Antwoorden op kamervragen van Arib en Van der Veen over vergoeding van HPV-vaccinaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT-K-U-2774014
5 juni 2007
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van de Kamerleden Arib en
Van der Veen over vergoeding van HPV-vaccinaties (2060716250).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het advies College voor zorgverzekeringen
(CVZ) dat het vaccin tegen baarmoederhalskanker, Gardasil, beter in
het Rijks Vaccinatie Programma kan worden opgenomen, en dat opname in
het basispakket van de ziektekostenverzekering niet nodig is? 1) Zo
ja, wat is uw mening?
Vraag 2
Is het waar dat het CVZ adviseert om het vaccin niet op te nemen in
het basispakket omdat het beter in het Rijks Vaccinatie Programma,
maar ook omdat de kosteneffectiviteit onvoldoende zou zijn?
Antwoord 1 en 2
Het CVZ heeft mij geadviseerd om dit middel niet op te nemen in het
basispakket op basis van meerdere argumenten. Eén van de argumenten is
dat deze vaccinatie beter past in een landelijk vaccinatie programma.
Opname in het basispakket houdt in een vaccinatie op verzoek. Dat acht
het CVZ onwenselijk, omdat hiermee geen hoge vaccinatiegraad bereikt
kan worden, risicogroepen niet goed worden bereikt, en controle op het
bereik onmogelijk is. Volgens het CVZ is een landelijk programma
gericht op collectieve preventie meer geschikt om deze doelen te
bereiken.
Daarnaast is de doelmatigheid van het HPV-vaccin op dit moment
onvoldoende onderbouwd. Het CVZ geeft aan dat op basis van de door de
fabrikant ingediende farmaco-ecomomische evaluatie de
kosteneffectiviteit van vaccinatie op individuele basis onvoldoende
onderbouwd is. En verder kan opname van het HPV-vaccin in het
basispakket tot zeer hoge meerkosten leiden.
Daarom adviseert het CVZ mij nu het HPV-vaccin niet in het basispakket
op te nemen en het advies van de Gezondheidsraad over opname in het
RVP af te wachten.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het feit dat in Amerika, Australië, Canada en
veel Europese landen voor vergoeding van de HPV-vaccinatie is gekozen,
omdat in deze landen wel positief wordt geoordeeld over de
kosteneffectiviteit van het vaccin?
Vraag 4
In welke mate verschilt Nederland van landen die de HPV-vaccinatie wel
vergoeden? Waarom is Nederland het eerste land dat negatief adviseert
over vergoeding van de HPV-vaccinatie?
Antwoord 3 en 4
Het is mij bekend dat verschillende landen hebben besloten
HPV-vaccinatie te vergoeden, soms via een vaccinatieprogramma, soms
via de collectieve zorgverzekering. Ik ben echter niet op de hoogte
van alle argumenten die andere landen in hun besluit hebben
meegewogen. Feit is dat in Nederland de fabrikant van Gardasil een
aanvraag voor opname in het basispakket heeft ingediend terwijl de
beoordelingsprocedure voor opname in het RVP nog loopt. Zoals
gebruikelijk bij vergoedingsaanvragen voor het basispakket heb ik het
CVZ om advies gevraagd. Het negatieve advies van het CVZ betrekt zich
dus ook alleen op de vraag of het HPV-vaccin opgenomen moet worden in
het basispakket.
Overigens hebben de meeste Europese landen nog geen beslissing genomen
over het al dan niet opnemen van het HPV-vaccin in een
vaccinatieprogramma. Mijn adviesaanvraag aan de GR over opname van het
HPV-vaccin in het RVP is in lijn met de procedure in de meeste andere
landen.
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat Zweden recent heeft besloten tot opname
van de HPV-vaccinatie in het basispakket, vooruitlopend op het advies
van de Zweedse Gezondheidsraad?
Antwoord 5
Zweden is één van de weinige landen die het HPV-vaccin hebben
opgenomen in het basispakket voor individuele toepassing. In Zweden
gelden andere regels voor de vergoeding van geneesmiddelen dan in
bijvoorbeeld ons land. Geneesmiddelen worden er automatisch in de
vergoeding opgenomen, waarna pas na enkele jaren gebruik een
beoordeling van de therapeutische waarde en kosteneffectiviteit
plaatsvindt. De meeste andere EU-landen, waaronder Nederland,
beoordelen de vergoeding van een geneesmiddel zodra het op de markt
beschikbaar komt.
Vraag 6
Bent u ervan op de hoogte dat de werkgroep HPV-vaccinatie
implementatie van de WOG/NVOG (Werkgroep Oncologische Gynaecologie /
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie) onder
voorzitterschap van prof. dr. G.G. Kenter, vaccinatie als primaire
preventie tegen baarmoederhalskanker aanbevelenswaardig, zinvol en
veilig vindt bij jonge meisjes, en dat gynaecologen teleurgesteld zijn
over het advies van het CVZ om de HPV-vaccinatie, vooruitlopend op
opname in het Rijks Vaccinatie Programma, niet te vergoeden via het
basispakket? Wat is uw reactie?
Antwoord 6
Ja, daarvan ben ik op de hoogte. Naast de fabrikant is de WOG/NVOG de
enige partij die mij bekend is die pleit voor opname in het
basispakket vooruitlopend op mijn beslissing over opname in het RVP.
Evenals het CVZ is de WOG/NVOG wel van oordeel dat implementatie in
het Rijksvaccinatieprogramma de voorkeur heeft. De huisartsen bij
monde van het Nederlands Huisartsen Genootschap en de stichting Olijf
(patiëntenvereniging van baarmoederhalskankerpatiënten) zijn van
oordeel dat vaccinatie op individuele basis, vooruitlopend op het RVP,
niet wenselijk is.
Vraag 7
Gaat u het advies van het CVZ om de HPV-vaccinatie niet op te nemen in
het basispakket overnemen, of bent u bereid om, vooruitlopend op het
advies van de Gezondheidsraad en opname in het Rijks Vaccinatie
Programma, vrouwen in de risicogroep, tussen 13 en 26 jaar, nu de
mogelijkheid te geven zich te beschermen tegen baarmoederhalskanker?
Antwoord 7
Ik heb nog niet besloten of ik het advies van het CVZ zal opvolgen. Ik
zal u daarover spoedig informeren.
Vraag 8
Is het waar dat u twee maanden geleden de Gezondheidsraad om advies
heeft gevraagd over opname in het RVP, maar dat nog geen commissie is
ingesteld? Wanneer wordt een advies van de Gezondheidsraad verwacht?
Bent u bereid op spoedige advisering aan te dringen?
Antwoord 8
Ik heb de Gezondheidsraad 20 maart 2007 om advies gevraagd. Bij
navraag is mij gebleken dat de Gezondheidsraad naar aanleiding van die
vraag de voorbereidende werkzaamheden voor het instellen van een
commissie heeft afgerond. De commissievoorzitter is benaderd, de
samenstelling van de commissie is rond, de secretaris is aangewezen en
de installatievergadering wordt verwacht nog voor de zomer. Ook heeft
de Gezondheidsraad maatregelen getroffen om het adviestraject conform
de politieke wens te bespoedigen. De raad verwacht dat het advies eind
2007 kan worden uitgebracht.
Vraag 9
Bent u bereid deze vragen binnen 1 week te beantwoorden?
Antwoord 9
Door omstandigheden is dit helaas niet gelukt.
1) de Volkskrant, 23 mei 2007