouden mogelijk tot
gerechtelijke procedures kunnen leiden.'
Volgens Huizinga heeft het Nederlandse aanbestedingenbeleid bovendien
gezorgd voor een grotere klanttevredenheid en kostenefficiency en
vernieuwing van het wagenpark. Daarnaast biedt het Nederlandse beleid
voldoende mogelijkheden om de belangen van publiek en werknemers van
OV-bedrijven én de kwaliteit van het OV te beschermen.
Meer informatie
* br.1419 Europese regelgeving met betrekking tot aanbesteden stads-
en streekvervoer
Kamerstuk | 01-06-2007 | Pdf-document, 241 kB
Ministerie van Verkeer en Waterstaat