Beantwoording vragen van de leden Halsema en Peters over de bouw van 20.000
huizen in bezet Arabisch Oost-Jeruzalem
05-06-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Halsema en Peters over de bouw van 20.000 huizen
in bezet Arabisch Oost-Jeruzalem. Deze vragen werden ingezonden op 23
mei 2007 met kenmerk 2060715680.
De minister van Buitenlandse Zaken,
drs. M.J.M. Verhagen
Antwoord van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op
vragen van de leden Halsema en Peters (beiden GroenLinks) over de bouw
van twintigduizend huizen in bezet Arabisch Oost-Jeruzalem
Vraag 1
Klopt het dat Israël meer dan twintigduizend nieuwe huizen wil bouwen
in bezet Arabisch Oost-Jeruzalem, zoals het Israëlische dagblad
Haaretz meldt? 1) Doen de geruchten hieromtrent al sinds januari 2007
de ronde in Israël?
Antwoord
De plannen waarover in de media recent is gesproken betreffen de
Walleja, Atarot en de Kidmat Zion gebieden. Deze gebieden zijn in 1967
door Israël bezet en worden gedefinieerd als onderdeel van `Groter
Jeruzalem'. Plannen voor het bebouwen van voornoemde gebieden zijn er
al geruime tijd maar er is nog altijd geen toestemming voor het
uitvoeren ervan.
Onlangs heeft het hoofd van de gemeentelijke planningscommissie, Rabbi
Joshua Polak, zijn steun voor uitvoering van deze projecten
uitgesproken. Er is echter geen sprake van inwerkingtreding van
procedures die tot toestemming voor uitvoering van de plannen zouden
kunnen leiden.
Vraag 2
Klopt het dat de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Ban
Ki-Moon zijn zorg hierover al heeft uitgesproken? Welke waarde hecht u
hieraan?
Antwoord
Secretaris-Generaal Ban Ki-Moon liet op 11 mei jl. weten bezorgd te
zijn over de berichten in de media over mogelijke nieuwe
nederzettingen in en rond Jeruzalem. Hij gaf tevens aan de situatie
met de leden van het Kwartet te zullen bespreken. Ik acht het van
belang dat de Secretaris-Generaal dergelijke ontwikkelingen
nauwlettend volgt, gegeven de mogelijke consequenties voor het bredere
vredesproces.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat het een bezettende macht volgens
internationaal recht 2) verboden is particuliere overname van bezit
van een bezet volk te steunen of te gedogen, omdat de Haagse
conventies het aanbrengen van permanente veranderingen in bezet gebied
alleen toelaten voor militair noodzakelijke doeleinden of ter
verbetering van de omstandigheden voor de lokale bevolking?
Antwoord
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn antwoorden op
uw eerdere vragen over het Israëlische nederzettingenbeleid welke u op
3 april jl. inzond.
Vraag 4
Bent u bereid om de voorgenomen bouwplannen publiekelijk te
veroordelen? Zo neen, waarom niet?
Vraag 5
Bent u bereid om, via de Europese Unie en in bilateraal verband, bij
de Isra ëlische regering aan te dringen op afgelasting van de
betreffende bouwplannen?
Vraag 6
Bent u bereid om de trend dat er rondom de oude Arabische stad steeds
meer Joodse wijken worden gebouwd op land dat is geconfisqueerd van
Palestijnen en stukken grond waarvoor Palestijnen geen
bouwvergunningen meer krijgen, waardoor een vrijwel aaneengesloten
cordon van joodse wijken ontstaat en Oost-Jeruzalem ontoegankelijk
wordt voor Palestijnen, expliciet te veroordelen? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord
Zoals bekend acht de regering het algemene Israëlische
nederzettingenbeleid een obstakel voor het vredesproces tussen Israël
en de Palestijnen. Dit onderwerp zal ik tijdens mijn komende bezoek
aan Israël dan ook met mijn Israë lische gesprekspartners bespreken.
Ik zal daarbij aandringen op een volledige bevriezing van ontwikkeling
of uitbreiding van nederzettingen.
1) Leeuwarder Courant, 10 mei 2007
2) Vierde Haagse Conventie, "Convention Respecting the Laws and
Customs of War on Land"
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken